De encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
(9 mei 1897), uitgevaardigd door Paus Leo XIII op 9 Mei 1897, ontwikkelt de invloed van de Heilige Geest bij het heilswerk van Christus.
De zending van de Heilige Geest tot de Kerk was reeds ter sprake gekomen in de brief Paus Leo XIII - Apostolische Breve
Provida Matris
Over de devotie tot de Heilige Geest (5 mei 1895) van 5 Mei 1895, waardoor de katholieken worden opgeroepen tot gebed, speciaal in de Pinkstertijd, voor de eenheid van het Christenvolk.
In al· zijn diepte en breedte echter wordt het mysterie van de Heilige Geest uitgewerkt in Paus Leo XIII - Encycliek
Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
(9 mei 1897). Deze grootse en majestueuze encycliek moet ongetwijfeld gerekend worden tot de indrukwekkende reeks van onvergankelijke documenten van Leo XIII. De reden hiervan is tweevoudig. Zij is een monumentale samenvatting van de openbaring over de Heilige Geest in de Schrift en de traditie. Omdat hier vóór alles sprake is van Zijn werkingen, omschrijft ook de encycliek alzijdig de levenswaarde van het leerstuk over de Paracleet. Dit aspect wordt zo sterk benadrukt en is zo karakteristiek, dat de uiteenzetting van de heiligende tegenwoordigheid van de Heilige Geest en gevolgelijk van de beleving van deze tegenwoordigheid in het christelijk leven het eigenlijke onderwerp van de encycliek uitmaakt. Maar naast deze openbaringsgegevens en in samenhang daarmee bevat zij een rijke theologie over de Heilige Geest, waarvan deze de belangrijkste punten zijn:
Wat deze strikt theologische gegevens betreft, is te bemerken, dat zij duidelijk zijn geïnspireerd door de theologie van de H. Thomas van Aquino. Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I, qq. 36-38.43 Vgl. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. I-II, q. 68 Omdat echter niet blijkt, dat paus Leo XIII bij deze dringende opwekking tot een intens beleven van de inwoning van de Heilige Geest met zijn hoogste leergezag uitdrukkelijk stelling wil nemen in de theologische stromingen, die reeds lang in de Kerk bestonden, en omdat ook na Paus Leo XIII - Encycliek
Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
(9 mei 1897) openlijk afwijkende opvattingen worden verdedigd, zou het overdreven zijn, de leer van de encycliek zonder meer officieel en voor heel de Kerk te kwalificeren als "theologisch zeker" (doctrina theologice certa).
M. Penido bemerkt, wat de voortkomst van de Heilige Geest betreft, terecht in zijn studie: Gloses sur la procession d'amour dans la Trinité: “Dans ces conditions, comment la note «theotoçice certa» pourrait-elle lui convenirt Le R. P. Filograssi en appelle à l'Encyclique de Léon XIII: «Divinum illud munus». Plutót qu'un document dogmatique, nous y verrions, quant à nous, une manière d'homélie destinée à promouvoir la dévotion au Saint-Esprit: «ad fovendum Spiritus Sancti cultum». L'Encyclique résume, sans äoute, l'enseignement commun des tnéotootens latins, mais il semble que ce soit simplement dans Ze bult d'éclairer la piété et non en vertu d'une initiative proprement doctrinale, ayant pour objet d'approuver offic4ellement la théologie augustino-thomi11te du Saint-Esprit", in Ephemerides Theologicae Lovaniense1!1 14 (1937) 35-36. Verg. I. Filograssi S.J., De processione Spiritus Sancti secundum operationem voluntatis in Encyclica Leonis XIII "Divinum illud munus", in Gregorianum 16 (1935) 448-451. Over de zeven gaven van de Heilige Geest, die volgens de H. Thomas reëel onderscheiden zijn van de deugden, schrijft M. Labourdette O.P.: “. .. ce n'est assurémeiit pas là une vérité de foi définie, ni sans doute proche de l'ëtre, O'est essentiellement encore par des arguments de théologie spéculaJtive qu'on est porté à l'admettre; ce n'est méme pas au point de vue de Z'autorité, de la "théologie commune'~ Il convient néanmoins de donner leur [uete valeur aux assertions de l'encyclique Divinum illud Munus de Leon XIII (9 mai 189'1 ). Il ne faut pas les majorer, et il est clair qu'il ne s'agit pas, non seulement d'une définition, ce qui est évident, mais méme d'un de ces enseignements dont Pie XII disait dans Humani generis que, voulant expressément trancher un débat, ils s'imposent