• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Resultaten van de eerste Bisschoppensynode

Als resultaat van de eerste Bisschoppensynode, een instrument dat mede op instigatie van het Tweede Vaticaans Concilie stond is gekomen, hebben de synodevaders voorstellen gedaan over diverse onderwerpen die vervolgens aan de Paus werden voorgelegd tot nadere uitwerking. Onderstaand is een redactionele verwoording van het Archief van Kerken vanuit met name de officiële communiqués van de Persdienst van het Vaticaan, omdat er geen formele "Proposiotiones" van en door de Synodevaders gepubliceerd zijn.

1. Herziening van het kerkelijk wetboek

De stemming over het schema had plaats in de 7e zitting op 7 oktober. Er waren 187 vaders aanwezig, zodat de vereiste meerderheid van tweederde 124 stemmen bedroeg.

In de 19e zitting op 23 oktober werd de uitslag bekendgemaakt.

De afzonderlijke punten:

  1. Voorwoord en het juridisch karakter van het wetboek. Placet (ja) 127, placet iuxta modum (ja onder voorbehoud) 60, non placet (neen) 0.
  2. De plaats van het forum internum et externum in het wetboek. Placet 159, placet iuxta modum 28, non placet 0.
  3. Enkele wijzigingen aan te brengen in het wetboek ten gunste van de pastoraal. Placet 136, placet iuxta modum 51, non placet 0.
  4. Het opnemen van speciale faculteiten in het wetboek. Placet 139, placet iuxta modum 46, non placet 2.
  5. De wijze waarop het beginsel van de subsidiariteit in de Kerk moet worden toegepast. Placet 128, placet iuxta modum 58, non placet 1.
  6. De bescherming van de rechten van de personen. Placet 150, placet iuxta modum 37, non placet O.
  7. De procedure ter bescherming van de subjectieve rechten. Placet 148, placet iuxta modum 39, non placet 0.
  8. De territoriale inrichting van de Kerk. Placet 162, placet iuxta modum 24, non placet 1.
  9. Het strafrecht. Placet 148, placet iuxta modum 39, non placet 0.
  10. De nieuwe systematische indeling van het wetboek. Placet 134, placet iuxta modum 52, non placet 1.

'Bij het onderzoek van de 'modi' (voorstellen tot wijziging) werden de verbeteringen gescheiden van de bemerkingen die niets te maken hadden met de beginselen als zodanig', aldus het officiële communiqué. De beginselen zoals deze in bovenstaande punten zijn uitgewerkt, hebben de vereiste meerderheid gehaald, zodat zij zijn aangenomen. Voor niet-ingewijden is duister, wat men met de 'modi' die met de beginselen als zodanig niets te maken hadden, heeft uitgevoerd: heeft men die 'placet iuxta modum' zonder meer tot 'placet' gemaakt?

Tenslotte de uitslag van de stemming over het schema in zijn geheel: 'Bevalt aan de vaders al dan niet, dat het kerkelijk wetboek wordt herzien volgens de beginselen die zijn voorgesteld door de Pauselijke commissie voor de herziening van het kerkelijk wetboek, rekening houdend met de voorafgaande discussie over het thema?'. Placet 57, placet iuxta modum 130, non placet 0.

De mededeling van het officiële communiqué bij de 7e zitting van 7 oktober, dat de stemming positief was uitgevallen, is dus voorbarig geweest, want het schema in zijn geheel heeft de vereiste meerderheid niet gehaald: de herziening van het kerkelijk wetboek zal dus anders moeten worden aangepakt.

Juristen die de discussie hebben gevolgd zoals die door de officiële communiqués werden weergegeven, hebben zich terecht verbaasd, toen werd meegedeeld, dat de stemming positief was uitgevallen. Voor buitenstaanders blijft het een duistere zaak. Eén ding staat vast: de deskundigen van de commissie zullen opnieuw de beginselen moeten herzien, indien zij rekening moeten houden met de kritiek van de bisschoppensynode. Met andere woorden: de herziening van het Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
staat nog aan het eerste begin, want in de commissie beslissen tenslotte de leden, dat wil zeggen de vertegenwoordigers van het wereldepiscopaat, en dezen zullen zeker terug grijpen naar hetgeen de bisschoppensynode in haar discussies en stemmingen officieel naar voren heeft gebracht.

