H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) - De vrede in de wereld, die op Witte Donderdag, 11 april 1963 werd gepubliceerd en ook deze datum draagt, maar die reeds op 9 april door de paus in vijf exemplaren was ondertekend, is met zulk een intense en algemene bijval in heel de wereld ontvangen, als slechts zelden het geval was met een pauselijk document, zelfs niet met de sociale encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Mater et Magistra
Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(15 mei 1961). De enorme geestdrift, die Paus Joannes met deze brief in heel de wereld heeft losgeslagen, bij diplomaten, bij de pers, bij officiële persoonlijkheden, geleerden, zakenlieden en gewone mensen van allerlei confessies, heeft duidelijk gemaakt, dat de katholieken, de christenen en de niet-christenen met vertrouwen opzien naar Paus Joannes XXIII. De wereld heeft, luisterend naar deze paus, begrepen, dat hij het juiste, menselijke contact heeft weten te vinden met heel de mensheid.
Behalve in de gebruikelijke talen werd deze encycliek voor het eerst door het Vaticaan ook in Russische en Poolse vertalingen beschikbaar gesteld. Reeds daardoor toonde de paus, welk gewicht hij aan deze encycliek hechtte.
Ook op andere wijzen heeft de paus de grote belangrijkheid doen uitkomen van deze encycliek, die de achtste is uit zijn pontificaat. Bij de ondertekening op 9 april zei hij in een H. Paus Johannes XXIII - Toespraak
Na de officiƫle ondertekening van de encycliek Pacem in Terris
(9 april 1963), dat deze encycliek, hoe sterk ook gebaseerd op de goddelijke openbaring, toch vooral steunt op het natuurrecht, zodat ze voor iedereen, van welke religie of cultuur ook, aanvaardbaar is. "Dit is", zo zei de H. Vader, "een nieuwe trek in dit document. Het is niet slechts gericht tot het wereldepiscopaat en de katholieken, maar (voor het eerst in de geschiedenis) tot alle mensen ter wereld, die van goede wil zijn, dus ook tot de ongelovigen, want de wereldvrede is een groot goed, dat alle mensen van heel de wereld zonder onderscheid aangaat, en daarom hebben wij ook ons hart voor alle mensen willen openen". Niet alleen wilde de paus de fundamenten geven Voor het vredesgebouw, nl. eerbied voor de door God gewilde orde en bescherming van de menselijke waardigheid, maar ook wilde hij de niveaus tekenen, waarop de vrede verwezenlijkt moet worden. "Met ons gebed en onze allergrootste liefde voor heel de wereld volgen wij deze encycliek op haar weg". L'Osservatore Romano 10 april 1963; zie ook De Volkskrant van 10 april 1963
In zijn toespraak van Witte Donderdag tot het Corps diplomatique zei de H. Vader, dat hij deze boodschap van liefde en waarheid aan de wereld wilde aanbieden juist op de dag, waarop Christus de woorden gesproken had: "Bemint elkander". L'Osservatore Romano 13 april 1963 En in zijn Paasboodschap herhaalde hij één van de grote gedachten van H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963), nl. dat de vrede niet moet steunen op het evenwicht in de bewapening, maar veeleer het onderpand moet zijn van Christus' liefde. De paus wees hier zelf op een zeer belangrijke trek van deze vredesencycliek, nl., dat zij aansluit bij de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Mater et Magistra
Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(15 mei 1961) en voortdurend een beroep doet op hetgeen de pausen vanaf Leo XIII tot Pius XII over de vrede hebben geleerd. Opvallend is het inderdaad, hoe dikwijls naar encyclieken en toespraken van deze pausen verwezen wordt. Deze nieuwe encycliek, aldus de paus zelf, wil "ons Paasgeschenk van 1963 aan de wereld zijn". L'Osservatore Romano 14 april 1963
Hoe groot het gewicht is, dat de paus toekent aan dit document, het eerste pauselijk document, waarin uitsluitend over de vrede wordt gehandeld, blijkt ook uit het feit, dat kardinaal Suenens van Mechelen op 13 mei 1963 deze encycliek officieel, in opdracht van de paus, zal aanbieden aan Oe Thant, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en wel in een plechtige zitting van de Vergadering in het gebouw van de Verenigde Naties te New York. Aan dit feit zijn in de dagbladen reeds allerlei speculaties vastgeknoopt, o.a., dat de paus zou streven naar het lidmaatschap van de Verenigde Naties. L'Osservatore Romano 26 april 1963; Limburgs Dagblad 27 april 1963
In de H. Paus Johannes XXIII - Audientie
Commentaar op de encycliek Pacem in Terris
(24 april 1963) op 24 april in de Vaticaanse basiliek zei de paus, dat hij door deze encycliek een lamp ontstoken had voor de mensen van de moderne tijd. "Gij kunt u onze vreugde voorstellen en onze ontroering nu wij zien, hoe dit licht zich steeds meer verbreidt en geleidelijk binnendringt in de geest en het hart van de mensen".
