• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Kardinaal Zen noemt 'dubia'-antwoord paus Franciscus over zegenen homoparen 'pastoraal onhoudbaar'

(ewtn.lc / National Catholic Register) - VATICAANSTAD - Kardinaal Joseph Zen Ze-kiun heeft kritiek geuit op enkele antwoorden van paus Franciscus op die hij en vier andere kardinalen stuurden aan de paus in de aanloop naar de Synode over Synodaliteit, waarbij hij onder meer zei dat de richtlijnen van de paus over de zegening van gelijkgeslachtelijke verbintenissen” pastoraal onhoudbaar” zijn.

In een verklaring van 12 oktober op zijn website zei de emeritus bisschop van Hong Kong, die de dubia ondertekend had die op 11 juli naar de paus werden gestuurd, dat de , die een dag later gestuurd werden en die het Vaticaan op 2 oktober openbaar maakte, “geen precieze antwoorden waren en de twijfels niet oplosten”, wat hem ertoe aanzette om op eigen houtje een verklaring uit te geven “zodat de gelovigen begrijpen waarom wij vijven ze niet adequaat vonden als antwoorden.”

In [9008|+10|paragraaf (g)] van het antwoord van de paus op het tweede dubium, waarin werd gevraagd of zegeningen voor koppels van hetzelfde geslacht ooit kunnen worden toegestaan “zonder de geopenbaarde leer te verraden”, zei Franciscus dat “het kerkelijk recht niet alles moet en kan afdekken” en dat “praktische onderscheiding” nodig zou zijn “in bijzondere omstandigheden”.

Een dergelijk antwoord, zei kardinaal Zen in zijn verklaring, was “pastoraal onhoudbaar” en hij voegde eraan toe: “Hoe kan de Kerk in zo’n belangrijke zaak de mensen zonder duidelijke regel aan hun lot overlaten en vertrouwen op individueel onderscheidingsvermogen? Breekt er zo geen chaos van casuïstiek uit die zeer gevaarlijk is voor zielen?”

In zijn verklaring zette hij ook vraagtekens bij andere delen van het antwoord over zegeningen voor personen van hetzelfde geslacht. Hij zei dat de kardinalen “verbaasd” waren over het feit dat de paus, citerend uit zijn post-synodale apostolische exhortatie Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Amoris Laetitia
Over vreugde van de liefde
(19 maart 2016)
 (De vreugde van de liefde), beweerde dat een verbintenis tussen personen van hetzelfde geslacht slechts “op een gedeeltelijke en analoge manier” [[9008|+13]] verwant is aan het huwelijk tussen een man en een vrouw.

“Even problematisch,” zei kardinaal Zen, was het punt waarop die paragraaf “bepaalde vormen van zegening van homoseksuele verbintenissen toestaat,” [[9008|+17]] waarop hij vroeg: “Impliceert zo’n verbintenis geen seksuele activiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht, wat duidelijk zondig is, net zoals elke seksuele activiteit buiten het wettige huwelijk zondig is?”

Hij bekritiseerde andere aspecten van het zoals het verheffen van het belang van “tederheid” voor homoseksuelen in een homorelatie [[9008|+16]], terwijl de objectieve waarheid zo wordt gedegradeerd tot “slechts” één uitdrukking van naastenliefde jegens hen.

“In feite zijn we ervan overtuigd dat we met begrip en tederheid ook de objectieve waarheid aan hen moeten voorleggen dat homoseksuele activiteit een zonde is, dat het tegengesteld is aan Gods plan van liefde,” merkte kardinaal Zen op. “We moeten hen ook aanmoedigen tot een metanoia (ommekeer) in de Kerk en vertrouwen op de hulp van God om hun zware kruis te dragen op de weg naar het eeuwige geluk.”

Het antwoord van de paus op dit dubium werd door media over de hele wereld gelezen als een indicatie van zijn openheid om zegeningen van homorelaties te accepteren.

Kardinaal Zen sloot zich aan bij kardinalen Walter Brandmüller, Raymond Burke, Juan Sandoval Íñiguez en Robert Sarah in het sturen van de dubia als middel om duidelijkheid te verkrijgen over onderwerpen met betrekking tot ontwikkelingen in de leer, de zegening van verbintenissen tussen personen van hetzelfde geslacht, het gezag van de Synode over Synodaliteit, de wijding van vrouwen en sacramentele absolutie.

