Het derde in deze eerste bundel van Ecclesia Docens met stukken van Pius X opgenomen document is de encycliek H. Paus Pius X - Encycliek
Ad Diem Illum
Over het geheim en de betekenis van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria naar aanleiding van het 50 jarig jubileum van de dogmaverklaring
(2 februari 1904). Reden om dit stuk in dit nummer der reeks van Ecclesia Docens te plaatsen is onder meer het verband dezer encycliek met het in de beide andere hier opgenomen stukken behandelde program van de Paus. Tot tweemaal toe, namelijk in de nn. H. Paus Pius X - Encycliek
Ad Diem Illum
Over het geheim en de betekenis van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria naar aanleiding van het 50 jarig jubileum van de dogmaverklaring
(2 februari 1904) en H. Paus Pius X - Encycliek
Ad Diem Illum
Over het geheim en de betekenis van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria naar aanleiding van het 50 jarig jubileum van de dogmaverklaring
(2 februari 1904) laat de Paus dat verband uitkomen. De aanleiding tot het uitvaardigen der encycliek was overigens de viering van het gouden jubilé der dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis der H. Maagd. De eigenlijke gedenkdag der dogmaverklaring zou zijn de 8e December 1904, maar in heel de katholieke wereld maakte men zich reeds lang te voren op tot een luisterrijke viering van het feest. Rome moest daarbij zeker de toon aangeven. Daarom had Paus Leo XIII bij schrijven van 26 Mei 1903 een commissie van kardinalen ingesteld tot voorbereiding van de feestelijkheden te Rome, die volgens de bedoeling van de Paus een prikkel moesten zijn voor de katholieken van heel de wereld. Pius X had in een brief van 8 September 1903 aan de vier kardinalen der commissie de hun gegeven opdracht bevestigd. Aan die brief was toegevoegd een door de Paus opgesteld en met een aflaat verrijkt gebed tot de Onbevlekte Maagd. Bovendien vaardigde de Paus op 7 December 1903 een apostolisch schrijven uit, gericht aan alle katholieken, waarbij voor een geheel jaar, van 8 December 1903 tot 8 December 1904, aan bepaalde oefeningen ter ere der Onbevlekte Maagd onder zekere voorwaarden geestelijke gunsten werden verleend. Maar Pius X wilde de feestviering ook nog bevorderen door een uitvoeriger encycliek voor heel de Kerk, waarbij hij nog rijkere gunsten verleende. Deze encycliek lijkt ons ten volle waard om, nu we voor het eeuwfeest der dogmaverklaring staan, naast de door onze tegenwoordige Paus uitgevaardigde encycliek Paus Pius XII - Encycliek
Fulgens Corona
Stralende erekroon - 100 jaar dogmaverklaring Onbevlekte Ontvangenis
(8 september 1953) weer onder de aandacht te worden gebracht.
Pius X ziet, zoals we reeds zeiden, tussen de viering van het jubilé en zijn program: alles herstellen in Christus, een innig verband. Dit jubilé zou namelijk moeten strekken tot een machtige versterking der godsvrucht tot de Onbevlekte Maagd, en juist de ware devotie tot Maria is naar de overtuiging van de Paus de zekerste en gemakkelijkste weg om alle mensen met Christus te verenigen en tot een echt christelijk leven te brengen H. Paus Pius X - Encycliek
Ad Diem Illum
Over het geheim en de betekenis van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria naar aanleiding van het 50 jarig jubileum van de dogmaverklaring
(2 februari 1904).
Dit is eigenlijk de hoofdgedachte, die de Paus in deze encycliek voor de geest zweeft. De speciale toepassingen betreffende het dogma der Onbevlekte Ontvangenis maken feitelijk slechts een secundair, overigens niet onbelangrijk element uit. We hebben getracht dit in de analyse, het overzicht van de inhoud te doen uitkomen. De uitwerking der hoofdgedachte is voor de Paus aanleiding om verscheidene voor de Mariologie belangrijke uitspraken te doen, die, hoewel klaarblijkelijk geen plechtige uitspraken ex cathedra, toch een groot gezag hebben. Pius' leer over Maria kan in de volgende punten worden samengevat:
Zoals men dus ziet, gaat de waarde van dit document ver uit boven die van een louter gelegenheidsstuk en de aandachtige bestudering er van kan, ook met oog op de mariologische prediking, niet anders dan ten sterkste worden aanbevolen.
We hebben gemeend de bepalingen omtrent het verdienen van de aflaat te kunnen weglaten.
Bron: Voorwoord bij Ecclesia Docens, deel 0111 (1954)
Publicatiedatum: 2 februari 1904
Laatst bewerkt: 19 november 2017