Paus Franciscus heeft, zoals sommigen misschien al weten, een buitengewoon Jubileumjaar van de Barmhartigheid uitgeroepen dat begon vorige dinsdag op 8 december (Hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, tevens 50 jaar na het afsluiten van het Vaticanum II) en eindigt volgend jaar op 20 november (Hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal, laatste zondag van het kerkelijk jaar). Voor dit jubeljaar heeft het Vaticaan een logo uitgegeven met het motto “Barmhartig zoals de Vader”. Het logo en het motto samen zorgen voor een passende samenvatting van wat met dit Jubeljaar eigenlijk wordt bedoeld. Jullie hebben een gebedskaart ontvangen met dit logo erop. Welnu, dit tracht ik uit te leggen.
In het logo staat een Christusfiguur centraal met kruiswonden aan handen en voeten, die een man op zijn schouders heeft gelegd alsof die man een schaap is. Jezus houdt die man vast aan handen en voeten, zoals een schaap aan voor- en achterpoten is vastgebonden, opdat het niet meer zou kunnen weglopen en opdat het goed gedragen zou kunnen worden. Het doet denken aan Jezus’ parabel van het verloren schaap, waarin Jezus zegt: “'Wanneer iemand onder u honderd schapen heeft en er een van verliest, laat hij dan niet de negenennegentig in de wildernis achter om op zoek te gaan naar het verlorene, totdat hij het vindt? En als hij het vindt, legt hij het vol vreugde op zijn schouders” (Lc. 15, 4-5). Jezus’ barmhartigheid gaat zover dat Hij zijn leven op het kruis wil geven om ons, zondaars, te redden. Hij wil iedere zondaar – en dat zijn wij allen – opzoeken, op zijn schouders dragen en terug naar huis brengen, terug naar de Vader en terug naar de kudde, die zijn Kerk is.
Jezus’ voeten staan op twee zwarte balken, die enerzijds het kruis oproepen en anderzijds staan voor de donkere wegen die Jezus heeft moeten bewandelen om de verloren man te gaan zoeken. Dat Jezus als het ware op het kruis rechtstaat, drukt zijn opstanding uit de dood uit, waarin ook wij kunnen delen dank zij Jezus die ons uit onze zondigheid redt en doet opstaan. De boodschap is dat alles wat we aan Jezus toevertrouwen, ten goede kan worden gekeerd. Al onze zonden en ons lijden dat we aan Jezus afgeven, kan getransformeerd worden in de vreugde van de verrijzenis, die we nu al een beetje kunnen ervaren of waarop we alvast kunnen hopen.
De man die Jezus draagt, heeft een lange baard. Dit staat misschien symbool voor de oude mens, de oude Adam, die gezondigd heeft, zodat de dood in de wereld kwam. Christus heeft een kortere baard. Hij staat symbool voor de nieuwe Adam, die elke mens door Gods barmhartigheid kan doen herleven en nieuw en rechtvaardig kan maken. Vgl. Rom. 5, 14-19 Vgl. 1 Kor. 15, 22.45 Door zijn kruisdood verlost Jezus de mensheid die Hij op zijn schouders draagt, in de figuur van de oude man.
“Opvallend is dat het rechteroog van de 'Goede Herder' en het linkeroog van de gedragen persoon in elkaar overlopen”. Christus ziet met het linkeroog van de mens Adam en Adam (de mens, u en ik) ziet met het rechteroog van Christus. Deze symboliek heeft een rijke betekenis. Dit kan betekenen dat iedere persoon “in Christus, die de nieuwe Adam is, zijn of haar eigen menselijkheid en toekomst” kan ontdekken. Dat Christus zijn oog met dat van de man deelt, kan uitbeelden dat Christus het mens-zijn gedeeld heeft. En dat de man kijkt met het oog van Christus, kan erop wijzen dat wij, mensen, doorheen Christus kunnen delen in het goddelijk leven. Wij kunnen met de ogen van Christus, dus met de ogen van God, naar de ander kijken.
