(CNA) - Een priester moet duidelijk tegen een persoon die kiest voor hulp bij zelfdoding of vrijwillige euthanasie en hem zeggen dat hij een ernstige zonde begaat. Aldus de Nederlandse kardinaal Eijk tegenover het persbureau CNA deze week.
Om dezelfde reden kan een priester niet aanwezig zijn bij vrijwillige euthanasie of hulp bij zelfdoding. Dit zou de indruk kunnen wekken dat de priester geen problemen heeft met de beslissing of zelfs dat "deze moreel ongeoorloofde handelingen in sommige omstandigheden niet zo zouden zijn volgens de leer van de Kerk", vertelde kardinaal Willem Eijk, aartsbisschop van Utrecht en een expert op het gebied van euthanasie, aan de CNA.
Voor zijn priesterroeping wijdde Eijk, als afgestudeerde arts, halverwege de jaren tachtig zijn proefschrift aan de euthanasiewetten. Hij leidt een kudde die zich bevindt in een van de landen met de meest liberale euthanasiewetten ter wereld.
Kardinaal Eijk legde aan de CNA uit dat "een priester duidelijk moet zeggen tegen hen die kiezen voor geassisteerde zelfmoord of [vrijwillige] euthanasie dat beide daden de intrinsieke waarde van het menselijk leven schenden en dat dit een ernstige zonde is".
De kardinaal ontkende de mogelijkheid van geestelijke begeleiding niet. Toch benadrukte Eijk dat "de priester niet aanwezig mag zijn bij het uitvoeren van euthanasie of begeleide zelfmoord. Op deze manier zou de aanwezigheid van de priester kunnen suggereren dat de priester de beslissing steunt of zelfs dat euthanasie of hulp bij zelfdoding in sommige omstandigheden niet moreel ongeoorloofd is".
Kardinaal Eijk maakte een onderscheid tussen vrijwillige euthanasie en hulp bij zelfdoding. Hij zei dat "met de geassisteerde zelfmoord, het de patiënt is die de drugs neemt die de dokter hem met opzet heeft voorgeschreven om zelfmoord te plegen. Dan is er nog vrijwillige euthanasie, wanneer de arts zelf de medicijnen toedient om het leven van de patiënt te beëindigen na het verzoek van de patiënt. De verantwoordelijkheden van de patiënt en de arts zijn echter in beide gevallen hetzelfde.”
Kardinaal Eijk zegt specifiek dat "de verantwoordelijkheid van de patiënt even groot is, zowel bij geassisteerde zelfmoord als bij [vrijwillige] euthanasie, omdat hij het initiatief heeft genomen om zijn leven te beëindigen, en dit is hetzelfde als hij zelf een einde aan zijn leven maakt of wanneer een dokter het doet".
Artsen zijn ook in beide gevallen even verantwoordelijk, zei de kardinaal.
Bij het uitvoeren van euthanasie schendt de arts "direct de waarde van het leven van de patiënt en dat is een intrinsieke waarde. Bij het helpen bij geassisteerde zelfmoord werkt de arts mee met de wil van de patiënt en dit betekent dat hij de intentie van de patiënt deelt. Om deze reden is zelfs de loutere medewerking een intrinsiek slechte daad, net zo ernstig als wanneer de arts persoonlijk een einde maakt aan het leven van de patiënt".
Kardinaal Eijk gaf toe dat "geassisteerde zelfmoord misschien psychologisch minder zwaar is voor de dokter. Er is echter geen significant moreel verschil tussen de twee dingen".
Kardinaal Eijk ging ook in op de kwestie van een eventuele begrafenis voor mensen die kozen voor geassisteerde zelfmoord of euthanasie.
"Als een patiënt de priester vraagt hem de sacramenten (Biecht of Ziekenzalving) toe te dienen en een begrafenis plant vóórdat de dokter, op het verzoek van de patiënt, zijn leven beëindigt of de patiënt zelfmoord pleegt, kan de priester daaraan niet meewerken", zegt Eijk.
Hij voegde eraan toe dat er drie redenen zijn voor dit verbod.
De eerste is dat "een persoon alleen de Sacramenten kan ontvangen als hij in de goede gesteltenis is, en dat is niet het geval als een persoon zich wil verzetten tegen de orde van de schepping, waardoor de intrinsieke waarde van zijn leven wordt geschonden".
De tweede reden is dat de persoon "die de Sacramenten ontvangt, zijn leven in de barmhartige handen van God legt". Wie echter persoonlijk een einde aan zijn leven wil maken, wil zijn leven in eigen handen nemen".
De derde reden is dat "als de priester de Sacramenten toedient of een begrafenis plant in deze gevallen, de priester zich schuldig maakt aan een schandaal, omdat zijn daden zouden kunnen suggereren dat zelfmoord of euthanasie onder bepaalde omstandigheden is toegestaan".
Eijk legde ook uit dat een priester de begrafenis van een persoon die is overleden door geassisteerde zelfmoord of vrijwillige euthanasie slechts in bepaalde omstandigheden kan vieren, hoewel zelfmoord altijd ongeoorloofd is.
"Sinds de oudheid hebben de priesters geaccepteerd om begrafenissen te vieren van mensen die zelfmoord hebben gepleegd of om euthanasie hebben gevraagd in geval van een depressie van een andere psychiatrische ziekte. In deze gevallen, vanwege hun ziekte, wordt de vrijheid van de mensen verminderd, en dus kan het beëindigen van het leven niet worden beschouwd als een doodzonde", zegt kardinaal Eijk.
Hij voegt eraan toe dat de priester "voorzichtig moet zijn bij het beoordelen of hij voor een geval van verminderde vrijheid staat. Als dat zo is, kan hij de begrafenis vieren."
Om de pro-euthanasie houding te bestrijden, moet de Kerk "verkondigen dat God de mens naar zijn beeld heeft gemaakt in zijn totaliteit, ziel en lichaam". De grondwet van het Tweede Vaticaans Concilie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965) beschreef de mens als 'een eenheid van ziel en lichaam'. “Dit betekent dat het lichaam een essentiële dimensie van de mens is en deel uitmaakt van de intrinsieke waarde van de mens. Het is dus niet toegestaan om menselijk leven op te offeren om een einde te maken aan de pijn".
De kardinaal voegde er ook aan toe dat palliatieve zorg een positief antwoord is, en de Kerk raadt vaak aan om palliatieve zorg te vragen.
Bron: CNA
Publicatiedatum: 16 december 2019
Laatst bewerkt: 21 december 2019