Paus Franciscus is niet over één nacht ijs gegaan in zijn uitspraak over Medjugorje. Sinds zijn aantreden op 19 maart 2013 lag het dossier al op zijn bureau. Zijn voorganger paus Benedictus (kardinaal Ratzinger) heeft jarenlang als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer het dossier hierover opgebouwd. Begin 2013 liet hij bekend maken dat, hoewel het op last van de Congregatie voor de Geloofsleer gehouden onderzoek rond de zaak Medjugorje dat bijna drie jaar had geduurd, afgerond was en de onderzoeksresultaten vastgesteld, deze evenwel niet bekend zouden worden gemaakt. Kort daarna, en wel op 11 februari 2013 (gedachtenis van Onze Lieve Vrouw van Lourdes), maakte hij geheel onverwacht zijn aftreden bekend.
Ook paus Franciscus was zeer terughoudend inzake Medjugorje. Ruim vier jaar heeft hij de tijd genomen om zijn aanpak van Medjugorje voor te bereiden. Een belangrijke stap in die voorbereiding was op 11 februari 2017 de benoeming van een persoonlijke gezant in Medjugorje, Mgr. Hoser. Hij had niet de taak om een uitspraak te doen over de authenticiteit van de verschijningen en boodschappen, maar had (en heeft) de zorg voor verantwoord pastoraat in Medjugorje. Voorstanders van Medjugorje dachten in woord en optreden van Mgr. Hoser al een goedkeuring te zien van ‘Medjugorje’. Natuurlijk mag Mgr. Hoser spreken over goede vruchten en over Maria die overal is en dus ook in Medjugorje. Hij heeft echter niet gezegd dat zij daar is verschenen. Dat ‘detail’ wordt even over het hoofd gezien. Paus Franciscus heeft Mgr. Hoser niet voor niets benoemd. Hij probeert de goede vruchten los te weken van de zogezegde verschijningen en boodschappen. Want deze goede vruchten wil hij behouden. Maar wel los van deze zogezegde verschijningen en boodschappen.
Paus Franciscus had al ervaren dat deze zogezegde verschijningen en boodschappen wereldwijd gepromoot worden. Op 13 maart 2015 had de Congregatie voor de Geloofsleer voor de derde keer in twee jaar tijd (eerder in februari en oktober van 2013) de Amerikaanse bisschoppen erop gewezen dat zowel clerici als leken niet mogen deelnemen aan bijeenkomsten rond de vermeende Mariaverschijningen in het Bosnische Medjugorje. Dat bleek uit een kort memorandum dat de aartsbisschop van St.-Louis (VS) aan zijn priesters, diakens en parochiebesturen had gestuurd. De Congregatie voor de Geloofsleer verzocht aartsbisschop Robert Carlson "iedereen eraan te herinneren niet te mogen participeren aan gelegenheden die de zogenoemde zieners van Medjugorje promoten en in het bijzonder de heer Ivan Dragicevic." (met wie een ‘verschijning’ was gepland op 18 maart 2015, en wel in zijn bisdom). Daarbij werd uitdrukkelijk gesteld "dat het geestelijken en de gelovigen niet toegestaan is deel te nemen aan bijeenkomsten, conferenties of publieke vieringen waarbij de geloofwaardigheid van dergelijke 'verschijningen' wordt verondersteld."
Enkele jaren eerder was een vergelijkbare bijeenkomst in het nationale heiligdom in Washington afgeblazen.
Op dinsdag 9 juni 2015 toen hij de Mis celebreerde in de kapel van Huize St. Martha, sprak hij zich duidelijk uit tegen Medjugorje, al noemde hij daarbij niet de naam Medjugorje.
Paus Franciscus hekelde bij die gelegenheid hen die 'die altijd iets nieuws nodig hebben in hun christelijke identiteit en die zeggen: 'Maar waar zijn de zieners die ons vandaag vertellen over de brief die Onze Lieve Vrouw morgen om 16 uur zal sturen?' Dit is geen christelijke identiteit', zei hij. 'Gods laatste woord heet Jezus en niets méér.
