(KerkNet.be) - De Vlaamse- en Nederlandse bisschoppen en de Apostolische Stoel hebben hun goedkeuring gegeven aan een nieuwe vertaling van het ‘Onze Vader’. Beide bisschoppenconferenties zullen in een later stadium de invoeringsdatum bepalen voor het gebruik van deze nieuwe, voor Nederland en Vlaanderen gemeenschappelijke katholieke vertaling van het Gebed des Heren in de liturgie.
Nederland en Vlaanderen slaagden er niet in om bij de liturgievernieuwing na het Tweede Vaticaans Concilie (1962 – 1965) een gezamenlijke vertaling voor het ‘Onze Vader’ te realiseren. Alle pogingen daartoe strandden. De huidige herziening van de vertaling van de Orde van de Mis namens de Vlaamse en Nederlandse bisschoppen werd door de gemengde commissie gezien als een unieke kans om uiteindelijk te komen tot een gezamenlijke tekst van het Gebed des Heren voor het gehele Nederlandse taalgebied. In de tijd na Vaticanum II waren in andere taalgebieden al nieuwe vertalingen van het ‘Onzevader’ gerealiseerd en ingevoerd. De Congregatie voor de Goddelijke eredienst en de Regeling van de Sacramenten gaf te kennen dat bij de herziening van de Nederlandse vertaling van het Romeinse Missaal een gezamenlijke Nederlandse tekst van het Gebed des Heren gewenst was. Het was het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe vertaling om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ingeburgerde Vlaamse en Nederlandse tekst en daarom te handhaven wat in beide vertalingen gelijkluidend is.
De aangepaste vertaling van het ‘Onzevader’ (Gebed des Heren) luidt:
Onze Vader,
die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome,
uw wil geschiede,
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving maar verlos ons van het kwade.
Terwijl in het Altaarmissaal voor de Nederlandse Kerkprovincie een oecumenische tekst voor het Gebed des Heren werd opgenomen, slaagden Nederland en Vlaanderen er niet in om bij de liturgievernieuwing na het Tweede Vaticaans Concilie een gezamenlijke vertaling voor het "Onze Vader" te realiseren. Alle pogingen daartoe strandden (vgl. hierover verschillende bijdragen in het Tijdschrift voor liturgie, 61 (1977), p. 179-184; 185-205; 359-366).
De huidige herziening van de vertaling van de Orde van de Mis namens de Nederlandse en Vlaamse bisschoppen werd door de Commissio mixta gezien als een unieke kans om eindelijk te komen tot een gezamenlijke tekst van het Gebed des Heren voor het gehele Nederlandse taalgebied. In de tijd na het Tweede Vaticaans Concilie waren in andere taalgebieden al nieuwe vertalingen van het "Onze Vader" gerealiseerd en ingevoerd. De Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten gaf te kennen dat bij de herziening van de Nederlands vertaling van het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) een gezamenlijke Nederlandse tekst van het Gebed des Heren gewenst was.
Het was het uitgangspunt bij de totstandkoming van een nieuwe vertaling om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de ingeburgerde Vlaamse en Nederlandse tekst en daarom te handhaven wat in beide vertalingen gelijkluidend is. Daarbij moest ook gelet worden op de grondtekst, de verstaanbaarheid en ook de oecumenische vertalingen dienden geraadpleegd te worden.
De Commissio mixta vertrouwde de opdracht om een voorstel in die zin uit te werken toe aan een Nederlandse en Vlaamse exegeet, die op zeer korte termijn tot een resultaat kwamen, dat volledig door de Commissio mixta werd overgenomen.
De eerste bede van het Onze Vader ("Pater noster qui es in caelis") kent een verschil tussen Nederland en Vlaanderen met betrekking tot de vertaling van "in caelis": "in de hemel" (Ned.) en "in de hemelen" (Vl.). "Hemelen" is letterlijk, maar dit Hebraïsme werkt archaïserend. De Willibrordvertaling 1975, die ook in de meeste lectionaria en dus al in liturgisch gebruik terug te vinden is, vertaalt echter steeds enkelvoud behalve in de uitdrukking "Rijk der hemelen". Daarom werd gekozen voor de vertaling: "Onze Vader, die in de hemel zijt".
De tweede bede ("sanctificetur nomen tuum") is ook verschillend in Nederland ("uw naam warde geheiligd") en Vlaanderen ("Geheiligd zij uw naam"). Gekozen werd de Nederlandse vertaling te behouden gezien de parallelle, drievoudig gelijke zinsconstructie, telkens eindigend met het werkwoord: "uw naam warde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede".
