Opnieuw een Open Brief aan Bisschoppen over stellingnames van paus Franciscus
Na de zogenaamde "Carlo Kardinaal Caffarra
5 Dubia over Amoris Laetitia
(12 september 2016)" die een viertal Kardinalen al in 2016 aan de paus hadden voorgelegd (en waar de paus tot op heden geweigerd heeft zicht uit te spreken) alsmede een manifest van 45 theologen, gevolgd door een 'broederlijke correctie', komt opnieuw een groep theologen en priesters met een Open Brief naar buiten om de bisschoppen en priesters in de wereld duidelijk te maken dat enkele van de uitspraken en handelingen van paus Franciscus naar hun opvatting ketters zijn of niet in lijn met de Katholieke geloofsleer.
Wij nemen hier het gedeelte over, waarin de verwijzingen naar kerkelijke documenten is opgenomen van de 7 hoofdpunten uit de Brief (en die in de brief verder nader toegelicht worden) vanwege de mogelijkheid om op deze site de betreffende verwijzingen naar de teksten voor een belangrijk deel zelf in te zien zijn en daarmee zich een beeld te kunnen vormen van uitspraken van paus Franciscus en hoe daar in de Bijbel en in de Traditie grondslagen voor te vinden zijn.
"{...} Wij beschuldigen paus Franciscus ervan dat hij in woorden en handelingen, publiek en hardnekkig, zijn geloof heeft getoond in de volgende stellingen die ingaan tegen de van Godswege geopenbaarde waarheid (voor iedere stelling geven wij een selectie van leerstellingen uit de Schrift en van het Leergezag die deze veroordelen als tegengesteld aan de goddelijke openbaring; deze verwijzingen zijn doorslaggevend maar zijn niet als exhaustief bedoeld.)
Een gerechtvaardigd persoon heeft niet de kracht om met Gods genade te voldoen aan de objectieve eisen van de goddelijke wet, alsof sommige van Gods geboden voor de gerechtvaardigde mens onmogelijk zijn; of zo opgevat dat wanneer Gods genade in een individu rechtvaardiging bewerkt, deze genade niet zonder uitzondering en uiteraard bekering van alle ernstige zonden bewerkt, ofwel dat zij niet voldoende is voor de bekering van alle ernstige zonden.
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio VI - Decretum de iustificatione
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
(13 januari 1547): “Als iemand zegt dat de geboden van God onmogelijk te onderhouden zijn zelfs voor iemand die gerechtvaardigd is en zich in staat van genade bevindt, hij zij anathema” (DH 1568).
- Zie eveneens:
- (Gen. 4, 7)(Deut. 30, 11-19)(Eccl. 15, 11-22)(Mc. 8, 38)(Lc. 9, 26)(Hebr. 10, 26-29)(1 Joh. 5, 17)
- Zoimus, 15de (of 16de) Synode van Carthago, 15e (en 16e) Synode van Carthago
Erfzonde en genade (1 mei 418) over de genade, (DH 225);
- Felix III, 2e Synode van Orange
Canones (3 juli 529), (DH 397);
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio V - Decretum super peccato originali
5e Zitting - Decreet over de erfzonde
(17 juni 1546) (DH 1515);
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio VI - Decretum de iustificatione
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
(13 januari 1547) (DH 1568-1570, 1572, 1577 en 1579);
- Pius V, Bulle H. Paus Pius V - Bul
Ex omnibus afflictionibus
Veroordeling van de dwalingen van Michael Bajus (1 oktober 1567), over de dwalingen van Michael du Bay, (DH 1954);
- Innocentius X, Constitutie Paus Innocentius X - Bul
Cum occasione (31 mei 1653), over de dwalingen van Cornelius Jansen, (DH 2001);
- Clemens XI, Constitutie Paus Clemens XI - Constitutie
Unigenitus Dei Filius
Tegen de jansenistische dwalingen van Pascasio Quesnel (8 september 1713),, over de dwalingen van Pasquier Quesnel, 71, (DH 2471);
- Johannes Paulus II, Apostolische Exhortatie H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Reconciliatio et paenitentia
Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd
(2 december 1984): AAS 77 (1985): 222;
- Johannes Paulus II H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993): AAS 85 (1993): 1185-1189, (DH 4964-67).
