• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

VIERING VAN PALMZONDAG EN VAN HET LIJDEN VAN DE HEER
Sint Pietersplein - viering van de 21e Wereld Jongeren Dag

Aan de viering van de plechtige liturgie van Palmzondag en van het Lijden van de Heer - die op 9 april 2006 plaats vond op het Sint Pietersplein, deden jongeren mee uit Rome en uit andere bisdommen bij gelegenheid van de Paus Benedictus XVI - Boodschap
Dat zij jullie leert het Woord van God te ontvangen
Boodschap aan de jongeren van de wereld bij gelegenheid van de 21e Wereld Jongeren Dag (9 april 2006)
(22 februari 2006)
met als thema: “Uw woord is een lamp voor mijn voeten, het is een licht op mijn pad” (Ps. 119, 105).

Aan het eind van de Mis vond de overdracht plaats van het Kruis van het heilig Jaar en van de Icoon van de heilige Maagd Maria door jongeren uit Keulen aan hun leeftijdgenoten uit Sydney, waar in 2008 de 23ste Wereldjongerendag zal gevierd worden.

Hieronder volgt de tekst van de homilie die paus Benedictus XVI heeft gehouden na de proclamatie van het Lijden van de Heer volgens Marcus.

Al sinds twintig jaar is, dankzij paus Johannes Paulus II, de Palmzondag in het bijzonder de dag van de jeugd geworden - de dag waarop in heel de wereld de jongeren Christus tegemoet gaan vanuit het verlangen met Hem op te trekken in hun steden en dorpen, opdat Hij midden onder ons zal zijn en zijn vrede kan stichten in de wereld. Maar als wij Christus tegemoet gaan en vervolgens met Hem zijn weg willen bewandelen, moeten we de vraag stellen: Wat is dat voor weg waarover Hij ons wil leiden? Wat verwachten wij van Hem? Wat verwacht Hij van ons.

Om te verstaan wat op Palmzondag is gebeurd en om te weten wat dat, behalve voor die tijd, voor elke tijd betekent, blijkt een bijzonderheid van belang die ook voor zijn leerlingen de sleutel werd om die gebeurtenis te begrijpen, toen zij na Pasen met nieuwe ogen die roerige dagen nog eens nagingen. Jezus gaat de Heilige Stad binnen terwijl Hij op een ezel rijdt, dat wil zeggen het dier van de gewone eenvoudige mensen van het land, en dan ook nog eens een ezel die niet van Hem is, maar die Hij voor deze gelegenheid te leen vraagt. Hij komt niet in een koninklijke praalwagen, niet te paard zoals de groten der aarde, maar op een ezel die Hij te leen heeft. Johannes verhaalt dat de leerlingen dit eerst niet verstonden. Pas na Pasen drong het tot hen door dat Jezus, door zo te doen, de aankondigingen van de profeten vervulde, dat zijn handelen voortvloeide uit het Woord van God en dat Hij het in vervulling deed gaan. Zij herin-nerden zich, zegt Johannes, dat bij de profeet Zacharia te lezen staat: ”Vrees niet, dochter Sion. Zie, uw koning komt, gezeten op een ezelsveulen.” (Joh. 12, 15) Vgl. Zach. 9, 9 . Om de betekenis van de profetie te begrijpen, moeten wij heel de tekst van Zacharia beluisteren, die zo verder gaat:

Ik vaag de strijdwagens weg uit Efraïm, de paarden uit Jeruzalem; de strijdboog wordt gebroken. Dan kondigt hij vrede af onder de volken, dan gaat zijn heerschappij van zee tot zee, van de Rivier tot de grenzen van de aarde.” (Zach. 9, 10).

Hij zegt daarmee drie dingen over de koning die komt.

Op de eerste plaats zegt hij dat hij een koning van de armen zal zijn, een arme onder de armen en voor de armen. Armoede is in dit geval te verstaan in de zin van de anawim van Israël, van die gelovige en nederige zielen die wij rond Jezus tegenkomen - in het perspectief van de eerste Zaligspreking uit de Bergrede. Iemand kan materieel arm zijn, maar het hart vol hebben van verlangen naar rijkdom, en naar de macht die uit rijkdom voortvloeit. Juist het feit dat hij leeft in jalousie en hartstochtelijk verlangen, laat zien dat hij in zijn hart tot de rijken behoort. Hij verlangt de verdeling van de goederen omver te werpen, maar om zelf als eerste in de situatie van de rijken te belanden. De armoede in de zin van Jezus - in de zin van de profeten - veronderstelt vóór alles dat men innerlijk vrij is van de begeerte naar bezit en van de belustheid op macht.