De Latijnse tekst "sicut in caelo, et in terra" luidt in de Nederlandse versie "op aarde zoals in de hemel", in de Vlaamse "op aarde als in de hemel". Omwille van een gelijke vertaling van het zelfde woord verder in de tekst ("sicut et nos", in de Nederlandse versie weer gegeven met "zoals ook wij", in de Vlaamse met "gelijk ook wij") werd ervoor gekozen het woord "si cut" in beide gevallen te vertalen met "zoals".
Terwijl de nieuwe vertaling tot dusverre het meest aansluit bij de Nederlandse versie, verandert dit feitelijk in de tweede helft van de tekst vanaf de bede om vergeving "dimitte nobis debita nostra". De Nederlandse versie luidt "vergeef ons onze schuld" - schuld in het enkelvoud -; de Vlaamse tekst heeft hier de meervoudsvorm "vergeef ons onze schulden". "Schulden" is letterlijk en ook de in de lectionaria gebruikte tekst (Willibrordvertaling) heeft het meervoud. Deze meervoudsvorm is daarom overgenomen in de nieuwe vertaling.
De Nederlandse en Vlaamse vertaling van de Latijnse bede "sicut et nos dimittimus debitoribus nostris" lopen nogal sterk uiteen: "zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven", respectievelijk "gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren". Om bovenvermelde reden verkoos de Commissio mixta de vertaling "zoals" voor het woord "sicut". Met betrekking tot het zelfstandig naamwoord "debitores" kent de Nederlandse vertaling in tegenstelling tot de Vlaamse een omschrijving. Ofschoon het woord "schuldenaar" niet heel gebruikelijk is, is het toch goed Nederlands en het wordt ook gebruikt in oecumenische vertalingen. Vandaar heeft de nieuwe vertaling dit woord overgenomen.
Tot dusverre leunt de nieuwe vertaling van het Gebed des Heren aan bij de bestaande Nederlandse of Vlaamse vertaling. De exegeten stelden echter voor op een punt een wijziging aan de brengen in beide vertalingen, nl. met betrekking tot de vertaling van de bede "et ne nos inducas in tentationem", tot nu toe in de Nederlandse en Vlaamse versie gelijk vertaald met: "en leid ons niet in bekoring". Uit exegetisch onderzoek van de Griekse grondtekst voor het hier gebruikte Latijnse woord "tentatio", nl. "πειρασμος" en de vertaling ervan blijkt dat "beproeving" de meer concordante vertaling van de Griekse grondtekst is. Het woord komt in het Nieuwe Testament 21 maal voor in 20 verzen; in de Willibrordvertaling 1978 wordt de vertaling "bekoring" uitsluitend gebruikt in twee samenhangende situaties van gebed, nl. in het Onze Vader (Mt. 6, 13)(Lc. 11, 4) en bij de dialoog in Getsemani: "bidt dat ge niet op de bekoring ingaat" (Mt. 26, 41)(Mc. 14, 38)(Lc. 22, 40.46). Bij de exegeten en in de Commissio mixta werd opgemerkt, dat het woord "bekoring" kan leiden tot misverstanden, omdat het in de omgangstaal gebruikt wordt in positieve zin als "aantrekking" en samenhangt met "bekoorlijk". De huidige vertaling van het Onze Vader spreekt God aan als degene die in bekoring zou leiden; dit lijkt niet goed samen te gaan met Jak. 1, 13-14: "Niemand mag zeggen, als hij bekoord wordt: Ik word door Gods toedoen bekoord. God brengt niemand in verzoeking, zo min als Hijzelf door het kwade kan worden bekoord. Wordt iemand bekoord, dan is het altijd door het trekken en lokken van zijn eigen begeerte". De vertaling "beproeving" wordt daarom beschouwd als de meer correcte vertaling en deze sluit ook meer aan bij oecumenische pogingen voor een gemeenschappelijk Onze Vader.
Op basis van deze overwegingen werd als nieuwe tekst aan beide conferenties de vertaling "en breng ons niet in beproeving" voorgesteld.
De Nederlandse en Vlaamse bisschoppen en de Apostolische Stoel gaven daarna hun goedkeuring aan deze nieuwe vertaling van het Gebed des Heren. Beide conferenties zullen in een later stadium de invoeringsdatum bepalen voor het gebruik van deze nieuwe, voor Nederland en Vlaanderen gemeenschappelijke katholieke vertaling van het Gebed des Heren in de liturgie.
Bron: Liturgische Documentatie deel 11
Maandag 25 april 2016 is bekend geworden dat de invoeringsdatum met de 1e Zondag van de Advent 2016 zal zijn.
(Noot van de redactie: Let op: Hetgeen in het Catechismus-Compendium
Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk
(28 juni 2005) en in de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) vermeld staat over het onderscheid van "beproeven" en "bekoring" lijkt haaks te staan om de nu als officieel te gebruiken nieuwe vertaling.)
Publicatiedatum: 15 augustus 2014
Laatst bewerkt: 30 januari 2020