Inhoud van de encycliek
De encycliek bestaat uit een inleiding en vijf grote hoofddelen. De vijf delen zijn opgebouwd volgens een vast schema: de rechten en plichten worden uit de natuurlijke orde afgeleid en met elkaar in verband gebracht De plichten worden getoetst aan de normen van de waarheid, rechtvaardigheid, liefde en vrijheid. Ieder onderdeel sluit met een korte karakterisering van de "tekenen van de tijd".
Deel I behandelt de ordening van de betrekkingen tussen de individuen onderling.
Uit de waardigheid van de menselijke persoon volgen verschillende rechten. De mens heeft o.a recht op zijn leven, op de integriteit van zijn persoon, op de middelen voor een menswaardig bestaan, recht om de waarheid te zoeken, recht op vrije meningsuiting met inachtneming van de morele orde en het algemeen welzijn, recht op beroepskeuze en op waarheidsgetrouwe informatie. Maar aan deze rechten corresponderen ook plichten: de plicht tot behoud van het leven, de plicht om rechtschapen te leven en om dieper in de waarheid door te dringen. De plichten van de een beantwoorden aan rechten van de ander. Als sociaal wezen moet de mens de voorwaarden scheppen, waardoor deze rechten en plichten gewaarborgd worden.
Deel II gaat over de regeling van de betrekkingen tussen de inpiduele mens en het openbaar gezag.
Na verklaard te hebben, dat er in de samenleving een wettig gezag noodzakelijk is, bewijst de paus, dat de macht van dit gezag om verplichtingen op te leggen voortkomt uit de zedelijke orde, die op haar beurt haar oorsprong heeft in God. Het gezag is van morele aard Dus moet de overheid een beroep doen op het geweten van de individuen om zich vrijwillig in te zetten voor het algemeen welzijn. Maar alleen wanneer het gezag in de menselijke gemeenschap onderworpen blijft aan de door God gestelde orde, oefent het zijn functie rechtmatig uit. Is dit niet het geval, dan houdt het op, gezag te zijn.
Het gezag komt van God, maar de mensen hebben het recht om zelf hun regeerders te kiezen, hun staatsvorm te bepalen en de modaliteiten en doeleinden van het gezag te omschrijven. Het publiek gezag is gericht op het welzijn van heel de mens. De overheid moet daarom zowel de materiële als de geestelijke welvaart van haar onderdanen bevorderen.
DEEL III behandelt de betrekkingen van de politieke gemeenschappen onderling.
Met veel citaten van zijn grote voorgangers bewijst Paus Joannes, dat er tussen de staten onderling even goed rechten en plichten bestaan als tussen de individuen onderling. Deze onderlinge betrekkingen tussen de staten moeten geregeld worden door de normen van de waarheid, de rechtvaardigheid, de solidariteit en de vrijheid. De waarheid verbiedt alle rassendiscriminatie, want alle mensen hebben eenzelfde natuurlijke waardigheid.