Een christengelovige kan volledige kennis hebben van de goddelijke wet en vrijwillig ervoor kiezen deze in een ernstige zaak te overtreden maar toch niet in staat van doodzonde zijn als gevolg van deze handeling.
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio VI - Decretum de iustificatione
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
(13 januari 1547): “Als iemand zegt dat een gerechtvaardigde mens, hoe volmaakt hij ook is, niet gehouden is de geboden van God en van de Kerk na te leven, maar alleen gehouden is te geloven als ware het evangelie alleen een absolute belofte van eeuwig leven zonder de voorwaarde dat de geboden moeten worden onderhouden, hij zij anathema.” (DH 1570).
- Zie eveneens:
- (Mc. 8, 38)(Lc. 9, 26)(Hebr. 10, 26-29)(1 Joh. 5, 17)
- Concilie of Trente, Concilie van Trente
Sessio VI - Decretum de iustificatione
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
(13 januari 1547) (DH 1569 en 1577);
- Clemens XI, Constitutio Paus Clemens XI - Constitutie
Unigenitus Dei Filius
Tegen de jansenistische dwalingen van Pascasio Quesnel (8 september 1713), over de dwalingen van Pasquier Quesnel, 71, (DH 2471);
- Johannes Paulus II, Apostolische Exhortatie H. Paus Johannes Paulus II - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Reconciliatio et paenitentia
Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd
(2 december 1984): AAS 77 (1985): 222;
- Johannes Paulus II H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993): AAS 85 (1993): 1185-89, (DH 4964-67).
Iemand is in staat, terwijl hij gehoorzaamt aan een goddelijk verbond, tegen God te zondigen door de daad van gehoorzaamheid zelf.
- (Ps. 18, 8): “De wet van de Heer is volkomen, zij sterkt de onzekere geest.”
- Zie eveneens:
Het geweten kan echt en correct oordelen dat seksuele handelingen tussen personen die een burgerlijk huwelijk met elkaar hebben gesloten, hoewel een van beiden sacramenteel gehuwd was met een andere persoon, soms moreel juist zijn, of door God gevraagd of geboden zijn.
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio VI - Decretum de iustificatione
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
(13 januari 1547): “Als iemand zegt, dat Jezus Christus aan de mensen is gegeven als een Verlosser op wie zij hun vertrouwen moeten stellen, en niet ook als een wetgever die zij moeten gehoorzamen, hij zij anathema”, (DH 1571).
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii
24e Zitting - Leer over het Sacrament van het Huwelijk
(11 november 1563): “Als iemand zegt dat het voor christenen wettig is meerdere vrouwen tegelijkertijd te hebben en dat dit niet bij goddelijke wet verboden is, hij zij anathema”, (DH 1802).
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii
24e Zitting - Leer over het Sacrament van het Huwelijk
(11 november 1563): “Als iemand zegt dat de huwelijksband kan worden ontbonden vanwege ketterij of moeilijkheden in het samenleven of vanwege de opzettelijke afwezigheid van een van de echtgenoten, hij zij anathema”, (DH 1805).
- Concilie van Trente, Concilie van Trente
Sessio XXIV - Doctrina de sacramento matrimonii
24e Zitting - Leer over het Sacrament van het Huwelijk
(11 november 1563): “Als iemand zegt dat de Kerk dwaalt omdat zij heeft geleerd en nog leert dat overeenkomstig de evangelische en apostolische leer de huwelijksband niet vanwege overspel van de kant van een van de echtgenoten ontbonden kan worden en dat geen van twee, zelfs niet de onschuldige partij die geen reden tot ontrouw gegeven heeft, een ander huwelijk kan aangaan tijdens het leven van de ander, en dat de man die zijn overspelige vrouw wegstuurt en opnieuw trouwt en de vrouw die een overspelige man wegstuurt en opnieuw trouwt, dat dan beiden schuldig zijn aan overspel, hij zij anathema”, (DH 1807).