Het gaat om iets veel groters dan gewoon een andere verdeling van de goederen, die blijft steken in het materiële en daardoor de harten integendeel nog harder zou maken. Het gaat vooral om de zuivering van het hart, waardoor men het bezit erkent als verantwoordelijkheid, als een taak jegens de anderen, terwijl men zich onder Gods ogen plaatst en zich laat leiden door Christus die, ofschoon Hij rijk was, arm geworden is voor ons Vgl. 2 Kor. 8, 9 . De innerlijke vrijheid is de vooronderstelling voor het overwinnen van de corruptie en de gierigheid die momenteel de wereld verwoesten. Een dergelijke vrijheid kan alleen maar gevonden worden als God onze rijkdom wordt; kan alleen gevonden worden in het geduld van de dagelijkse onthouding, waarin zij zich ontwikkelt als de ware vrijheid. Onze acclamaties op Palmzondag gelden de koning die ons naar dat doel leidt: Jezus. Hem vragen wij ons met Zich mee te nemen op zijn weg.

Als tweede punt laat de profeet ons zien dat deze koning een koning van vrede zal zijn: hij zal de strijdwagens en de gevechtspaarden doen verdwijnen, de bogen zal hij breken en de vrede afkondigen. In de gestalte van Jezus wordt dit concreet door middel van het Kruis. Het kruis is de gebroken boog, in zekere zin de nieuwe regenboog die hemel en aarde verbindt en een brug slaat over de afgronden tussen de werelddelen. Het nieuwe wapen dat Jezus ons in handen geeft is het Kruis - teken van verzoening, teken van de liefde die sterker is dan de dood. Telkens als wij een kruisteken maken, moeten we ons herinneren tegenover onrechtvaardigheid geen onrechtvaardigheid te stellen, en tegenover geweld geen geweld; ons herinneren dat we het kwade alleen maar kunnen overwinnen door het goede, en dat we nooit kwaad met kwaad moeten vergelden.
Het derde wat de profeet stelt is de aankondiging van de universaliteit. Zacharis zegt dat het rijk van de koning van de vrede zich uitstrekt “van zee tot zee... tot de grenzen der aarde”. De oude belofte van het land, gedaan aan Abraham en aan de Vaders, wordt hier vervangen door een nieuwe kijk: de ruimte voor de messiaanse koning is niet langer een bepaald land dat zich vervolgens van de anderen zal afscheiden en bijgevolg onvermijdelijk stelling zal nemen tegen andere landen. Zijn land is de aarde, heel de wereld. Door elke begrenzing te overstijgen schept Hij in de veelvoud van de culturen eenheid. Wanneer onze blik door de nevelen van de geschiedenis heen kijkt, zien we hier in de profetie uit de verte het netwerk opdoemen van de eucharistische gemeenschappen dat heel de wereld omvat - een netwerk van gemeenschappen die het “Rijk van de vrede” van Jezus vormen van zee tot zee tot aan de grenzen van de aarde. In alle culturen en alle werelddelen, overal, zowel in ellendige hutten en arme dorpen als in de schitterende pracht van kathedralen, komt Hij! Overal is Hij dezelfde, de Enige. Alle bidders, verenigd in gemeenschap met Hem, zijn zo ook onder elkaar verenigd in één en hetzelfde Lichaam. Christus heerst terwijl Hij zichzelf maakt tot ons brood en zich aan ons geeft. Het is op deze manier dat Hij zijn Rijk opbouwt.
Deze samenhang wordt helemaal duidelijk in dat andere oud-testamentische woord dat kenmerkend is voor het gebeuren van Palmzondag en het uitlegt: “Hosanna, gezegend die komt in de Naam van de Heer” (Mc. 11, 9, v)(Ps. 118, 25, v). Dit woord maakt deel uit van de rite van het loofhuttenfeest, waarbij de gelovigen rond het altaar gaan en in de hand takken houden van palmen, mirten en wilgen. Nu heft het volk deze roep aan voor Jezus, in Wie zij Degene zien die komt in de Naam van de Heer. Nu was de uitdrukking “degene die komt in de naam van de Heer” in feite de aanduiding geworden van de Messias. In Jezus erkennen zij dus Degene die werkelijk komt in de naam van de Heer en die de tegenwoordigheid brengt van God midden onder hen.