2. Hedendaagse gevaarlijke meningen en atheïsme

Na de discussies over het schema werd op 12 en 13 oktober een synodale studiecommissie opgericht.w In de 21e en 22e zitting op 25 en 26 oktober is het rapport van deze studiecommissie behandeld; de stemming erover had plaats in de 23e zitting op 27 oktober.

Bisschoppensynodes
Rapport van de synodecommissie ter onderzoek van gevaarlijke opvattingen en van het atheïsme
(28 oktober 1967)

Uitslag van de stemming

In de 24e zitting op 28 oktober werd de uitslag bekendgemaakt. Eerst werd gestemd over de zes beginselen van het rapport, vermeld in Bisschoppensynodes
Rapport van de synodecommissie ter onderzoek van gevaarlijke opvattingen en van het atheïsme
(28 oktober 1967)
. Placet 143, placet iuxta modum 31, non placet 4, onthoudingen 2 (totaal 180).

Op 27 oktober heeft kard. J. Döpfner, aartsbisschop van München (Duitsland 1913) een persconferentie gegeven over het rapport opgesteld door de synodale studiecommissie.

Het wordt de bisschoppensynode als een grote verdienste aangerekend, dat zij het leerstellige schema dat door de {...}

Aantekeningen

Congregatie voor de geloofsleer was samengesteld opzij heeft gelegd en vervangen door een redelijk rapport. Tevens heeft de synode de oprichting van een internationale theologische commissie aangenomen, die de Heilige Stoel en in het bijzonder de Congregatie voor de Geloofsleer moet bijstaan door het geven van wetenschappelijk verantwoorde adviezen. Het was de enige mogelijkheid voor de bisschoppensynode om een bres te slaan in het bolwerk van de zogenaamde Romeinse school, die nog altijd in de Romeinse curie ten aanzien van de leer oppermachtig is, al heeft zij in Vaticanum II en ook daarna haar moreel gezag en het vertrouwen van de wereldkerk verloren ondanks technische verbeteringen en wat mildere beleidsprocedures. Toch wordt terecht de vraag gesteld, of een dergelijke commissie naast de Congregatie voor de Geloofsleer werkelijk de oplossing biedt. Er zijn nu twee organen die dezelfde taak vervullen. De Congregatie voor de geloofsleer blijft de machtigste instantie, al zal zij moeilijk de adviezen van de commissie kunnen negeren. Hoe het statuut van de commissie er zal uitzien, is een open vraag. Het probleem dat hier aangeraakt wordt, is van algemene aard in het centrale bestuur van de Kerk: het oprichten van nieuwe commissies naast organen die niet meer voldoen en toch blijven bestaan, is een crisisverschijnsel. Zolang geen radicale oplossingen haalbaar zijn, moet men zijn toevlucht wel nemen tot noodoplossingen. De bisschoppensynode heeft gedaan, wat mogelijk was, en verdient daarom waardering.

Ook heeft de synode begrepen, dat zij niet in staat was in de naaste toekomst verklaringen van de Heilige Stoel omtrent de hedendaagse leerstellige problematiek tegen te houden. Daarom heeft zij zich hieromtrent uitdrukkelijk uitgesproken: dergelijke verklaringen moeten positief en pastoraal zijn en pas geschieden na de bisschoppenconferenties te hebben geraadpleegd.

Heel deze zaak toont aan, dat de conciliaire collegialiteitsmentaliteit nog krachtig naar voren moet worden gebracht, wil zij worden aanvaard in de bestaande centrale bestuursorganen.

3. De seminaries

De stemming over het schema had plaats in de 17e zitting op 20 oktober. Er werden 182 stemmen uitgebracht, zodat de vereiste meerderheid van tweederde 121 stemmen bedroeg.

