
H. Paus Johannes Paulus II - 11 mei 1980
Dierbare studenten,
Hoe moet ik jullie bedanken dat jullie in zo grote getale, met zoveel blijdschap en vertrouwen je verzameld hebt rondom jullie vader, het hoofd van de katholieke Kerk? Ik hoop en ik bid er God om dat deze ontmoeting voor ons een uur mag worden van diepe gemeenschap naar hart en geest, onvergetelijk voor mij en van beslissend belang voor jullie.
Jullie problemen en verwachtingen als studenten van de Ivoorkust zijn mij bekend. Ik ben er tegelijkertijd gelukkig en bezorgd om. Ik richt mij dan ook vol vertrouwen tot jullie als tot jeugd in een concrete situatie, als tot dragers van grote menselijke en christelijke verwachtingen. De dienst van het Woord die wij zojuist beëindigd hebben heeft er beslist toe bijgedragen jullie harten ontvankelijk te maken. Deze drie lezingen vormen een ideaal kader voor de serieuze meditatie die wij zo dadelijk zullen houden.
De Kerk, waartoe jullie behoren door de sacramenten van doopsel en vormsel – na afloop zal ik tot mijn vreugde enkele van jullie het sacrament van het vormsel mogen toedienen -, is van meet af aan een open Kerk geweest die openstaat voor alle mensen en alle culturen; een Kerk die de verzekering gekregen heeft dat zij door alle vernederingen en vervolgingen heen, die zij in de loop van de geschiedenis heeft ervaren, een glorierijke voleinding zal bereiken; een Kerk die op een geheimvolle manier bezield wordt door de Geest van Pinksteren, maar die ook vol ijver erop bedacht is aan de mensen hun onvervreemdbare waardigheid te openbaren, en hun roeping tot ,huisgenoten Gods’, tot schepselen waarin God woont, de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Is het niet een geweldige stimulans, de atmosfeer te mogen inademen van een Kerk die altijd jong is en vastbesloten?
Nog onlangs hebben jullie bisschoppen zich gericht tot jullie evenals tot jullie ouders en tot allen die voor jullie verantwoordelijkheid dragen. Met hun brief wilden zij op de gevaren wijzen die jullie bedreigen, en jullie, jongeren, zowel als de volwassenen oproepen tot een nieuw geestelijk elan. Velen van jullie zijn zich de moeilijkheden en noden die in de kringen van de jongeren bestaan, ten volle bewust. Zonder te generaliseren, schuwen zij niet de dingen bij hun naam te noemen en aan de ouderen een appèl te richten onder verwijzing naar de beroemde woorden van de profeet Jeremias: ,De vaders hebben zure druiven gegeten en de kinderen krijgen er stroeve tanden van’ (Jer. 31, 29) .
Ieder lid van de samenleving draagt op dit punt zijn eigen verantwoordelijkheid. Daarom is ook iedereen tot een persoonlijke omkeer geroepen, wat zeer zeker een goede manier is om mee te werken aan de evangelisatie van de wereld Vgl. H. Paus Paulus VI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de Evangelisatie in de Moderne Wereld, Evangelii Nuntiandi (8 dec 1975), 21.41. Maar aan jullie vraag ik: Wanneer alle jongeren bereid zouden zijn hun eigen leven te veranderen, zou dan niet heel de samenleving anders worden? Waarom nog langer wachten op de ideale oplossingen van problemen waaronder jullie gebukt gaan? Jullie dynamiek, jullie verbeeldingskracht en jullie geloof zijn in staat bergen te verzetten!
Laten we eens samen, in alle rust en realistisch, de wegen beschouwen die jullie dichter bij de samenleving brengen waarvan jullie dromen: een samenleving die gegrondvest is op waarheid, gerechtigheid, broederschap en vrede; een menswaardige samenleving zoals God die gewild heeft. De wegen die daar naar toe leiden, zijn onvermijdelijk die van een ijverige voorbereiding op jullie verantwoordelijkheden van morgen, het zijn die van een waarachtig geestelijk ontwaken.
