De Traditie is “een levende werkelijkheid” en niet “iets statisch”, dit Paus Franciscus - Toespraak
Doodstraf en ontwikkeling van de geloofsleer
Tot de deelnemers aan de ontmoeting georganiseerd door de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie
(11 oktober 2017) ten overstaan van de deelnemers aan een bijeenkomst op initiatief van de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie, op 11 oktober 2017. De Paus illustreert “de evolutie in het geweten van het Christenvolk” met het thema van de doodstraf, en pleit in de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) voor een duidelijke veroordeling van deze “onmenselijke” remedie die “tegengesteld is aan het Evangelie”.
Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de ondertekening van de Apostolische Constitutie H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Constitutie
Fidei Depositum
Publicatie Katechismus van de Katholieke Kerk
(11 oktober 1992) - door Johannes Paulus II - die de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) vergezelde – benadrukt de Paus dat “de harmonieuze ontwikkeling van de leer … vraagt dat men ingenomen stellingen loslaat omwille van kwesties die voortaan geheel in tegenstelling lijken te zijn met het nieuwe verstaan van de christelijke waarheid”.
Hij haalt in dit verband de doodstraf aan, “een thema dat in de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) een meer geschikte plaats zou moeten vinden, in samenhang met de aangekondigde doelstellingen”. “Deze kwestie, zo meent de Paus, zou zich niet mogen beperken tot een vage herinnering aan de vroegere leer zonder niet alleen de leerstellige vooruitgang te belichten die de laatste Pausen bewerkten, evenals de evolutie in het geweten van het christenvolk, dat een gunstige houding afwijst tegenover een straf die verschrikkelijk schade toebrengt aan de waardigheid van de mens”.
Momenteel bepaalt de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997): “Onder de voorwaarde dat de identiteit en de verantwoordelijkheid van de schuldige met absolute zekerheid vaststaan, sluit de overgeleverde leer van de kerk niet uit dat men zijn toevlucht neemt tot de doodstraf, wanneer dit de enig mogelijke manier is om mensenlevens effectief tegen een onrechtvaardige aanvaller te verdedigen. Wanneer echter onbloedige middelen volstaan om de veiligheid van personen tegen de aanvaller te verdedigen en te beschermen, moeten de gezagsdragers deze middelen toepassen, omdat deze beter aangepast zijn aan de concrete voorwaarden van het algemeen welzijn en ook meer in overeenstemming zijn met de waardigheid van de menselijke persoon. Vanwege de mogelijkheden die de staat tegenwoordig ter beschikking staan om misdaden effectief te beteugelen door degene die een misdaad begaat onschadelijk te maken, zonder hem definitief de mogelijkheid te ontnemen zijn leven te beteren, komen gevallen waarin het noodzakelijk is de schuldige te executeren ‘maar zelden’ voor of bestaan ze ‘zelfs praktisch niet meer’. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 56"
“In de loop van de voorbije eeuwen, aldus Paus Franciscus, toen men geconfronteerd werd met beperkte middelen ter verdediging en toen de sociale volwassenheid nog geen positieve evolutie kende, leek de toevlucht tot doodstraf een logische consequentie van de toepassing van het recht waaraan men zich diende te conformeren. Helaas, ook in de Pauselijke Staat heeft men zijn toevlucht tot deze extreme en onmenselijke remedie genomen, en het primaat van de barmhartigheid op de rechtvaardigheid verwaarloosd.” Volgens de Paus, “waren deze middelen gedicteerd door een meer legalistische dan christelijke mentaliteit”: “De bezorgdheid om macht en materiële rijkdom integraal te bewaren heeft ertoe geleid om de waarde van de wet te overschatten en heeft zo een dieper begrip van het Evangelie verhinderd”.
“Indien wij vandaag echter neutraal zouden blijven ten overstaan van de nieuwe vereisten om de waardigheid van de mens opnieuw te bevestigen, zou dit ons schuldig maken”, zegt hij. “Het moet met klem gezegd worden dat de veroordeling tot doodstraf een onmenselijke maatregel is die de menselijke waardigheid vernedert, hoe ze ook uitgevoerd wordt. Zij is in zich in tegenstelling met het Evangelie omdat men vrijwillig beslist een mensenleven uit te schakelen, dat in de ogen van de Schepper toch steeds heilig is en waarover God alleen, in laatste instantie, de ware rechter en waarborg is … Aan niemand kan dus niet alleen het leven ontnomen worden, maar ook niet de mogelijkheid van een morele en existentiële boete doening ten gunste van de gemeenschap.”
“Dit is in tegenspraak met de leer uit het verleden, want de verdediging van de waardigheid van het mensenleven vanaf het eerste ogenblik van zijn conceptie tot zijn natuurlijke dood heeft in de leer van de Kerk altijd een coherente en geloofwaardige stem gevonden, bemerkt de Paus. (…) Het is dus nodig dat opnieuw gezegd wordt dat doodstraf, onafhankelijk van de ernst van het begane misdrijf, onaanvaardbaar is omdat zij een aanslag is op de onschendbaarheid en waardigheid van de mens.”
Vert. Maranatha-gemeenschap
Bron: zenit.org
De tekst van de toespraak: Paus Franciscus - Toespraak
Doodstraf en ontwikkeling van de geloofsleer
Tot de deelnemers aan de ontmoeting georganiseerd door de Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Nieuwe Evangelisatie
(11 oktober 2017)
Zie voor hoe de Katholieke leer in de Traditie, geloofsleer en andere uitingen van het leergezag over de doodstraf is, waarbij de positie van Paus Franciscus deze geloofsleer niet in deze toespraak ter zijde kan schuiven, het dossier: Straf en schuld
Publicatiedatum: 11 oktober 2017
Laatst bewerkt: 6 november 2017