In het Congregatie voor de Geloofsleer
Over de publicatie on-line van de vertalingen van de Normen over verschijningen en openbaringen
Voorwoord door de Congregatie voor de Geloofsleer (14 november 2011) herinnert kardinaal William Levada, prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, eraan dat Paus Paulus VI deze “Normen voor de procedure ter onderscheiding van verschijningen en veronderstelde openbaringen” (“Congregatie voor de Geloofsleer
Normae de modo procedendi in diudicandis praesumptis apparitionibus ac revelationibus
Normen ter onderscheiding van echte of false verschijningen en openbaringen
(25 februari 1978)”) reeds had goedgekeurd in 1978. Tot nu waren deze slechts verspreid onder de bisschoppen en in het Latijn.
Vandaag publiceert de Congregatie ze officieel en in verschillende talen en zijn ze bestemd voor de herders van de katholieke Kerk evenals voor “theologen en specialisten” opdat “de devotie die dergelijke manifestaties bij de gelovigen opwekken vrucht kunnen dragen binnen de volle gemeenschap met de Kerk”.
De Congregatie voor de Geloofsleer
Normae de modo procedendi in diudicandis praesumptis apparitionibus ac revelationibus
Normen ter onderscheiding van echte of false verschijningen en openbaringen
(25 februari 1978) geven aan de Kerkelijke overheid – de eerste verantwoordelijke is de plaatselijke bisschop – een procedure die de criteria ter onderscheiding (positieve en negatieve) preciseert om “waakzaam” en “voorzichtig” een oordeel te vellen over de “waarheid” en het “bovennatuurlijk” karakter van de feiten.
Benedictus XVI spreekt in de postsynodale exhortatie “Paus Benedictus XVI - Postsynodale Apostolische Exhortatie
Verbum Domini
Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk
(30 september 2010)” (2008) over de “gepaste aandacht” die aan deze bovennatuurlijke fenomenen dient verleend te worden: “Jezus Christus is het laatste Woord van God (...) dat aan de schepping en de geschiedenis hun definitieve zin gegeven heeft”, bijgevolg “moet geen enkele nieuwe publieke Openbaring verwacht worden voor de glorievolle wederkomst van onze Heer Jezus Christus”. Daarom beveelt de Paus aan “de gelovigen te helpen om het woord van God goed te onderscheiden van privé openbaringen, waarvan de rol niet is de definitieve Openbaring van Christus te vervolledigen, maar te helpen deze in een bepaalde periode van de geschiedenis vollediger te beleven”. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 14
Trouwens, “het criterium om de waarheid van een privé openbaring vast te stellen is de gerichtheid ervan op Christus”.
“De waarde van privé openbaringen is opmerkelijk anders dan die van de ene publieke Openbaring”: de publieke Openbaring “vraagt ons geloof” terwijl een openbaring “een hulp is voor het geloof, (...) doch het is niet verplicht er gebruik van te maken”. In deze zin “wijst Kerkelijke goedkeuring van een openbaring essentieel op het feit dat de boodschap niets bevat dat tegengesteld is aan het geloof en de goede zeden”. Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Heilige Schrift - naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2008 "Het Woord van God in het leven en de zending van de Kerk", Verbum Domini (30 sept 2010), 14
Een publicatie die komt op het ogenblik waarop de Commissie, in 2012 opgericht door Benedictus XVI voor de vermeende verschijningen in Medjugorje, haar besluit nadert dat tegen het einde van het jaar verwacht wordt.
Bron:Zenit.org
Vert.: Sorores Christi
Zie ook dossier Verschijningen en private openbaringen
Publicatiedatum: 31 mei 2012
Laatst bewerkt: 18 juli 2012