Tijdens de algemene audiëntie van woensdag 5 oktober 1994 heeft Paus Johannes Paulus II zijn catechesecyclus over de Kerk voortgezet. Titel van nummer 104 in deze reeks: "H. Paus Johannes Paulus II - Audiëntie
Ontwikkelingen en tendensen in het godgewijde leven in het meest recente verleden (5 oktober 1994)". Vooraf werd gelezen uit de Brief van de Apostel Paulus aan de Efeziërs, hoofdstuk 3, 8 11.
Wanneer het Tweede Vaticaans Concilie in zijn constitutie 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Lumen Gentium
Over de Kerk
(21 november 1964) spreekt over de religieuzen betreft het een zeer gedifferentieerde wereld, zoals die zich in het meest recente verleden heeft afgetekend. Velen kiezen het gewijde leven binnen instituten en congregaties die sinds lange tijd binnen de Kerk bestaan. Maar er zijn ook de zogenaamde seculiere instituten, waarin "christengelovigen, levend in de wereld, naar volmaaktheid in de liefde streven en zich erop toeleggen tot de heiliging van de wereld vooral van binnenuit bij te dragen". Het is de verdienste van Paus Pius XII, dat hij deze vorm van toewijding heeft erkend met de apostolische constitutie Paus Pius XII - Apostolische Constitutie
Provida Mater Ecclesia
Over seculiere instituten
(2 februari 1947) (1947). Voorts zijn er "de sociëteiten van apostolisch leven, waarvan de leden zonder religieuze geloften het eigen apostolische doel van de sociëteit nastreven en, een broederlijk leven in gemeenschap leidend, volgens hun eigen levenswijze door het onderhouden van de constitutie naar volmaaktheid in de liefde streven" Wetboek, Codex van het Canonieke recht, Codex Iuris Canonici (25 jan 1983). 731. Ook dit is een vorm van toewijding.
In het meest recente verleden is er een aantal bewegingen of kerkelijke verenigingen opgekomen. In deze zijn de leden erop gericht om de evangelische raden te beleven en zij kennen ook de aanwezigheid van priesters overeenkomstig het beeld van de Kerk die drie richtingen erkent: de leken, de priesters en godgewijde personen en dit alles gebaseerd op de evangelische raden. Het is belangrijk hier het teken van de charismata te erkennen zoals de Heilige Geest die verleent aan de Kerk in steeds nieuwe en soms onvoorziene vormen. Een bijzonder aspect hiervan, en in zeker zin ook een geheel nieuw aspect, is het laicale karakter ervan. Er zijn drie karakteristieken: de charismatische vitaliteit; de wil om getuigenis af te leggen van het behoren tot het volk van God; en de noodzaak van gemeenschap onder de gewijde personen en de leken en priesters, die zich op een zeer bijzondere wijze manifesteren in de hedendaagse bewegingen, die zeer gehecht zijn aan het Mysterie van de Kerk en aan een gekwalificeerde dienst aan haar missie. Voorts zijn er andere vormen ontstaan, die meer zijn gebaseerd op traditionele vormen. De Kerk heeft immers ook diegenen nodig die de intimiteit zoeken en op deze manier getuigenis af leggen van de aanwezigheid van God in de wereld. Jezus Christus zocht de mensen op om hen het licht en het leven te brengen, maar tevens zocht Hij de eenzaamheid om zich te wijden aan contemplatie en gebed. Wij mogen de Heilige Geest dankbaar zijn dat Hij ons deze twee aspecten van het leven van de Kerk doet begrijpen door middel van de charismata, die Hij overvloedig uitdeelt en door middel van de dikwijls verrassende initiatieven die Hij inspireert.
Bron: Katholiek Nieuwsblad
Samenvatting: Sef Adams
Publicatiedatum: 5 oktober 1994
Laatst bewerkt: 16 januari 2013