De rechtvaardigheid eist, dat geen staat op onrechtvaardige wijze zijn voordeel nastreeft ten koste van andere staten. Ze eist ook, dat de minderheden in een land niet worden tegengewerkt of onderdrukt, maar op allerlei wijzen worden geholpen. Bij de vrijheid komt de paus te spreken over de politieke vluchtelingen en de immigranten. Het groot aantal politieke vluchtelingen bewijst, dat sommige regeringen de vrijheid van de menselijke persoon niet voldoende eerbiedigen. Met nadruk wijst de paus er op, dat ook de politieke vluchtelingen hun menselijke rechten en waardigheid behouden. Tot de vrijheid beo hoort ook het recht van immigratie en de plicht van de regeringen om, zonder nadeel voor eigen land, de immigranten op te nemen. Opnieuw spreekt de paus hier ook (evenals in zijn encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Mater et Magistra
Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(15 mei 1961)) over de noodzaak van hulp aan de ontwikkelingsgebieden; maar deze hulp geeft geen enkel recht om de vrijheid van deze gebieden aan te tasten, ze politiek te bevoogden of zich in de politieke aangelegenheden ervan te mengen.
De passages over de ontwapening vormen wel het voornaamste gedeelte van dit derde hoofdstuk. De paus klaagt erover, dat in de rijkere landen grote geestelijke energieën en enorme kapitalen besteed worden aan de bewapening. Men rechtvaardigt dit opvoeren van de bewapening met de verklaring, dat de vrede alleen bewaard kan blijven door een evenwicht in de bewapening. Maar dit evenwicht is geen voldoende waarborg voor de vrede. Al is het nauwelijks te geloven, dat er in het tegenwoordige atoomtijdperk mensen zouden zijn, die de verantwoordelijkheid voor een verschrikkelijke oorlog op zich durven nemen, toch zou een onverwachte of toevallige gebeurtenis een oorlog kunnen ontketenen. En al zou de bewapeningswedloop thans de mensen van een oorlog terughouden, in ieder geval wordt door voortgezette kernproeven voor oorlogsdoeleinden het leven op deze aarde in gevaar gebracht. Daarom eisen de rechtvaardigheid, het gezond verstand en de eerbied voor de menselijke waardigheid, dat de bewapeningswedloop wordt stop gezet, de reeds bestaande wapenen gelijkelijk en gelijktijdig worden verminderd, het gebruik van atoomwapens wordt verboden en tenslotte, dat er een overeenkomst tot stand gebracht wordt over algehele ontwapening, steunend op wederzijdse controle.
DEEL IV bespreekt de betrekkingen tussen de inpiduen, gezinnen, intermediaire lichamen en politieke gemeenschappen enerzijds en de wereldgemeenschap anderzijds.
Tengevolge van de moderne wetenschap en techniek zijn er meer contacten tussen de volkeren ontstaan en we zien een steeds groter ingrijpen van de wederzijdse belangen in elkaar. Dit maakt de instelling van een universeel algemeen gezag noodzakelijk. Zulk een universeel algemeen gezag moet onpartijdig zijn macht uitoefenen, het subsidiariteitsbeginsel in acht nemen en tevens het gezag van de afzonderlijke politieke gemeenschappen intact laten. In dit verband prijst de paus de Organisatie van de Verenigde Naties en haar werk, en hij spreekt de hoop uit, dat deze Organisatie haar structuur steeds sterker zal kunnen uitbouwen en steeds meer geëigende middelen zal kunnen vinden om de rechten van de mens doeltreffend te beschermen. Ook de Verenigde Naties
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (10 december 1948), die de Assemblée van de Verenigde Naties op 10 december 1948 plechtig heeft aangenomen, acht de paus van het grootste belang. Ofschoon terecht tegen enkele artikelen van deze Verklaring bezwaren zijn geopperd, is ze toch een gewichtige stap in de richting van een ordening van alle volken ter wereld.