- Zie eveneens:
- (Ps. 5, 5)(Ps. 18, 8-9)(Hebr. 10, 26-29)(Jak. 1,13)(1 Joh. 3, 7);
- Innocentius XI, Heilig Officie
Errores varii de rebus moralibus
Diverse dwalingen aangaande de moraal (2 maart 1679), (DH 2162-63);
- Clemens XI, Constitutie Paus Clemens XI - Constitutie
Unigenitus Dei Filius
Tegen de jansenistische dwalingen van Pascasio Quesnel (8 september 1713), Oer de dwalingen Pasquier Quesnel, (DH 2471);
- Leo XIII, encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Libertas praestantissimum
Over de menselijke vrijheid
(20 juni 1888), ASS 20 (1887-88): 598, (DH 3248);
- Pius XII, Heilig Officie
Contra doctrinam
Instructie over de Situatiemoraal
(2 februari 1956), (DH 3918);
- 2de Vaticaans Concilie, Pastorale Constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Gaudium et Spes
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(7 december 1965);
- Johannes Paulus II, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993): AAS 85 (1993): 1177;
- Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997)
Het is niet waar dat alleen seksuele handelingen goed in hun soort en moreel geoorloofd zijn, de handelingen tussen man en vrouw in het huwelijk zijn.
- (1 Kor. 6, 9-10): “Weet gij niet dat zij die onrecht plegen het koninkrijk Gods niet zullen erven? Maakt uzelf niets wijs! Hoerenlopers, afgodendienaars, echtbrekers, schandknapen, knapenschenders, dieven, uitbuiters, dronkaards, lasteraars, oplichters, zij zullen het koninkrijk Gods niet erven.”
- (Jud. 7): ” Denk ook aan Sodom en Gomorra en de naburige steden: evenals die engelen bedreven zij ontucht en gaven zich over aan onnatuurlijke lusten; nu liggen zij daar voor aller oog als een afschrikwekkend voorbeeld, gestraft met een eeuwig vuur”.
- Zie eveneens:
- (Rom. 1, 26-32)(Ef. 5, 3-5)(Gal. 5, 19-21);
- Pius IX, Paus Pius XI - Encycliek
Casti Connubii
Over het Christelijk huwelijk, met inachtneming der in gezin en maatschappij heersende toestanden, noden, dwalingen en misbruiken
(31 december 1930) (DH 3705, 3719);
- Paulus VI, H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) (DH 4475-4476];
- Johannes Paulus II, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Evangelium Vitae
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
(25 maart 1995).
Morele principes en morele waarheden, die vervat liggen in de goddelijke openbaring, bevatten geen negatieve verboden die bepaald soort handelingen absoluut verbieden zodat deze altijd ernstig ongeoorloofd zijn vanwege hun object.
- Johannes Paulus II, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993): “Ieder van ons weet hoe belangrijk de leer is, die het centrale thema van deze encycliek vormt en die nu opnieuw bevestigd wordt met het gezag van de opvolger van Petrus. Ieder van ons kan de ernst zien van wat op het spel staat, niet alleen voor individuen maar ook voor het geheel van de samenleving, met het opnieuw bevestigen van de universaliteit en de onveranderlijkheid van de morele geboden, met name van die geboden die altijd en zonder uitzondering in zich slechte handelingen verbieden”, (DH 4971).
- Zie eveneens:
- (Rom. 3, 8)(1 Kor. 6, 9-10)(Gal. 5, 19-21)(Apok. 22, 15);
- 4de Lateraans Concilie, 4e Concilie van Lateranen
Caput 22. Quod infirmi prius provideant animae quam corpori
Hfd 22. De zieken moeten meer voor de ziel als voor het lichaam zorgen
(11 november 1215), (DH 815);
- Concilie van Konstanz, Bull Paus Martinus V - Decreet
Inter Cunctas
Decreet, bevestigt Errores Johannis Wyclif van het Concilie van Konstanz
(22 februari 1418), (DH 1254);
- Paulus VI, H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968): AAS 60 (1968) 490-91 (DH 4476);
- Johannes Paulus II, H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993): AAS 85 (1993): 1199, (DH 4970).