In de 22e zitting op 26 oktober werd de uitslag bekendgemaakt. De vragen zijn aldus geformuleerd:

  1. Is het opportuun, dat de Congregatie voor de seminaries en de universiteiten, in overeenstemming met de bisschoppenconferenties en na alle onderwerpen opgesomd te hebben die behoren te worden opgenomen in elk programma van priesteropleiding, een plan voorbereidt in het licht van het conciliedecreet '2e Vaticaans Concilie - Decreet
    Optatam Totius Ecclesiae
    Over de priesteropleiding
    (28 oktober 1965)
    ' als leidinggevende norm voor alle andere initiatieven op dit gebied, met de bedoeling de eenheid te beschermen en tevens elke gezonde verscheidenheid een kans te geven? Placet 163, placet iuxta modum 19, non placet 0.
  2. Is het opportuun te bepalen, dat elke bisschoppenconferentie een technische commissie opricht, bestaande uit seminaristen-opvoeders alsook uit religieuzen en leken, welke - meer of minder verbonden met de bisschoppelijke commissie voor de seminaries - constant de noodzakelijke bijstand verleent aan de conferenties met betrekking tot alles wat met de priesteropleiding te maken heeft? Placet 152, placet iuxta modum 24, non placet 5, onthouding 1.
  3. Is het opportuun algemene of bijzondere bijeenkomsten te organiseren, wanneer en waar dat nodig lijkt, waaraan de vertegenwoordigers van de bisschoppenconferenties deelnemen samen met die van de Congregatie voor de seminaries en de universiteiten? Placet 151, placet iuxta modum 24, non placet 4, onthoudingen 3.
  4. Is het opportuun voor te schrijven, dat de toekomstige opvoeders van de geestelijkheid een geëigende voorbereiding genieten aan een instituut of hogere school die is opgericht of goedgekeurd door de bisschoppenconferentie, of minstens door cursussen die methodisch door de conferenties zelf in elkaar zijn gezet? Placet 120, placet iuxta modum 51, .non placet 8, onthoudingen 3.
  5. Is het opportuun de organisatie van dergelijke instituten of hogere scholen toe te vertrouwen aan de studie van een speciale commissie van experts die zijn benoemd door een of meer bisschoppenconferenties? Placet 133, placet iuxta modum 35, non placet 11, onthoudingen 3.
  6. Is het opportuun de medewerking te vragen van religieuze families, vooral van die welke zich reeds bezighouden met de vorming van de geestelijkheid, ter oprichting of organisatie van dergelijke instituten of regelmatige cursussen? Placet 130, placet iuxta modum 35, non placet 13, onthoudingen 4.

Het antwoord op de vierde vraag heeft de vereiste meerderheid van tweederde stemmen niet gehaald, zodat het voorstel volgens de ingediende 'modi' moet worden verbeterd; de verplichting van een geëigende voorbereiding van de toekomstige opvoeders van de geestelijkheid na de reeds bestaande voorbereidingen is door een aantal vaders waarschijnlijk als een niet haalbare utopie gekwalificeerd.

Dat de hervorming van de priesteropleiding collegiaal wordt aangepakt, heeft de bisschoppensynode met instemming aanvaard, al valt niet te ontkennen, dat er een zeker voorbehoud bestond met betrekking tot de concrete plannen, die te zeer de uiterlijke organisatie benadrukken.

4. Gemengde huwelijken

De stemming over het schema had plaats in de 20e zitting op 24 oktober. Er werden 187 stemmen uitgebracht, zodat de vereiste meerderheid van tweederde 124 stemmen bedroeg.

In de 24e zitting op 28 oktober werd de uitslag bekendgemaakt.