DEEL V bevat pastorale richtlijnen.
De paus spoort de gelovigen aan, actief deel te nemen aan het publieke leven om zo het welzijn zowel van de eigen politieke gemeenschap als dat van de gehele mensheid te bevorderen. Tot dit universeel algemeen welzijn der mensheid moeten alle mensen van goede wil hun bijdrage leveren. De paus benadrukt hierbij op verrassende wijze de samenwerking van katholieken met protestanten, orthodoxen en niet-christenen. Deze samenwerking betekent niet, dat de katholieken zich daarbij tot compromissen aangaande de katholieke geloofs- en zedenleer moeten laten verleiden. Even verrassend en uiterst belangrijk is ook de passage, waarin de paus spreekt over het onderscheid, dat men dient te maken tussen verkeerde ideologieën en bewegingen of groeperingen, die uit deze ideologieën zijn voortgekomen. Een leer of ideologie, eenmaal vastgesteld en geformuleerd, verandert niet, maar de bewegingen, die eruit zijn voortgekomen, steunen op concrete en wisselende historische omstandigheden en ondergaan noodzakelijk de invloed van zulk een ontwikkeling. En vaak kunnen er in dergelijke bewegingen, voor zover ze in overeenstemming zijn met de rede en beantwoorden aan de rechtmatige menselijke aspiraties, echt positieve waarden aanwezig zijn.
Aan het slot van de encycliek wijst de H. Vader er op, dat een ware wereldvrede niet verwezenlijkt kan worden, wanneer de vrede niet heerst in het hart van iedere mens en wanneer niet iedere mens de door God gewilde orde handhaaft.
Persstemmen over de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)
Reeds op Goede Vrijdag hebben ruim 250 dagbladen van allerlei politieke kleur fragmenten of samenvattingen van deze encycliek gebracht, en in verschillende landen werden op de dag zelf van de publicatie stukken eruit voor de radio voorgelezen, zodat terecht is gezegd, dat deze encycliek de wereld rondvloog. L'Osservatore Romano 12 en 14 april 1963 Nog steeds houdt de stroom van besprekingen aan, ofschoon uiteraard een grotere commentaar nog niet mogelijk was. Bijzonder groot was de belangstelling in de Duitse bladen. Zo zegt Die Zeit: "Wij kunnen nog niet de volledige draagwijdte vaststellen van deze encycliek, maar één zaak is zeker: dit is een document, dat wel eens een beslissend keerpunt zou kunnen worden in de ontwikkeling van de wereldorde".? In Duitse politieke en parlementaire kringen werd de encycliek een document van grote historische betekenis genoemd. De Frankfurter Zeitung wijst erop, dat verschillende politici in dit pauselijk schrijven een uitnodiging zien aan het communisme om met de Kerk een gesprek te beginnen, een uitnodiging echter in zo voorzichtige termen, dat men haar ieder ogenblik kan dementeren. Der Westfälische Rundschau constateert, dat de echo ervan ver de grenzen overschrijdt, die men voor de activiteit van de Kerk scheen te verwachten. En de Deutsche Tagespost verklaart, dat deze paus, die de Balzan-prijs ontving, omdat men in hem op eminente wijze de zending van de Vredesvorst herkende, nu door deze encycliek de heraut van het evangelie van de vrede is geworden. De Münchener Merkur zegt, dat de Kerk voor de eerste keer in de geschiedenis een echt gesprek aangaat met de verantwoordelijke personen uit alle landen van de wereld. Paus Joannes is een der grootste stimulatoren en vernieuwers van deze eeuw. In Die Furche schrijft de Weense cultuurhistoricus Friedrich Heer, dat Pius XII de vensters heeft geopend, maar dat Joannes de deur van de Kerk wijd opende en op de drempel zich aan gelovigen en niet-gelovigen vertoont als de belichaming van een uitnodiging voor de toekomst.