Deze ogen van God zijn altijd vervuld met een barmhartige blik. Zo moeten wij ook naar de ander kijken. Barmhartig kijken naar de ander is een goddelijk kenmerk. En hierop wijst het motto bij het logo: “Barmhartig zoals de Vader” dat een samenvatting is van Jezus’ aanbeveling: “Wees barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is” (Lc. 6, 36). Het is een uitnodiging om het barmhartige voorbeeld van de Vader te volgen, die ons vraagt om niet te beoordelen of te veroordelen, maar om te vergeven, en dit liefdevol en mateloos. Vgl. Lc. 6, 37-38
De scène zit gevangen binnen de zogenaamde mandoria (de vorm van een amandel), een beeld dat vrij belangrijk was in de vroege en middeleeuwse iconografie. De amandel, die twee kanten heeft, doet denken aan de twee naturen van Christus, namelijk de goddelijke en de menselijke. Het oog van de mens dat samensmelt met het oog van Christus kan, zoals gezegd, erop wijzen dat Jezus mens is geworden en dat de mens vergoddelijkt kan worden. Augustinus schreef: “God is mens geworden, opdat de mens God zou worden”. Dit is tevens de boodschap van Kerstmis waarop we ons nu in de Advent voorbereiden.
Op de achtergrond zien we drie concentrische ovalen, met kleuren die vanuit het donker geleidelijk blauwer en lichter worden naar buiten toe. Ze stellen de beweging van Christus voor die de mensheid uit de nacht van zonde en de dood draagt naar de wereld van de hemelse genade, gesymboliseerd door de lichtblauwe kleur. En dit alles vanuit de liefde van de Vader die alles vergeeft.
De kledij van de gekruisigde Christus is ook belangrijk. Hij draagt een wit kleed met een rode gordel. Dit wil zeggen dat Jezus zowel de gekruisigde is als de verrezen Heer. Het witte kleed staat namelijk voor zijn verrijzenis en voor zijn vrij-zijn-van-zonden. Een gordel droegen onder meer de werkenden en de dienaars. De rode kleur kan wijzen op de kleur van het vergoten bloed van Jezus. Jezus heeft door zijn kruisdood de mensheid willen verlossen als een nederige dienaar. Door Hem kunnen ook wij delen in de verrijzenis. Door zijn bloed kan ook het kleed van onze ziel wit worden gewassen. Vgl. Openb. 7, 14 Dit gebeurt eerst door het doopsel en later door de biecht die het sacrament van de barmhartigheid en de verzoening is. De kledij van een christen is het witte doopkleed. Moge in het Jubeljaar van de Barmhartigheid vele mensen gedoopt worden of zich in de biecht toevertrouwen aan Gods barmhartige liefde! Dan wordt het kleed van onze ziel, dat door de zonde is bevuild, weer wit gewassen door het bloed van Christus “dat vergoten is tot vergeving van de zonden” (Mt. 26, 28). Paus Franciscus hoopt dat in het Jubeljaar van de Barmhartigheid het sacrament van de Biecht meer wordt benut. Hij zei enkele weken geleden tot de Duitse bisschoppen: “Het buitengewoon Jubeljaar van de Barmhartigheid dat voor de deur staat, biedt de gelegenheid om het sacrament van boete en verzoening te herontdekken. De biecht is de plaats waar men vergeving en Gods barmhartigheid ten geschenke krijgt. Het is in de biecht dat de transformatie van elke gelovige en de hervorming van de Kerk beginnen. Ik ben ervan overtuigd dat men meer aandacht zal hebben voor dit sacrament, dat zo belangrijk is voor de geestelijke vernieuwing, in pastorale projecten van bisdommen en parochies tijdens het Heilig Jaar, en zelfs nadien”. Tot zover de woorden van de paus (24/11/2015).
Laten we dan vanuit Gods vergeving, die we zelf mogen ondervinden in het sacrament van de verzoening, op onze beurt ook barmhartig zijn voor de ander. Moge de heilige Moeder Gods ons daarbij helpen! Amen.
E.H.Guido De Waegeneere
Publicatiedatum: 13 december 2015
Laatst bewerkt: 30 december 2015