God staat niet alleen toe maar wil positief de veelheid en de diversiteit van de godsdiensten, christelijke zowel als niet christelijke.
- (Joh. 14, 6); “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.”
- (Hand. 4, 11-12); “Dit is de steen die door de bouwers verworpen was en die tot hoeksteen geworden is. In niemand ander is er heil. Want er is geen andere naam onder de hemel aan de mensen gegeven waarin wij gered moeten worden.”
- Zie eveneens:
- (Ex. 22, 20)(Ex. 23, 24)(2 Kron. 34, 25)(Ps. 95, 5)(Jer. 10, 11)(1 Kor. 8, 5-6);
- Gregorius XVI, Paus Gregorius XVI - Encycliek
Mirari vos arbitramur
Over liberalisme en godsdienstig relativisme
(15 augustus 1832);
- Pius XI, Z. Paus Pius IX - Encycliek
Qui pluribus
Over geloof en religie (9 november 1846);
- Pius XI Z. Paus Pius IX - Toespraak
Singulari Quadam Perfusi
O.a. tegen de vrijmetselarij - Op het geheim consistorie
(9 december 1854);
- Eerste Vaticaans Concilie, Geloofsbelijdenis;
- Leo XIII, Paus Leo XIII - Encycliek
Immortale Dei
Het onvergankelijk werk van den barmhartigen God - Over de christelijke staatsinrichting
(1 november 1885);
- Leo XIII, Paus Leo XIII - Encycliek
Satis Cognitum
Over de eenheid van de Kerk
(29 juni 1886);
- Pius XI, Paus Pius XI - Encycliek
Mortalium animos
Over de bevordering van de werkelijke eenheid van religies
(6 januari 1928).
Toelichting
Deze ketterijen zijn onderling met elkaar verbonden. De basis van de katholieke moraal bestaat in de stelling dat de seksuele activiteit bestaat ten behoeve van de voortplanting binnen het huwelijk en dat zij moreel verkeerd is als zij bewust bedreven wordt buiten dit kader. De stelling die hierboven (IV) staat dat personen die burgerlijk van hun echtgeno(o)t(e) gescheiden zijn, zich geoorloofd kunnen bezig houden met seksuele activiteit met iemand die niet hun echtgeno(o)t(e) is, verwerpt deze basis. Bijgevolg is het bevestigen van (IV) ook het legitimeren van allerlei soort seksuele activiteit buiten het huwelijk, niet alleen seksueel verkeer tussen burgerlijk gehuwden. Paus Franciscus heeft homoseksueel actieve clerici, en clerici die homoseksuele activiteit verdedigen, beschermd en bevorderd. Dit geeft aan dat hij gelooft dat homoseksuele activiteit niet zwaar zondig is. Deze geloofsopvattingen vallen onder de ruimere stelling van (V) die erop neer komt dat niet alle seksuele handelingen tussen personen die niet gehuwd zijn, moreel slecht zijn. De stelling dat een christengelovige volledige kennis kan hebben van een goddelijke wet en vrijwillig ervoor kiest deze wet in een ernstige zaak te overtreden en dan niet als resultaat daarvan in staat van doodzonde verkeert, hangt samen met de instemming van paus Franciscus met de bewering van Luther dat rechtvaardiging niet het naleven van de goddelijke wet vereist. Bij elkaar genomen lopen deze standpunten uit op een complete afwijzing van de katholieke leer over huwelijk en seksualiteit, de katholieke leer over de natuur en de morele wet, en de katholieke leer over de genade en de rechtvaardiging."