De Franse dagbladen verwachten, dat dit uitzonder. lijk document een enorme weerklank zal vinden in de niet-christelijke wereld. Le Figaro noemt de elfde april 1963 een dag van grote betekenis. De grote onderwerpen van de encycliek raken alle gevoelige kwesties van de moderne tijd en zoeken tevens naar een oplossing voor de toekomst. Le Monde vindt de encycliek realistisch vredelievend en vol vertrouwen op de toekomst, en het blad geeft aan de ontwapeningsvoorstellen van de paus een goede kans, juist omdat ze zo menselijk geformuleerd zijn. Het blad noemt het meest origineel en tevens karakteristiek voor de persoon van Joannes de passages over de betrekkingen tussen katholieken en niet-katholieken. De paus, die de schoonzoon van Chroestsjew ontving, maakt onderscheid tussen de verkeerde filosofische systemen en de historische bewegingen, die sterk door de loop van de gebeurtenissen beïnvloed zijn. Volgens La Gazette de Lausanne is de encycliek een bewijs van de uitzonderlijk grote gaven van de paus, die met beslistheid zijn program van vrede en verzoening doorvoert en vastbesloten oude barrières doorbreekt.
Interessant is de eindconclusie van het Engels blad The Daily Telegraph: in de woorden van de encycliek is er geen enkel, dat een staatsman zou kunnen stoten, maar er staan veel woorden in, waarop alle staatslieden zich zouden moeten bezinnen The New York Herald Tribune ziet in de encycliek de impliciete aanvaarding van het principe der coëxistentie tussen communisten en niet-communisten en meent, dat de paus ervan uitgaat, dat zonder dit principe de volken onmogelijk door het gezond verstand de barrières kunnen overwinnen. Maar het blad besluit met de opmerking, dat deze encycliek het geweten van alle goedwillenden in heel de wereld wakker heeft geschud. Juist de Amerikaanse kranten tonen de meeste vrees voor een overdreven enthousiasme en optimisme van de paus en zijn van mening, dat de paus de schaduwzijden niet ziet, aangezien nu eenmaal niet alle mensen van goede wil zijn. Ook geloven sommigen, dat de paus zich te ver op politiek terrein waagt door stelling te nemen in nationale en internationale problemen en zo de soevereiniteit van de staten aantast in problemen van hun competentie.
In verband met dit verwijt van overdreven optimisme verwijzen wij naar de toespraak van Paus Joannes gehouden in de parochie van San Basilio in een van de buitenwijken van Rome, enkele dagen vóór de publicatie van H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963). In deze toespraak verklaart de H. Vader: "Ze zeggen, dat ik te links ben, maar ik moet een vader voor allen zijn. Ze zeggen, dat ik een te groot optimist ben, die alleen het goede ziet, maar ik kan niet anders zijn dan onze Heer, die niets méér deed dan het goede verspreiden, die in plaats van neen te zeggen altijd volhardde in het ja."
Veel Italiaanse bladen brengen vooral drie nieuwe elementen in deze encycliek naar voren: de nadruk, die de paus legt op de noodzaak van een nieuw systeem in de internationale betrekkingen, ook tussen staten, die geheel verschillende politieke en sociale stelsels hebben; de noodzakelijkheid om de ontmoeting tussen de verschillende systemen en ideologieën te verleggen naar een nieuw vlak 18; en het probleem van de betrekkingen van katholieke met niet-katholieke christenen en met niet-gelovigen.
Bij de Oost-Europese bladen heeft H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) over het algemeen eveneens een gunstig onthaal gevonden, maar ze vinden het zwaartepunt van de encycliek vooral in de passages over de ontwapening en de "vreedzame coëxistentie".
Wat de Russische pers betreft, het Persagentschap Tass gaf zonder verder commentaar een samenvatting van de encycliek, vooral van de passages over de ontwapening en over het verbod van atoomwapens, terwijl het orgaan van de Russische regering Isvestija een kort resumé gaf met een gunstige commentaar, die vooral gewijd was aan de ontwapeningsvoorstellen van de encycliek.