De vijf kardinalen vonden allen dat de antwoorden van de paus onduidelijk en onnauwkeurig waren, en dus stuurden ze op 21 augustus geherformuleerde dubia uit om duidelijke ‘Ja’- en ‘Nee’-antwoorden te ontlokken. 

De paus moet nog antwoorden op deze vragen.

De kardinaal zei dat hij vanwege “de tijdsdruk” de andere vier kardinalen niet had geraadpleegd over zijn reactie van 12 oktober, en voegde eraan toe dat hij daarom alleen “persoonlijk verantwoordelijk was voor dit initiatief”.

Oké om de paus te bevragen

Kardinaal Zen begon zijn verklaring met te benadrukken dat het niet “aanmatigend” was om het antwoord van de paus ter discussie te stellen, eraan toevoegend dat “geen enkele volwassen katholiek” gelooft dat het tegenspreken van de Heilige Vader hem tot een “ketter en schismaat” maakt – een beschuldiging, zo wees hij erop, die afkomstig was van kardinaal Víctor Manuel Fernández, prefect van het Dicasterium voor de Geloofsleer.

Hij zei dat hij het in elk geval “met veel van wat hij zegt” eens was met de paus en beschreef paus Franciscus als “wonderbaarlijk nederig” in het erkennen van zijn eigen fouten en die van kerkleiders uit het verleden.

Met betrekking tot het eerste dubium – of de goddelijke Openbaring moet worden geherinterpreteerd in overeenstemming met de tijden – zei hij dat hij het eens was met het grootste deel van het antwoord van de paus. De paus antwoordde dat goddelijke Openbaring “onveranderlijk en altijd bindend” is, maar ook rijpt, waarbij sommige aspecten meer expliciet worden. Dit was aanvaardbaar, aldus kardinaal Zen, “maar niet tot op het punt van ontkenning van wat eerder door het Magisterium werd verklaard,” en hij vestigde de aandacht op de geschriften van de heilige John Henry Newman over zich verder ontwikkelen van de leer.

Kardinaal Zen zette vraagtekens bij het voorbeeld van de paus over hoe de leer van de Kerk over slavernij was veranderd, zijn bewering dat de Kerk voortdurend moet onderscheiden wat essentieel of secundair is voor verlossing, en wat hij in zijn antwoord zegt over het “situeren” van waarheden binnen de “totaliteit van de leer van de Kerk”.

De heilige Paulus, zei kardinaal Zen, “trok het instituut zelf van de slavernij al in twijfel”; verlossing moet worden gezien als een geheel, met wel een hiërarchie van waarden, maar “in een harmonieus geheel” en niet “tegen elkaar uitgespeeld”; en de Kerk heeft de “plicht om eenvoudige gelovigen te verdedigen tegen risico’s die de zuiverheid van het geloof kunnen bedreigen”.

Met betrekking tot het antwoord van de paus op het derde dubium, of synodaliteit een “constitutief element van de Kerk” is, zei kardinaal Zen dat het dubium was geschreven omdat de synode kwesties lijkt te willen oplossen op de wijze van een oecumenisch concilie, “wat verkeerd zou zijn.” Hij zei dat de kardinalen “het eens zijn over het principe van synodaliteit” eenvoudigweg in de zin van “samen spreken en samen wandelen”, maar hij was het niet eens met het antwoord van de paus dat suggereert dat de kerkelijke hiërarchie niet alleen moet “horen” maar ook moet “luisteren” – “dat wil zeggen, gehoorzamen aan de stem van het volk” – iets dat wijst op “het omverwerpen van de hiërarchische grondwet van de door de apostelen gestichte Kerk”.

Ingaand op het antwoord van de paus op [9008|+24|het vierde dubium], waarin werd gevraagd of de theologie van de Kerk veranderd is om de wijding van vrouwen tot priesters toe te staan, reageerde kardinaal Zen op het schijnbaar tegenstrijdige antwoord van de paus.

