• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De Veertigdagentijd

Tijdens de Paus Benedictus XVI - Audiëntie
Aswoensdag en de Veertigdagentijd
Op Aswoensdag 2011
(9 maart 2011)
van 9 maart sprak paus Benedictus XVI over de betekenis van de Veertigdagentijd.

Tijdens de Veertigdagentij vergezellen we Jezus die optrekt naar Jeruzalem, plaats van vervulling van zijn mysterie van lijden, dood en verrijzenis. Dit herinnert ons eraan dat het christelijke leven een af te leggen 'weg' is, die bestaat uit de persoon van Christus, die men moet ontmoeten, aanvaarden en navolgen.

In het liturgisch handelen is Christus tegenwoordig door toedoen van de Heilige Geest en zijn de verlossing brengende gebeurtenissen feitelijk. Sleutelwoord in die liturgie is het woord 'vandaag', bedoeld in oorspronkelijke en in concrete zin. Vandaag openbaart God zijn wet; vandaag dienen wij te kiezen tussen goed en kwaad, tussen leven en dood (vgl. Deut 30,19); vandaag is "het Koninkrijk van God nabij, bekeert u dus en gelooft in het Evangelie" (Marc 1,15); vandaag is Christus gestorven op Calvarië en verrezen uit de doden; is Hij opgestegen ten hemel en zetelt Hij aan de rechterhand van de Vader; vandaag heeft Hij ons de Heilige Geest gegeven; vandaag is het de gunstige tijd.

Op de zondagen van de Boodschappen voor de Veertigdagentijd – vooral van de A-cyclus – worden wij opgeroepen de voorbereidende weg naar het doopsel opnieuw te gaan. De lezingen zijn als een wonderbaarlijke doopcatechese die zich tot ieder van ons richt.

De eerste zondag presenteert de bekoringen van Jezus in de woestijn en nodigt ons uit tot hernieuwing van onze definitieve beslissing voor God, en moedigt aan tot het gevecht dat ons wacht als wij gelovig willen blijven: steeds opnieuw beslissen om het kwaad te weerstaan en Jezus te volgen.

De tweede zondag is de zondag van Abram en van de Gedaanteverandering. Het doopsel is het sacrament van het goddelijke kindschap; zoals Abram zijn ook wij uitgenodigd weg te trekken uit ons land en onze zelfgemaakte zekerheden achter te laten om ons vertrouwen in God te stellen; het doel zien we in de Gedaanteverandering van Christus.

Op de derde zondag ontmoeten we de Samaritaanse (Joh. 4, 5-42). Zoals Israël bij zijn exodus, hebben ook wij in het doopsel het water ontvangen dat verlost; Jezus heeft – zo vertelt Hij aan de Samaritaanse – 'levend water' dat elke dorst lest en dit water is zijn eigen Geest.

De vierde zondag laat ons nadenken over de ervaring van de 'blindgeborene' (Joh. 9, 1-41). In het doopsel worden wij bevrijd van de duisternis van het kwaad en ontvangen wij het licht van Christus om te leven als kinderen van het licht.

De vijfde zondag presenteert de opwekking van Lazarus (Joh 11,1-45). In het doopsel gaan wij van de dood naar het leven en worden wij capabel aangenaam te zijn aan God, om de oude mens te doen afsterven en te leven van de Geest van de Verrezene.

De weg van de Veertigdagentijd wordt in de traditie van de Kerk gekenmerkt door vasten, aalmoezen geven en bidden. Vasten betekent zich onthouden van voedsel om zo een meer sober leven te kunnen leiden. Maar vasten is slechts een uiterlijk teken van een innerlijke werkelijkheid, van onze inspanningen met Gods hulp verre te blijven van het kwaad en te leven volgens het Evangelie. Vasten is in de christelijke traditie nauw verbonden met het geven van aalmoezen of het doen van goede werken. De veertigdagen zijn ook bevoorrechte tijd voor het gebed. Augustinus zegt dat het vasten en het geven van aalmoezen 'de twee vleugels zijn van het gebed', waarvan de vleugelslag ons tot bij God draagt. Zo veroorzaakt ons gebed, verricht in deemoed en liefde, in vasten en aalmoezen geven, in matigheid en in vergevingsgezindheid, verwijdering van het kwaad en bewerkt het het goede (Vastenpreek CCVI,iii).

Laten wij in deze Boodschappen voor de Veertigdagentijd attent ingaan op Christus' uitnodiging Hem meer vastberaden en consequent na te volgen, om de oude mens af te leggen en met Paulus te kunnen zeggen: "Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij" (Gal 2,20).

Bron: KN, samenvatting Sef Adams

Zie ook: Boodschap voor de Veertigdagentijd 2011 van Paus Benedictus XVI Paus Benedictus XVI - Boodschap
Met Christus zijt gij in de doop begraven, maar met Hem ook verrezen (vgl. Kol. 2, 12)
Veertigdagentijd 2011
(4 november 2010)

Publicatiedatum: 11 maart 2011
Laatst bewerkt: 16 maart 2011


 

Uw bijdrage

RK Documenten wordt volledig beheerd door vrijwilligers. Om deze site te bekostigen zijn we afhankelijk van uw hulp.

Algemeen nut beogende instellingen

Help ons en doneer!

Uw donatie zal worden verwerkt door Stg. Mollie Payments.
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test