(Ecclesia Docens (0775) - Dr. M.H. Mulders C.ss.R.) - Toespraak Paus Pius XII - Toespraak
Poco Piu
Tot de Internationale bijeenkomst van de Katholieke arbeiders en arbeidsters (ACLI) te Rome Instelling van de feestdag van Sint Jozef, arbeider op 1 mei
(1 mei 1955) van 1 Mei 1955 tot de leden van de Acli over haar taak in de moderne tijd en over de instelling van het liturgisch feest van St. Joseph-arbeider op 1 Mei. A.A.S. 40 (1948) 75-85
Zelden zal een eerste Mei-dag grootser gevierd zijn als de eerste Mei van het jaar 1955, toen ongeveer 300.000 christelijke arbeiders en arbeidsters van de Acli (Associazioni cristiane dei lavoratori italiani: christelijke verenigingen van Italiaanse arbeiders) uit heel Italië bijeenkwamen naar Rome om daar het tienjarig bestaan van de Acli te vieren. Dertig extra treinen en 1.500 autocars hadden de christelijke arbeiders van alle kanten van Italië naar Rome gevoerd. In de voormiddag had in Rome een grote meeting plaats rond een reusachtig aambeeld, waarop allerlei symbolen van de arbeid lagen opgestapeld: stro, ankers, tandraderen enz. Dit alles werd overheerst door een machtig kruis en door de driekleur. Op de tribunes zaten regeringspersonen, bisschoppen en kardinalen, onder wie ook kardinaal Lercaro, de grote stuwer van de Acli. In de namiddag trok deze enorme spectaculaire stoet door de straten van Rome op naar het St. Pietersplein, waar de paus op zijn troon vlak voor de ingang van de St. Pieter had plaats genomen. Hier nam hij de geschenken van de arbeiders in ontvangst, de vruchten van de arbeid. De Italiaanse mijnwerkers, die in de Belgische mijnen werkten, hadden een reusachtige klomp steenkool meegebracht, de arbeiders van Milaan schonken een landbouwtractor, die van Bologna twee scooters, die van Turijn een auto. De herders van Sardinië kwamen met kleine ezeltjes. De matrozen van de Adriatische zee boden een vissersboot aan van 15 m lengte, terwijl de arbeiders van Novarra twee centenaars rijst ten geschenke gaven. Zie La Documentation Catholique 52 (1955) 577-578. Verg. ook de brief Praeterito anno van 21 Juli 1955 aan Kardinaal Léger, aartsbisschop van Montréal, over de kroning van het St. Josephbeeld, A.A.S. 47 (1955) 600-601
Na ontvangst van deze geschenken hield de paus een geestdriftige toespraak, waarin hij vooral deed uitkomen, dat Christus en de Kerk altijd tegenwoordig moeten en willen zijn in de wereld van de arbeid. Bijzonder wees de H. Vader op de betekenis van de eerste Mei voor de christelijke arbeiders. Het hoogtepunt van de toespraak werd wel bereikt op het moment, dat de paus het liturgische feest instelde van St. Joseph-arbeider en de viering daarvan plaatste op de eerste Mei. Hiermee wilde de paus aan de Acli een tegengeschenk geven, maar vooral de eerste Meidag, de dag, die de wereld van de arbeid had geproclameerd tot haar eigen feestdag, kerstenen en maken tot een christelijke feestdag en tot een wekroep voor de verwerkelijking van de sociale vrede.
Publicatiedatum: 1 mei 1955
Laatst bewerkt: 5 december 2023