“Wij hebben hoop nodig om te leven en de Heilige Geest om te hopen!” Dat verklaarde P. Cantalamessa ofm cap. in zijn vierde vastenpredikatie voor de paus en de leden van de Curie in de kapel “Redemptoris Mater” van het Vaticaan.
“Eén van de grootste gevaren op de geestelijke weg is die van ontmoediging door het terugkomen van dezelfde zonden en de schijnbare nutteloosheid van herhaalde goede bedoelingen en het hervallen in oude fouten.”
Maar “wij werden gered in de hoop” verklaarde hij, de encycliek “Paus Benedictus XVI - Encycliek
Spe Salvi
Liefde in Waarheid - Over de Christelijke hoop
(30 november 2007)” van Benedictus XVI citerend.
“De hoop redt ons. Zij geeft ons de kracht om steeds opnieuw van nul te beginnen, telkens te geloven dat het nu de goede keer zal zijn, die van de ware bekering. Dat vertedert Gods hart die ons met Zijn genade te hulp zal komen.”
De Heilige Geest “is degene die geestdriftig maakt en in zekere zin vleugels geeft aan onze hoop; meer nog, Hij is het beginsel, de ziel van onze hoop.”
Verwijzend naar de apostel Paulus, legde P. Cantalamessa uit: “juist omdat wat wij bezitten, nog niet de volheid is, maar een belofte, een anticipatie, ontstaat de hoop in ons. Of eerder, het verlangen, de verwachting, de verzuchting wordt intenser dan voordien omdat wij nu weten dat het de Heilige Geest is. De komst van de Heilige Geest met Pinksteren heeft op de vlam van het menselijk verlangen als het ware brandstof gegoten”.
“De liefde van God waarvan we hier beneden een voorsmaak hebben, dank zij de ‘waarborg van de Geest’, is dus van dezelfde kwaliteit als degene die we in het eeuwig leven zullen smaken, maar heeft niet dezelfde intensiteit.”
“Een diepe omvorming heeft plaatsgehad en dat zien we in de betekenis van het Pinksterfeest. Oorspronkelijk was het Pinksterfeest het feest van de belofte, namelijk de dag waarop aan God de eerstelingen van de oogst geofferd werden. Ook vandaag is het nog het feest van de belofte, maar de belofte die God in Zijn Geest aanbiedt aan de mensheid. De rollen van gever en begunstigde zijn omgekeerd en helemaal in overeenstemming met wat zich voordoet, op alle vlakken, in de overgang van wet naar genade, op het vlak van het heil zowel wat de inzet van de mens betreft voor het heil als de gave om niets van Godswege.”
Het is van groot belang deze hoop rondom zich te verspreiden.
“De Heilige Geest wil van ons zaaiers van hoop maken. Er is geen schoner gave dan het verspreiden van de hoop in ons gezin, onze gemeenschap, in de plaatselijk Kerk en de wereldkerk. Zij is zoals sommige moderne producten die de lucht zuiveren, die geur verspreiden in een kamer.”
P. Cantalamessa besloot met een citaat van Paulus VI, die benadrukte hoezeer de Kerk nood heeft aan de Heilige Geest, “bezieler en heiligmaker van de Kerk, haar Goddelijke adem, de wind in haar zeilen, haar principe dat één maakt, haar innerlijke bron van licht en kracht, haar steun en vertrooster, haar bron van charisma’s en liederen, haar vrede en vreugde, haar onderpand en voorbode van het zalige en eeuwige leven”, hoezeer heeft zij “haar eeuwigdurend Pinksteren” nodig. “De Kerk heeft opnieuw nood aan ... de zekerheid van haar waarheid.”
Overzicht van de serie:
Publicatiedatum: 3 april 2009
Laatst bewerkt: 5 juli 2020