Het oordeel van staatslieden, diplomaten en officiële persoonlijkheden over de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963)
Ook de staatslieden hebben spoedig na het verschijnen van de nieuwe encycliek hulde gebracht aan de wijsheid, het inzicht en de onvermoeibare inspanning van Paus Joannes.
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties Oe Thant verklaarde, dat de encycliek juist datgene geraakt heeft wat er leeft in de harten van verreweg de meeste mensen en volken ter wereld, en hij noemde de gunstige echo, die de encycliek algemeen gewekt heeft, een universeel ja-plebisciet, waarmee de goedwillende wereld hulde wilde brengen aan de activiteit van de paus.
President Kennedy van Amerika zei op 22 april 1963 in een toespraak tot de katholieke universiteit van Boston: "Door haar scherpe analyse van de grote moderne problemen bewijst deze encycliek de mogelijkheid om, op basis van een grote godsdienst en van grote tradities, suggesties te doen, die van niet geringe betekenis zijn voor alle mannen en vrouwen van goede wil. Als katholiek ben ik er trots op en als Amerikaan heb ik er vele lessen uit getrokken. De boodschap van de encycliek wint nog aan kracht, doordat ze zo sterk overeenkomt met belangrijke uitingen van kerkelijke personen van andere godsdiensten (ik denk b.v. aan de recente documenten van de Wereldraad van Kerken) en van andere vooraanstaande burgers, die geen kerkelijke positie bekleden. Wij leren de taal spreken van de vooruitgang en de vrede boven alle grenzen uit".
Op de Internationale ontwapeningsconferentie spoorde de Braziliaanse gedelegeerde zijn collega's aan, de werkzaamheden te hervatten in een nieuwe geest, nl. in de geest van H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963), en de Amerikaanse gedelegeerde vestigde vooral de aandacht op de ontwapeningsvoorstellen van de encycliek en vroeg, dat deze verklaring opgenomen zou worden in de akten van de ontwapeningsconferentie, terwijl bepaalde gedelegeerden, o.a. die van Amerika en Canada, ook de bewondering van hun regeringen lieten uitkomen voor de wijze woorden van de paus ten gunste van de vrede.
En de voorzitter van de Commissie voor buitenlandse zaken in Frankrijk, Maurice Schumann, drukte zich als volgt uit: "Er moest een moment komen om de wereld eraan te herinneren, dat er één grote mensenfamilie bestaat, en de paus heeft door zijn nieuwe encycliek dit moment vastgelegd voor heel de historie en voor alle tijden. Alle mensen, van welke natie, kleur of godsdienst ook, moeten in deze boodschap hun eigen zorgen en hun eigen hoop erkennen. En niemand onder hen zal zich veroordeeld voelen, en allen zullen inzien, dat hetgeen de mensen onderling scheidt veel geringer is dan hetgeen hen verbindt".
In het Engelse Lagerhuis dienden zes socialisten, allen niet-katholieken, een motie in, waarin de diepe voldoening werd uitgesproken over het vredeswerk van deze paus en over zijn bezorgdheid ten aanzien van het gevaar van kern- en andere oorlogen.26 En de juridische faculteit van de universiteit van Sao Paolo (Brazilië) heeft op 2 mei naar aanleiding van deze vredesboodschap Paus Joannes XXllI voorgedragen voor de Nobelprijs van 1963 voor de vrede. Het verzoek werd in een plechtige zitting in de universiteitsaula overhandigd aan de Noorse consul.