Bewijs voor het feit dat paus Franciscus schuldig is aan het misdrijf van ketterij
Dit bewijs is tweevoudig: de publieke verklaringen van paus Franciscus en zijn publieke handelingen (de verklaringen, die hieronder uit Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Amoris Laetitia
Over vreugde van de liefde
(19 maart 2016) worden geciteerd moeten niet als geïsoleerde uitingen worden gelezen maar in hun ware betekenis in de context van heel hoofdstuk VII van dat document). Deze twee vormen van bewijs zijn onderling verbonden. Zijn publieke handelingen dienen om vast te stellen dat de publieke verklaringen zoals hieronder weergegeven, door hem bedoeld waren om begrepen te worden in een ketterse zin.1
(A) De publieke verklaringen van paus Franciscus die ingaan tegen de waarheden van het geloof
1. Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Amoris Laetitia
Over vreugde van de liefde
(19 maart 2016): ‘De heilige Johannes Paulus II stelde de zogenaamde “wet van geleidelijkheid” voor, in de wetenschap dat de mens “het zedelijke goede in verschillende groeifases kent, bemint en volbrengt”. Dit is geen ‘geleidelijkheid van de wet’ maar een geleidelijkheid in de prudente uitoefening van vrije daden van personen die zich niet in een situatie bevinden waarin zijn de objectieve eisen van de Wet niet kunnen begrijpen, appreciëren, of ten volle kunnen uitoefenen.’ (I, II, IV)
2. Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Amoris Laetitia
Over vreugde van de liefde
(19 maart 2016): ‘De gescheidenen die een nieuw huwelijk hebben gesloten, bijvoorbeeld, kunnen zichzelf in allerlei situaties bevinden, situaties die niet in hokjes moeten worden geduwd, of ingepast in zeer rigide classificaties, waarbij dan geen ruimte wordt gelaten voor de juiste persoonlijke en pastorale onderscheiding. Een tweede huwelijk wordt na verloop van tijd bestendigd, door nieuwe kinderen, bewezen trouw, edelmoedige zelfgave, christelijke toewijding, het bewustzijn van het niet beantwoorden aan de norm en van de grote moeilijkheid van het niet kunnen terugkeren zonder in geweten het gevoel te hebben nieuwe zonden te begaan. De Kerk erkent situaties “waarin een man en een vrouw om serieuze redenen – zoals bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen – niet kunnen voldoen aan de verplichting uit elkaar te gaan. { voetnoot 329: In dergelijke situaties zeggen veel mensen, al kennen en accepteren ze de mogelijkheid die de Kerk biedt om “als broer en zus” te leven, dat, als bepaalde uitingen van intimiteit ontbreken, “het vaak gebeurt dat de trouw in gevaar komt en het welzijn van de kinderen eronder lijdt”.} Er zijn ook de situaties waarbij personen alles hebben gedaan om hun eerste huwelijk te redden en die onterecht werden verlaten, of van “degenen die een nieuwe verbintenis zijn aangegaan met het oog op de opvoeding van de kinderen en die soms in geweten ervan overtuigd zijn dat hun onherstelbaar verbroken huwelijk nooit geldig is geweest.”
Iets anders is daarentegen een nieuwe verbintenis die kort na een recente scheiding komt, met alle gevolgen van leed en verwarring die de kinderen en hele gezinnen treffen, of de situatie van iemand die voortdurend is tekortgeschoten in zijn verplichtingen jegens het gezin. Het moet duidelijk zijn dat dit niet het ideaal is dat het Evangelie voor huwelijk en gezin voorhoudt. De synodevaders hebben gezegd dat de onderscheiding van de herders altijd “met voldoende onderscheiding” |moet geschieden, in een benadering die “zorgvuldig de situaties onderscheidt”. Wij weten dat er geen “eenvoudige recepten” bestaan.’(III, IV)
3. Paus Franciscus - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Amoris Laetitia
Over vreugde van de liefde
(19 maart 2016): Ik ben het eens met wat vele Synodevaders opgemerkt hebben dat “de gedoopten die zijn gescheiden en opnieuw burgerlijk getrouwd zijn, meer volledig en op diverse manieren die mogelijk zijn in de christelijke gemeenschappen (moeten) worden geïntegreerd, waarbij iedere gelegenheid tot aanstoot wordt vermeden. De logica van de integratie is de sleutel tot hun pastorale zorg, een zorg die hen niet alleen laat beseffen dat zij behoren tot het Lichaam van Christus, dat de Kerk is, maar dat zij ook weten d
Publicatiedatum: 22 april 2019
Laatst bewerkt: 29 maart 2021