à tous; nous en avons un signe manifeste dans Ze fait qu'on a pu depu.is lors et qu'on peut encore p·rofesser librement dans l'Eglise !'opinion qui identifie les dons aux vertus surnaturelles. On ne saurait .néanmoins méconnattre que cette assomption d'un enseignement théologique dans une encyclique, qui est un des aotes les plus importants du magistère ordinaire, puisque, adressé par le pape à tous les évéques, eet enseignement passera dans la prédication commune de l'Eglise, lui confère un poids singulier; ses partisans ont bien Ze droit de s'en prévaloir et à ses opposants incombe d'autant plus le devoir de «faire la preuve»", Dons du Saint-Esprit, in Dictionnaire de spiritualité, fase. XXII-XXIII, Parijs 1956. Verg. J. de Blic S.J., Pour l'histoire de la théologie des dons avant Saint Thomas, in Revue d'Ascétique et de Mystique 22 (1946) 178- 179. Inzake de toe-eigening van de inwoning Gods aan de Heilige Geest hoiuie men de conclusie van 0. Sträter S.J. voor ogen: “De ltheologie van de H. Thomas kent een door de schepping in ons gerealiseerde vereniging met en uitbeelding van de Allerh. Drie-eenheid en een band met en een uitbeelding van de Triniteit krachtens de bovennatuurlijke verheffing. In beide gevallen spreekt hij over "appropriatio"; de inhoud van deze term is echter in de twee gevallen verschillend. De appropriatie, die zich op de bovennatuurlijke verheffing fundeert, impliceert eigen relaties 'tot de drie goddelijke Personen; de appropriatie, die zich louter op de natuurlijke orde baseert, impliceert deze niet {tenzij potentieel, ä.ui.e. in zoverre in de natuur een fundament moet zijn, waar de genade op kan voortbouwen)", Het begrip "appropriatie'' bij S. Thomas, in Bijdragen 9 (1948) 183. Verg. 0hr. Oomen O.ss.R. Over het eigene van den Heiligen Geest in de inwoning, in Werkgenootschap van katholieke theologen in Nederland. Voordrachten en discussies 194'1-1948, Roermond (1948), 133-140.
Onmiskenbaar echter heeft ook hier het thomisme de voorkeur van het kerkelijk leergezag.
Aan de uiteenzettingen van de encycliek over de Heilige Geest is door paus Leo XIII in de latere jaren niets meer toegevoegd, behalve dan in de brief Paus Leo XIII - Brief
Abrogata
Aan Johannes Ludovicus, bisschop van Marseille - Over het vormen van kinderen zelfs vóór de Eerste Communie (22 juni 1897) van 22 Juni 1897 aan Joannes Ludovicus, bisschop van Marseille, dat de kinderen gevormd moesten worden zelfs vóór zij de Heilige Eucharistie hebben ontvangen, omdat "in de kinderzielen reeds de kiemen zijn van de begeerlijkheden, die langzaam opgroeien, als zij niet vroegtijdig worden uitgeroeid, en die de onervarenen in het leven verleiden en ten val brengen".
Wel blijft het de zorg van paus Leo, dat de herders van de Kerk zijn leer over de inwoning van de Heilige Geest zonder ophouden zouden verkondigen aan de gelovigen. Hij schrijft daarover in zijn brief Paus Leo XIII - Brief
De ingenii doctrinaeque fructibus
Aan B. Froget O.P. (20 februari 1901) van 20 Februari 1901 aan B. Froget O.P.: “Dit leerstuk van het katholieke geloof, dat voorzeker allerverhevenst is en overvloedig goddelijke vertroosting te weeg brengt, hebben wij in onze encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
(9 mei 1897) met aandrang voorgehouden aan de herderlijke bezorgdheid van hen, die krachtens hun taak arbeiden aan het eeuwig heil van de zielen. Het is immers zonder meer passend, de onwetendheid aangaande zulke grote geheimen geheel en al weg te nemen van het christenvolk; en op deze wijze moet er met alle kracht op gewerkt worden, dat allen er naar streven, de «Gave van de allerhoogste God» Hymunus: Veni creator Spiritus, waaruit zeer vele en zeer grote weldaden voortvloeien, met vroomheid te kennen, te beminnen en om hulp te vragen." En op zijn bevel wees de H. Congregatie van de Riten in het rondschrijven Congregatie voor de Riten
Ad fovendum in christiano populo (18 april 1902) van 18 April 1902 nog eens op Paus Leo XIII - Encycliek
Divinum Illud Munus
Over de Heilige Geest
(9 mei 1897), opdat door de ijver van de zielzorgers de kennis van de Paracleet zou toenemen en rijke vruchten van zaligheid zou voortbrengen.
Publicatiedatum: 9 mei 1897
Laatst bewerkt: 3 oktober 2016