De vragen zijn aldus geformuleerd:

  1. Moet men al dan niet de huidige terminologie behouden: matrimonium mixtum, impedimenta mixtae religionis et disparitatis cultus? Placet 116, placet iuxta madum 0, placet voor slechts enkele van de voorgestelde nieuwe terminologieën 6, non placet 64, onthouding 1.
  2. Convenieert het een nieuwe terminologie in te voeren, zoals 'matrimonium interconfessionale' of andere? Placet 29, placet iuxta modum 41, placet voor slechts enkele der voorgestelde nieuwe terminologieën 6, non placet 110, onthouding 1.
  3. Is het om te dispenseren van het beletsel voldoende, dat de autoriteit de morele zekerheid heeft:
    1. dat de katholieke partij niet het gevaar loopt het geloof te verliezen en dat zij bereid is al het mogelijke te doen om de kinderen katholiek te laten dopen? Placet 137, placet iuxta modum 42, non placet 6, onthoudingen 2.
    2. dat de niet-katholieke partij op de hoogte is van de gewetensplicht van de katholieke partij en dat zij niet de opvoeding van de kinderen in de katholieke Kerk uitsluit? Placet 92, placet iuxta modum 72, non placet 13, onthoudingen 10.
  4. Is het opportuun het canonieke beletsel op te heffen? Placet 28, placet iuxta modum 29, non placet 128, onthoudingen 2.
  5. Is het opportuun de canonieke forma op te heffen als volgt:
    1. wanneer katholieken onder elkaar een huwelijk sluiten, is de canonieke forma noodzakelijk voor de geldigheid;
    2. wanneer zij een huwelijk sluiten met een niet-katholiek, is de canonieke forma noodzakelijk alleen voor de geoorloofdheid?
      Placet 33, Placet iuxta modum 28, non placet 125, onthouding 1.
  6. Als de canonieke forma behouden blijft voor de geldigheid, is het dan opportuun aan de bisschop de volmacht te verlenen om in geweten en met voorzichtigheid ervan te dispenseren in afzonderlijke gevallen? Placet 105, placet iuxta modum 68, non placet 13, onthouding 1.
  7. Omdat, zoals ieder huwelijk onder katholieken, ook het gemengde huwelijk kan worden gesloten óf onder de mis óf met een speciale rite zonder mis, kan dan de pastoor een van beide manieren suggereren overeenkomstig de geestelijke voorbereiding van de partijen? Placet 153, placet iuxta modum 27, non placet 5, onthoudingen 2.
  8. Moet de pastorale zorg voor de gemengde huwelijken nauwlettend geschieden niet alleen voor het huwelijk maar ook met meer ijver voortgezet worden na het huwelijk? Placet 171, placet iuxta modum 16, non placet 0.

De uitslag van de stemming laat duidelijk zien, dat de synode er niet in is geslaagd het bestaande recht van de gemengde huwelijken te hervormen. Misschien bestaat er een kans, dat de bisschoppen de volmacht ontvangen te dispenseren van de canonieke forma (zie vraag 6).

5. Liturgie

De stemming over het schema had plaats, wat betreft het supplement, in de 21e zitting op 25 oktober en, wat betreft het corpus, in de 23e zitting op 27 oktober.

Bij de eerste stemming werden 183 stemmen uitgebracht, zodat de vereiste meerderheid van tweederde 122 stemmen bedroeg. Bij de tweede stemming werden 180 stemmen uitgebracht, zodat de vereiste meerderheid van tweederde 120 stemmen bedroeg.

In de 24e zitting op 28 oktober werd de uitslag van beide stemmingen bekendgemaakt.

 

a / De vragen in het supplement

  1. Lijkt het de vaders opportuun: dat in de latijnse liturgie, naast de romeinse canon die onveranderd blijft, drie andere eucharistische gebeden worden toegevoegd? Placet 127, placet iuxta modum 34, non placet 22.
  2. Gaan de vaders ermee akkoord, dat in de nieuwe eucharistische gebeden de consecratie-formule van het brood luidt 'Hoc est enim corpus meum, quod pro vobis tradetur' (Dit is mijn lichaam, dat voor u wordt overgeleverd)? Placet 110, placet iuxta modum 61, non placet 12.
  3. Lijkt het de vaders opportuun, dat in de nieuwe eucharistische gebeden uit de consecratie-formule van de wijn de woorden 'mysterium fidei' (mysterie van het geloof) worden weggelaten? Placet 93, placet iuxta modum 42, non placet 48.
  4. Is het volgens de vaders opportuun aan de bisschoppenconferenties de mogelijkheid te verlenen vast te stellen, of het convenieert in plaats van het niceens-konstantinopolitaans symbolum het symbolum van de apostelen te reciteren? Placet 142, placet iuxta modum 19, non placet 22.