De grote geestdrift voor de nieuwe encycliek
Uiteraard is een diepgaande commentaar op de nieuwe encycliek nog niet mogelijk en zijn wij nog niet in staat, heel de draagwijdte en betekenis van dit document aan te geven. Wij kunnen die slechts van verre benaderen door te wijzen op enkele factoren, waardoor het elan dat deze encycliek lossloeg, verklaarbaar is. Natuurlijk is het onderwerp van de vrede, dat voor het eerst officieel in zulk een uitvoerig pauselijk document behandeld wordt, voor de mens aantrekkelijk, omdat dit zo diep in iedere mens zelf leeft. Maar ook de wijze, waarop de paus deze materie behandelt, en heel de persoonlijkheid van de H. Vader, die in deze encycliek gestalte krijgt, zijn factoren, die ons een verklaring kunnen geven. Telkens weet de paus de menselijke persoon, de natuurlijke menselijke waardigheid en de natuurlijke gelijkheid van individuen en volken centraal te stellen, evenals de eerbied voor de onveranderlijke en algemeen geldende wetten, die ieder mens in het hart gegrift zijn. De encycliek is een stuk, dat ons heel de herderlijke gestalte van de paus doet zien met zijn grote zorg en alomvattende liefde voor de mensen. Ze is geen geleerde of academische verhandeling, maar een reeks uitspraken en aansporingen, die voortkomen uit het bewogen hart van de paus, die vanaf het begin van zijn pontificaat, en ook weer in dit document, meer de nadruk legde op zijn universeel vaderschap dan op zijn leraarsambt, een houding, die ook de niet-katholieken gemakkelijker aanspreekt, omdat ze ook meer in overeenstemming is met de moderne tijd. Zelfs als deze paus woorden aanhaalt van vroegere pausen over ditzelfde onderwerp, dan krijgen deze woorden in zijn mond een andere klank en dringen door, waar ze tot nog toe niet waren doorgedrongen, juist door het bemiddelend en verzoenend karakter van Paus Joannes, die steeds meer de positieve waarden benadrukt, die de mensen verenigen, dan de verschillen, die hen scheiden, zonder evenwel de principes los te laten. Zo is ook deze encycliek niet gericht tegen een bepaald politiek systeem of een bepaalde politieke groepering. Dit typerende, verbindende element komt ook tot uitdrukking in de passages, waarin de encycliek spreekt over de vrije particuliere en openbare godsdienstuitoefening, een onderwerp, dat nooit te voren zo open werd behandeld. Het telkens beklemtonen van de persoonlijke vrijheid en de persoonlijke verantwoordelijkheid van de mens zal niet nalaten indruk te maken, evenals het feit, dat deze encycliek voor het eerst gericht is, niet alleen tot de bisschoppen en gelovigen van de katholieke wereld, maar tot alle mensen van goede wil, tot welke religie of politiek zij ook behoren. De paus laat hierdoor duidelijk uitkomen, dat zijn liefde tot de mensen niet beperkt wordt door de grenzen van de Kerk. De natuurlijke vrijheid van de mens wordt als het ware op één lijn gesteld met de deugden van waarheid, rechtvaardigheid en liefde. Ook de oecumenische sfeer van dit document is een belangrijke factor, die het lezen ervan zo aantrekkelijk maakt. Naast dit oecumenisch element treedt ook het sociaal karakter sterk op de voorgrond. De paus verbindt het sociaal probleem met het vredesvraagstuk en weet de sociale encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Mater et Magistra
Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen
(15 mei 1961) harmonisch in te passen in het bredere kader van H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963). De passages, die tot nu toe het meest geciteerd zijn uit de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) en die ook in de toekomst wel een voornaam onderwerp zullen blijven vormen in de commentaren, zijn zeker die over de betrekkingen en samenwerking tussen katholieken en niet-katholieken. De paus wil uitdrukkelijk onderscheid gemaakt zien tussen dwaling en dwalenden. Hij doet duidelijk uitkomen, dat de norm voor zulk een samenwerking niet uitsluitend gelegen is in de doctrine van de andere partij, maar in de mate, waarin de praktijk van die partij overeenkomt met de natuurwet: "valse theorieën mag men niet vereenzelvigen met historische bewegingen op sociaal-economisch en politiek gebied, zelfs als die bewegingen hun oorsprong danken aan dergelijke theorieën; want een theorie verandert niet, maar de bewegingen, die zich met de steeds wisselende omstandigheden bezighouden, worden aanzienlijk door dergelijke ontwikkelingen beïnvloed". Door deze, reeds veel aangehaalde belangrijke passage schijnt de H. Vader, volgens sommigen, de hand te willen reiken aan de communisten. In ieder geval doorbreekt de paus hier de starre opvatting van hen, die a priori ieder redelijk compromis verwerpen. Als de paus zegt, dat men onderscheid moet blijven maken tussen de dwaling en de dwalenden, dan motiveert hij dit met de treffende gedachte, dat ook de dwalende altijd mens is en de waardigheid van menselijk persoon bewaart, en derhalve overeenkomstig deze waardigheid moet worden beschouwd. Ook hierin ligt waarschijnlijk een van de redenen, waarom H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) zulk een indruk gemaakt heeft op christenen en niet-christenen.