Deze uitroep van hoop van Israël, deze acclamatie van Jezus bij zijn intocht in Jeruzalem, is in de Kerk om goede reden de acclamatie geworden van Hem die, in de Eucharistie, op een nieuwe manier ons tegemoet komt. Wij begroeten Hem die in vlees en bloed de heerlijkheid van God op aarde gebracht heeft. Wij begroeten Hem die in de Eucharistie steeds opnieuw tot ons komt in de naam van de Heer en die zo de grenzen der aarde met elkaar verbindt in de vrede van God. Deze ervaring van de universaliteit maakt deel uit van de Eucharistie. Omdat de Heer komt, trekken wij weg uit onze exclusie-ve particularismen en gaan wij binnen in de grote gemeenschap van allen die dit heilig Sacrament vieren. Wij gaan binnen in het Rijk van vrede en begroeten in Hem in zekere zin ook onze broeders en zusters tot wie Hij komt, om waarachtig een Rijk van vrede te worden in deze verscheurde wereld.

Alle drie door de profeet aangekondigde kenmerken - armoede, vrede en universaliteit - zijn samengevat in het teken van het Kruis. Daarom is het Kruis terecht het middelpunt van de Wereld Jongeren Dagen geworden. Er is een periode geweest - en zij is nog niet helemaal voorbij - waarin het christendom juist vanwege het Kruis werd afgewezen. Het Kruis spreekt van offer, zo zei men, het Kruis is teken van ontkenning van het leven. In plaats daarvan willen wij het volledige leven zonder beperkingen of onthoudingen. Wij willen leven, niets anders dan leven. Wij laten ons niet beperken door geboden en verboden; wij willen rijkdom en volheid - zo zei men en zegt men nog. Dat klinkt allemaal overtuigend en verleidelijk; het is de taal van de slang die zegt: “Laat je niet bang maken! Eet rustig van al de bomen in de tuin!” De Palmzondag echter zegt ons dat het ware grote “Ja” juist het Kruis is, dat juist het Kruis de ware Boom des Levens is. Wij vinden het leven niet door er ons meester van te maken, maar door het te geven. De liefde is een geven van zichzelf, en daarom is de weg van het ware leven gesymboliseerd door het Kruis.

Het Kruis van de Wereld Jongeren Dagen en de Icoon van Maria worden in palmprocessie meegenomen.

Vandaag wordt het Kruis, dat het laatst in het centrum stond van de Wereld Jongeren Dag in Keulen, aan een speciale delegatie overhandigd opdat het aan zijn tocht naar Sydney begint, waar in 2008 de jeugd van de wereld opnieuw rond Christus wil samenko-men om met Hem samen het Rijk van de vrede op te bouwen. Van Keulen naar Sydney - een tocht door werelddelen en culturen, een tocht door een verscheurde en door geweld geteisterde wereld! Het staat symbool voor de weg “van zee tot zee, van de Rivier tot de grenzen der aarde”. Het is de tocht van Hem die in het teken van het Kruis ons de vrede schenkt en ons dragers maakt van de vrede. Ik dank de jongeren die nu dit kruis door de straten van de wereld zullen dragen, waar we het mysterie van Jezus als het ware kunnen aanraken. Laten wij Hem bidden dat Hij tegelijkertijd ook ons aanraakt en onze harten opent, opdat wij door het Kruis te volgen boodschappers worden van zijn liefde en van zijn vrede.

Amen.

Document

Naam: VIERING VAN PALMZONDAG EN VAN HET LIJDEN VAN DE HEER
Sint Pietersplein - viering van de 21e Wereld Jongeren Dag
Soort: Paus Benedictus XVI - Homilie
Auteur: Paus Benedictus XVI
Datum: 9 april 2006
Copyrights: © 2006, Libreria Editrice Vaticana
Vert.: Past. Chr. van Buijtenen, pr., nummering van de vertaler
Bewerkt: 7 november 2019

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test