In totaal werden uitgebracht: placet 472, placet iuxta modum 156, non placet 104.

b / De vragen in het corpus

  1. Bevalt aan de vaders al dan niet de algemene structuur van de zogenaamde 'normatieve' mis, zoals deze in de inleiding en in de conclusie van het rapport is uiteengezet? Placet 71, placet iuxta modum 62, non placet 43, onthoudingen 4.
  2. Bevalt aan de vaders, dat er in de mis altijd een boeteact is in verschillende formuleringen volgens de liturgische tijden waaraan allen kunnen deelnemen? Placet 108, placet iuxta modum 39, non placet 23, onthoudingen 10.
  3. Bevalt aan de vaders, dat in de 'experimenteer-periode drie verplichte lezingen worden vastgesteld, opdat - nadat men door het experiment veelvuldige ervaringen hieromtrent heeft opgedaan - op geschikte wijze het probleem over het aantal lezingen kan worden opgelost? Placet 72, placet iuxta modum 41, non placet 59, onthoudingen 8.
  4. Bevalt aan de vaders, dat de antifonen bij de introïtus, het offertorium en de communie kunnen worden vervangen door andere gezangen volgens het oordeel van de bisschoppenconferenties en met teksten die door deze zijn goedgekeurd? Placet 126, placet iuxta modum 19, non placet 25, onthoudingen 10.
  5. Bevalt aan de vaders, dat alle psalmen, dus ook de vloek psalmen en de historische psalmen, behouden blijven in de gewone cursus van vier weken, voorgesteld voor het hele psalterium van het goddelijk officie? Placet 117, placet iuxta modum 31, non placet 25, onthoudingen 7.
  6. Bevalt aan de vaders, hetgeen het rapport voorstelt over de lauden en vespers? Placet 144, placet iuxta modum 23, non placet 7, onthoudingen 6.
  7. Bevalt aan de vaders hetgeen het rapport voorstelt over de kleine 'uren'? Placet 141, placet iuxta modum 20, non placet 13, onthoudingen 6.
  8. Bevalt aan de vaders, hetgeen het rapport voorstelt over de 'matutien' en over het 'officium lectionum'? Placet 139, placet iuxta modum 28, non placet 7, onthoudingen 6.

In totaal werden uitgebracht: placet 918, placet iuxta modum 263, non placet 202, onthoudingen 57.

Wat de vragen in het supplement betreft, hebben vraag 1 en 4 de vereiste meerderheid van tweederde stemmen behaald, zodat drie nieuwe eucharistische gebeden kunnen worden verwacht en het symbolum van de apostelen in de mis een kans kan krijgen. Wat de vragen in het corpus betreft, hebben de voorgestelde brevier-hervormingen (vraag 6, 7 en 8) de vereiste meerderheid van tweederde stemmen behaald, maar niet vraag 5 over het behoud van alle psalmen in het liturgisch psalterium. De zogenaamde 'normatieve' mis (vraag 1-4) heeft weinig succes gehad, want alleen vraag 4 behaalde de vereiste meerderheid van tweederde; het is dus te verwachten, dat de structuur van de eucharistieviering minder elastisch zal zijn dan door de liturgische raad is voorgesteld.

Bron: © 1967, Katholiek Archief jrg 22, nr 50

Publicatiedatum: 4 december 1967
Laatst bewerkt: 13 december 2021


 

Uw bijdrage

RK Documenten wordt volledig beheerd door vrijwilligers. Om deze site te bekostigen zijn we afhankelijk van uw hulp.

Algemeen nut beogende instellingen

Help ons en doneer!

Uw donatie zal worden verwerkt door Stg. Mollie Payments.
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test