Stefano Fontana, directeur van het Internationaal Kardinaal Van Thuân Observatorium over de Sociale Leer van de Kerk in La Nuova Bussola Quotidiana, beantwoordt deze vraag met Tien geboden: hoe moeten wij reageren op ecologische waarschuwingen over de opwarming van de aarde, op het beleid van supranationale organisaties, op straatdemonstraties over het klimaat, en op studentenbewegingen, die dit nieuwe millenarisme kenmerken? Een millenarisme dat veel meer weg heeft van een heidense cultus dan van een op de wetenschap gebaseerd beleid.
Ten eerste moeten we rekening houden met de ware omvang van het probleem. Over de oorzaken van de opwarming van de aarde door de mens bestaat er geen enkele overeenstemming tussen wetenschappers. En daarom is er geen overeenstemming over de wenselijkheid of noodzaak om dure veranderingen in het menselijk gedrag teweeg te brengen, aangezien deze niet de oorzaak van de klimaatverandering zijn. Een kleine temperatuurschommeling in de Stille Oceaan heeft een oneindig veel grotere invloed op het klimaat dan alle menselijke ingrepen. Het geloof vraagt van katholieken om hun verstand te gebruiken, en dus niet de wetenschap te omzeilen of haar te laten zeggen wat ze niet zegt.
Ten tweede moeten katholieken realistisch zijn en niet voorbijgaan aan het feit dat voorgestelde menselijke interventies om de opwarming van de aarde tegen te gaan zeer hoge kosten met zich meebrengen. Het is daarom geoorloofd te denken dat er grote belangen schuilgaan achter de goedkeuring van deze investeringen. Als economische speculatie door bedrijven in de ene sector wordt veroordeeld, moet hetzelfde worden gedaan met bedrijven in andere sectoren. De groene economie komt uit haar aard niet uit de hemel vallen.
Ten derde moeten katholieken zich niet laten meeslepen door angstaanjagende paniekzaaierij. Gisteren kopte het blad Avvenire: “Laatste oproep aan de wereld”. Het millenarisme van de ecologen is al lang bekend en er zijn in het verleden talloze voorspellingen gedaan over de ineenstorting van onze planeet, met name door overbevolking. Prognoses die niet zijn uitgekomen. Katholieken moeten zich niet conformeren aan deze rampzalige voorspellingen, vooral niet als ze geen wetenschappelijke basis hebben.
Ten vierde mag het katholieke standpunt, vooral dat van de Heilige Stoel of van de Bisschoppenconferenties, nooit gelijkgeschakeld worden met politieke beslissingen. We moeten bijvoorbeeld niet zo’n haast hebben met het overnemen van de besluiten van de klimaattop van vorig jaar in Parijs of in Katowice. Het zijn politieke beslissingen waarin niet-noodzakelijke en complexe keuzes worden gemaakt. Men loopt dan het risico als partijdig te worden beschouwd. De Kerk moet de grote principes aangeven en zich niet aansluiten bij politieke oplossingen die het veld verdelen tussen “goede mensen” en “slechte mensen”. Als zij dat niet langer op zoveel andere gebieden doet, waarom zou zij dat dan op dit gebied moeten doen?
Ten vijfde mogen katholieken nooit de uitdrukking ‘Moeder Aarde’ gebruiken, vooral niet in hoofdletters. En ze mogen zich niet houden aan documenten die deze gnostische, esoterische en afgodische uitdrukking gebruiken. Het is niet legitiem het gebruik ervan te rechtvaardigen door een beroep te doen op de heilige Franciscus van Assisi en zijn Zonnelied, dat niets met esoterie te maken heeft. Helaas wordt deze uitdrukking nu in veel kerkelijke documenten overgenomen, waardoor ze niet over Christus, maar over Moeder Aarde spreken.
Ten zesde mogen katholieken de VN nooit direct gelijkstellen met het goede en niet van elke conclusie van een VN-top een absolute plicht maken voor mensen met verantwoordelijkheidsbesef. We weten al lang met grote zekerheid dat VN-agentschappen vaak ideologische paden bewandelen die in strijd zijn met het ware welzijn van de mens. In het bijzonder de Kerk kan zich niet aanpassen aan de Verenigde Naties en haar taal niet delen. Zo zou zij de VN-agenda voor duurzame ontwikkeling voor 2030 niet kritiekloos moeten overnemen. Op de topontmoetingen van Caïro of Beijing in de jaren negentig had de Kerk kritiek op deze standpunten. Dat moet zo blijven.
Ten zevende mogen regeringen nooit bevelen aanvaarden van supranationale entiteiten over deze kwesties, omdat achter de ‘richtlijnen’ van supranationale politieke organen, zoals de Europese Unie, verborgen visies op de relatie tussen mens en natuur schuilgaan die verkeerd kunnen zijn.
Ten achtste mogen katholieken, laat staan de Kerk, zich niet laten verblinden door straatdemonstraties die vaak in de schaduw in stand worden gehouden en gefinancierd; ook niet als het gaat om jongerenmanifestaties. Met slogans en met studenten die gerekruteerd zijn om de straat op te gaan kun je beroemd worden, maar niet rechtvaardig.
Op de negende plaats, als we het hebben over de ecologie van het milieu, moeten de Kerk en de katholieken altijd eisen dat er ook over de menselijke ecologie gesproken wordt. Deze twee moeten niet alleen niet gescheiden worden, maar de menselijke ecologie moet altijd voorrang hebben op de ecologische milieuaspecten. Als we het niet ook over de strijd tegen abortus hebben, is het niet alleen reductionistisch, maar ook misleidend om over de strijd voor biodiversiteit te praten.
Op de tiende plaats zouden katholieken nooit over de natuur moeten spreken zonder toe te voegen dat deze “geschapen” is. En ze zouden nooit over de schepping moeten spreken zonder over de Schepper te spreken: het beslissende perspectief zou ontbreken en het zou hetzelfde zijn als zeggen dat de dingen goed kunnen gaan zonder God. Dit staat overigens in contrast met wat vandaag de dag wel in de Kerk wordt gezegd: dat er sprake is van een zonde van “ecocide” Maar wat voor zin heeft het over een zonde te praten als God buiten beschouwing wordt gelaten? Want wanneer er over milieuproblemen wordt gesproken, wordt er nooit gerefereerd aan de Heiland.
Publicatiedatum: 6 december 2019
Laatst bewerkt: 30 april 2020