Aan de ene kant, merkte hij op, erkent de paus dat de wijding van mannen een “definitieve, duidelijke en gezaghebbende uitspraak is die door iedereen gerespecteerd moet worden”, maar hij zei ook dat het “een onderwerp van studie kan zijn, zoals in het geval van de geldigheid van wijdingen in de Anglicaanse gemeenschap.”

Kardinaal Zen vroeg: “Dus, ondanks de definitieve verklaring, zal het nog steeds mogelijk zijn om ad infinitum te discussiëren?!” Hij voegde eraan toe: “Onder meer is de vergelijking die hier gebruikt wordt niet adequaat, omdat de geldigheid van wijdingen in de Anglicaanse Gemeenschap (sic) een historisch probleem is, terwijl onze kwestie van theologische aard is.”

Tenslotte, wat betreft het [9008|+28|vijfde dubium], met de vraag of “vergeving een mensenrecht is”, gezien het feit dat de paus aandringt op de plicht om iedereen en altijd zonden kwijt te schelden, zodat berouw geen noodzakelijke voorwaarde zou zijn voor sacramentele absolutie, antwoordde de paus dat berouw noodzakelijk is voor absolutie, maar benadrukte dat de biechtstoel “geen tolhuis is”. De paus zei ook dat het opbiechten van zonden een “wrede marteling” kan zijn voor sommige mensen met een “gekwetst gevoel van eigenwaarde” en dat alleen al het gaan biechten een “symbolische uitdrukking van berouw en het zoeken naar goddelijke hulp” kan zijn.

Kardinaal Zen zei “juist omdat we toedieners en geen meesters van de sacramenten zijn, moeten we de regels volgen, ons verzekeren van berouw en vast voornemen. Waarom zouden we, door dit te doen, van de biecht ‘een tolhuis maken?!”

Over het tweede punt zei kardinaal Zen dat een biechtvader “de boeteling niet mag vernederen” en dat de boeteling zijn intentie moet uitspreken om niet meer te zondigen.

“Maar het is belangrijk om mensen te laten begrijpen dat zonde ons verwijdert van God en van ons geluk, niet alleen het eeuwige geluk, maar ook het geluk hier en nu,” zei de kardinaal. “Ook wij zijn ervan overtuigd dat we moeten leren om echt boodschappers te worden van Gods oneindige barmhartigheid, die in staat is om zelfs van ons zondaren heiligen te maken.”

Kardinaal Sandoval

Een ander iemand van de vijf ondertekenaars, kardinaal Sandoval, emeritus aartsbisschop van Guadalajara, Mexico, heeft zich onlangs ook in het openbaar uitgesproken over de dubia. Hij vertelde op 6 oktober aan ACI Prensa, de Spaanstalige nieuwspartner van het Register, dat de kardinalen de dubia publiceerden omdat ze wilden “meewerken aan het bewaren van de waarheid” en zodat degenen die “met goede wil naar de synode gingen, een eenvoudige gids hebben”.

Kardinaal Sandoval voegde eraan toe: “Wij, de dubia-kardinalen, vinden: dat we een verplichting hebben als kardinalen, medewerkers van de paus, adviseurs van de paus, om te adviseren in deze zaak.”

Hij wees erop dat de antwoorden van de paus op de dubia “een beetje ontwijkend, een beetje vaag” waren, dus “werden ze geherformuleerd op een duidelijkere, krachtigere manier, zodat hij Ja of Nee kon antwoorden, en hij antwoordde niet. Dus stemden we ermee in om ze te publiceren.

De dubia werden voorgelegd “omwille van de waarheid en voor het welzijn van de Kerk,” zei hij, “zonder te ontkennen dat hij de paus is, die gezag heeft in de Kerk.”

Edward Pentin

Publicatiedatum: 12 oktober 2023
Laatst bewerkt: 5 december 2023


 

Uw bijdrage

RK Documenten wordt volledig beheerd door vrijwilligers. Om deze site te bekostigen zijn we afhankelijk van uw hulp.

Algemeen nut beogende instellingen

Help ons en doneer!

Uw donatie zal worden verwerkt door Stg. Mollie Payments.
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test