Jongeren van de Ivoorkust, hebt samen de moed tot leven! Mensen die geschiedenis maken, zij het op het laagste of op het hoogste niveau, zijn steeds degenen die diep overtuigd zijn van de roeping van de mens: de roeping tot zoeken, tot strijden en tot opbouwen. Hoe ziet jullie mensbeeld eruit? Dat is een fundamentele vraag; het antwoord daarop beslist over de toekomst van jullie en van jullie land, want jullie hebben de plicht jullie leven te doen slagen!
Ja, dierbare jongeren, Jezus Christus is geen ontvoerder van mensen maar een Redder. Hij wil jullie bevrijden om van jullie allemaal redders te maken, zowel in de studentenwereld van vandaag alsook in de beroepen en verantwoordelijkheden die jullie in de toekomst op jullie zullen nemen.
Dit lijkt me het aangewezen moment om me te richten tot die jongeren die het sacrament van het vormsel gaan ontvangen en daarmee een nieuwe fase betreden van hun leven als gedoopte: de fase van de actieve dienst op het onmetelijk terrein van de evangelisatie van de wereld. De handoplegging en de zalving met het heilig chrisma, zijn een werkelijke en werkzame verwijzing naar de volledige nederdaling van de heilige Geest in het diepst van jullie persoon, in het snijpunt om zo te zeggen van jullie menselijke vermogens, van jullie verstand dat de waarheid zoekt en van jullie vrijheid die op zoek is naar een ideaal. Jullie vormsel is het Pinksteren voor jullie leven! Besef de ernst en de grootheid van dit sacrament. Wat zal voortaan jullie levensstijl zijn? Die van de apostelen toen zij de zaal van het Laatste Avondmaal verlieten. Die van de christenen van alle tijden, die met heel hun enthousiasme trouw bleven aan het gebed, aan de verdieping van hun geloof en aan het getuigenis, aan het breken van het brood en aan de dienst aan de naasten, met name de allerarmsten Vgl. Hand. 2, 42-47 .
Jonge vormelingen van vandaag en van gisteren, trekt voort op jullie levensweg als enthousiaste getuigen van het pinkster-gebeuren, dat een onuitputtelijke bron is van jeugd en dynamiek voor de Kerk en voor de wereld.
Weest erop bedacht dat je soms op tegenstand zult stuiten, op minachting en spot. De ware leerlingen staan niet boven hun Meester. Hun kruisen zijn als het lijden en het kruis van Christus: geheimvolle bronnen van vruchtbaarheid. Tweeduizend jaar kerkgeschiedenis bevestigen de paradox van de vruchtbaarheid van het tot offer geworden lijden.
Laat mij jullie tenslotte verzekeren dat zo’n apostolische inzet jullie niet alleen voorbereidt op het dragen van toekomstige zware verantwoordelijkheden, maar ook op het stichten van gedegen gezinnen zonder welke een volk niet lang kan voortbestaan; en wel, wat méér is: van christelijke gezinnen die even zovele basiscellen vormen van de kerkelijke gemeenschap. Door zo’n apostolische inzet zullen sommigen van jullie ertoe komen zich helemaal aan Christus te geven, in het priesterschap of in het religieuze leven. De bisdommen van de Ivoorkust hebben evenals alle bisdommen van Afrika, recht op jullie edelmoedig antwoord op het appèl dat de Heer ongetwijfeld op velen van jullie doet: Kom, en volg Mij!’
Is dit nu een strovuur, deze viering? Deze gezamenlijke meditatie, is zij een strovuur? De liturgische teksten van deze zesde zondag van Pasen zeggen ons het tegendeel. Het Johannesevangelie verzekert ons dat de heilige Geest woont in de harten van hen die liefhebbende en trouwe leerlingen zijn van Christus. De heilige Geest wil het geheugen van de gelovigen opfrissen, hen diep in hun binnenste verlichten en hen helpen om op de problemen van hun tijd in vrede een antwoord te geven, met een hoopvol vertrouwen dat die nieuwe wereld zal komen die in het boek Openbaring geschilderd wordt. Moge diezelfde heilige Geest ons allen één maken en ons toewijden aan de dienst van God, onze Vader, en aan de dienst van de mensen, onze broeders, door Christus, in Christus, en met Christus!
Amen