Onze paus Franciscus heeft toen ervaren dat voorstanders van Medjugorje zijn algemene boodschap niet zo goed begrepen. Zijn volgende stap zou zijn Medjugorje wel uitdrukkelijk te noemen.
Op 13 mei 2017, op zijn Paus Franciscus - Interview
Interview met de meegereisde journalisten in het vliegtuig van Fatima naar Rome
(13 mei 2017) bij gelegenheid van de 100e verjaardag van de eerste verschijning aldaar, deed paus Franciscus een kritische uitspraak over Medjugorje , waarbij hij uitdrukkelijk - voor het eerst - wel de naam Medjugorje noemde.
‘Ik geef persoonlijk de voorkeur aan de Madonna als Moeder en niet aan de Madonna als hoofd van het postkantoor dat elke dag een boodschap stuurt’, aldus de paus.
De eerste tien verschijningen zouden authentiek kunnen zijn; daar zou verder onderzoek voor nodig zijn, zo gaf de paus aan; bij de tienduizenden erna sprak hij zijn grote twijfels uit.
Wat gebeurt hier? Na een jarenlang onderzoek én stilzwijgen wordt ineens - geheel onverwacht, maar wel op een bijzonder moment - door de paus, nadat hij zich goed geïnformeerd en voorbereid heeft, geen document uitgegeven, maar een ‘spontane’ uitspraak gedaan, de eerste publieke uitspraak in 36 jaar van een paus over Medjugorje. Hij spreekt vooral zijn twijfels uit over de tienduizenden verschijningen. Hij laat nog een zekere opening voor de eerste tien verschijningen die nader onderzocht zouden moeten worden. Mogelijk heeft het eerder met tact dan met waarheid te maken, dat de paus nog hoop geeft wat betreft de eerste tien verschijningen.
De paus waagt het om een groot vraagteken te zetten achter ‘Medjugorje’, terwijl vele voorstanders de zogezegde verschijningen en boodschappen al jaren als onomstotelijk waar beleven, niet als iets van hun verstand, maar als iets van hun hart, waar niemand aan mag komen, ook niet de paus. Met zijn uitspraken probeert hij deze vanzelfsprekendheid te doorbreken en mensen ontvankelijk te maken voor de openbaring in Jezus Christus die alles te boven gaat, uiteraard de private openbaringen, laat staan de (nog) niet goedgekeurde private openbaringen zoals Medjugorje.
Maar voorstanders van Medjugorje blijken ook deze aanpak weer in hun straatje te kunnen uitleggen. Afgezien van enkelingen die inzake Medjugorje tot inzicht komen of minstens een wat gereserveerdere houding aannemen, gaat Medjugorje voor de ‘massa’ gewoon door, alsof de paus niets van belang heeft gezegd. Van de ene kant wordt er goedkeuring ‘geroken’ wat betreft de eerste tien verschijningen; van de andere kant wordt er geen aandacht besteed aan zijn grote twijfels over de tienduizenden verschijningen die volgden tot op heden toe. En daarmee verklaart de paus de zieners wel als volledig ongeloofwaardig. Maar liefst 36 jaar hebben ze iets voorgewend wat er niet is!
Paus Franciscus heeft zijn twijfel ten aanzien van ‘Medjugorje’ pas uitgesproken drie maanden, nadat hij een persoonlijke gezant voor Medjugorje had benoemd. Daarmee zette de paus al een pastorale lijn uit om de vele goede vruchten (van gebed en ontvangen van de sacramenten) te bewaren en te verdiepen, maar wel geheel los van de beweerde verschijningen. Want Mgr. Hoser had/heeft alleen de zorg voor het pastoraat, niet om zich bezig te houden met de zogezegde verschijningen en boodschappen. Daar zou de paus zelf zich over uitspreken, voorzichtig, met veel geduld en tact, want dat is nodig om helderheid te verschaffen in deze zaak én mensen te behouden voor de katholieke Kerk en te verdiepen in hun geloof. Ook dat hoort bij het pastorale hart van onze paus Franciscus.
Auteur: Rudo Franken, priester
Publicatiedatum: 17 mei 2017
Laatst bewerkt: 11 februari 2021