Tenslotte moeten wij deze encycliek ook zien in verband met het Tweede Vaticaans Concilie. Enige tijd vóór het verschijnen van deze encycliek schreef mgr. Thomas Roberts S.J., oud-aartsbisschop van Bombay, in Search, dat in Engeland en Amerika verschijnt, een vrij scherp artikel, getiteld "Op zoek naar de vrede". Hij zegt hierin, dat op zijn instigatie, direct na de aankondiging van het Concilie, verschillende petities naar Rome zijn gezonden om een commissie te doen instellen, die het vredesvraagstuk zou moeten bestuderen, maar dat men vanuit Rome daarop nooit geantwoord heeft. Mgr. Roberts drukt er zijn spijt over uit, dat dientengevolge de meeste bisschoppen niet voorbereid waren op de behandeling van dit probleem, met uitzondering van de Franse bisschoppen, die zich sinds 1950 reeds heel bijzonder met dit vraagstuk hadden beziggehouden. Eveneens betreurt de schrijver het, dat het vredesvraagstuk niet in de eerste periode van het Concilie ter sprake is gekomen, ofschoon ook kardinaal Suenens de instelling van een commissie had bepleit voor de bestudering van het vraag. stuk. In verband hiermee wordt de veronderstelling geopperd, dat Paus Joannes, oordelend dat een dergelijke behandeling op het Concilie te veel tijd zou ver. gen en misschien zelfs niet aanstonds een meerderheid zou krijgen, het wenselijk geoordeeld heeft, zelf daaromtrent een verklaring af te leggen en door een aanbeveling van de Verenigde Naties
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (10 december 1948) te tonen, dat de Kerk werkelijk van deze tijd is Ook het feit, dat de H. Vader in dit document niet alleen steunt op de goddelijke openbaring en de kerkelijke tradities, maar ook en vooral op het natuurrecht, heeft zeker op zeer veel goedwillenden een uitstekende indruk gemaakt.
Zo zien wij in deze encycliek veel dingen, die verrassend en nieuw mogen heten, vooral wat betreft de verhouding van de katholieke Kerk tot de verschillende levensovertuigingen. Door dit alles is H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) een document geworden, dat waarschijnlijk tot de belangrijkste kerkelijke documenten zal gaan behoren, met name voor de niet-katholieken. Een der grote waarden van deze pauselijke boodschap is zeker, dat ze de vermenselijking in de edelste zin van het woord, reeds begonnen op het Tweede Vaticaans Concilie, verder voortzet.
Niet alleen doordat aan Paus Joannes XXIII dit jaar de Balzan-prijs werd toegekend, maar ook door de encycliek H. Paus Johannes XXIII - Encycliek
Pacem in Terris
Vrede op aarde
(11 april 1963) is deze paus "the man of the year" geworden.
Over de vertaling
De redactie volgde bij de vertaling de officiële Latijnse tekst uit de A.A.S. 55 (1963) 257-304, waarbij zij ook rekening hield met de Italiaanse tekst uit L'Oss. Rom. van 11 april 1963. De opschriften van de onderdelen zijn ontleend aan de Italiaanse tekst.