• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
De ouders moeten in onze tijd waakzaam zijn voor de verschillende manieren waarop hun kinderen soms een immorele vorming krijgen door middel van methoden die gepropageerd worden door groepen met standpunten en belangen die strijdig zijn met de christelijke moraal. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Brief aan de Gezinnen - Bij gelegenheid van het Internationaal Jaar van het Gezin, Gratissimam sane (2 feb 1994), 13 Een opsomming van alle onaanvaardbare methoden zou onmogelijk zijn. wij noemen hier slechts enkele van de meer verspreide methoden die een bedreiging vormen voor de rechten van de ouders en het zedelijk leven van hun kinderen.

Allereerst dienen de ouders een geseculariseerde en op geboortebeperking gerichte seksuele vorming af te wijzen; bij dit soort vorming wordt God gemarginaliseerd en wordt het kind als een bedreiging beschouwd. Dit soort seksuele vorming wordt gepropageerd door grote organisaties en internationale verenigingen die voorstanders zijn van abortus, sterilisatie en anticonceptie. Deze organisaties willen een stijl van leven opdringen die strijdig is met de ware menselijke seksualiteit. Ze zijn op het niveau van natie of staat actief, en trachten kinderen en opgroeiende jeugd angst in te boezemen voor de ‘dreigende overbevolking’, om daarmee een contraceptieve dat wil zeggen een ‘antileven’-mentaliteit te propageren. Ze verspreiden valse ideeën over de ‘gezonde voortplanting’ en de ‘rechten van jonge mensen op het gebied van seks en voortplanting’. Pauselijke Raad voor het Gezin, Ethische en pastorale dimensies met betrekking tot bevolkingsgroei, Instrumentem Laboris (24 mrt 1994), 28.84 Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 62 Sommige van deze geboortebeperking propagerende organisaties beheren bovendien klinieken waarin met schending van de rechten der ouders, aan jonge mensen de mogelijkheid wordt geboden tot abortus en anticonceptie, waarmee promiscuïteit in de hand wordt gewerkt en bijgevolg een toename van zwangerschappen onder tieners. “Als wij uitzien naar het jaar 2000, zouden we dan vergeten te denken aan de jeugd? Wat staat hun te wachten? Een samenleving van ‘dingen’ en niet van ‘personen’. Het recht om vanaf hun prilste jeugd ongeremd te doen wat ze willen op voorwaarde dat het ‘veilig’ is. Zichzelf zonder voorbehoud geven, de eigen instincten beheersen, zich verantwoordelijk weten, - men vindt dat allemaal achterhaalde begrippen.” H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Aan de staatshoofden met het oog op de Conferentie van Cairo (19 mrt 1994)

Vóór de adolescentie kan aan de hand van de katholieke moraal en de eerbied voor menselijk leven geleidelijk het immoreel karakter worden uiteen gezet van abortus langs chemische zowel als langs chirurgische weg. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven, Evangelium Vitae (25 mrt 1995), 58-63

Wat sterilisatie en anticonceptie betreft, hierover dient niet vóór de adolescentie, en allen overeenkomstig de leer van de Rooms-katholieke kerk gesproken te worden. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 62 Vandaar dat de morele en spirituele betekenis en ook de betekenis voor de gezondheid, van de methoden voor natuurlijke vruchtbaarheidsregeling moeten worden benadrukt, terwijl tegelijk gewezen dient te worden op de gevaren en ethische aspecten van de kunstmatige methoden. Met name dient gewezen te worden op het wezenlijk en diep verschil tussen de natuurlijke en de kunstmatige methoden, zowel wat betreft Gods bedoeling met het huwelijk als wat betreft het realiseren van de “totale zelfgave van de echtgenoten”, H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 32 en het openstaan voor het leven.

In sommige samenlevingen zijn er beroepsverenigingen aan het werk van vormingsleiders, adviseurs en therapeuten op het gebied van seks. Aangezien hun werk vaak op ongezonde theorieën berust die geen wetenschappelijke waarde hebben en geen oog hebben voor authentieke antropologie, en op theorieën die de betekenis van echte kuisheid niet erkennen, dienen de ouders dat soort verenigingen met behoedzaamheid te benaderen, ook al hebben ze misschien een of andere officiële erkenning gekregen. Als hun zienswijze strijdig is met de leer van de kerk, blijkt dat niet alleen in hun bezigheden maar ook in hun in vele landen wijdverspreide publicaties.
Een andere verkeerde methode is wanneer aan de kinderen bij het hun gegeven seksonderricht, al is het maar schetsmatig, al de intieme details worden geleerd van het genitale verkeer. Tegenwoordig wordt als motief hiervoor aangevoerd dat men wil opvoeden tot ‘veilig vrijen’, vooral met het oog op de verspreiding van aids. Wat dit betreft dienen de ouders ook het propageren af te wijzen van het zogenaamd ‘veilig vrijen’ of ‘veiliger seks’, een gevaarlijke en immorele gedragslijn, die berust op de misleidende theorie dat het condoom adequate bescherming zou bieden tegen aids. De ouders moeten benadrukken dat de enige ware en veilige vorming ter voorkoming van deze besmettelijke ziekte bestaat in onthouding buiten het huwelijk en trouw in het huwelijk.

Er is een wijdverspreide maar mogelijk schadelijke methode in gebruik die ‘waardeverheldering’ wordt genoemd. Daarbij worden de jong mensen gestimuleerd om over morele onderwerpen zo ‘onafhankelijk’ mogelijk na te denken, ze te verduidelijken en er over te beslissen; daarbij wordt voorbij gegaan aan de objectieve realiteit van de zedenwet in het algemeen, en er wordt nagelaten het geweten te vormen aangaande de specifieke christelijke voorschiften, zoals die door het magisterium van de kerk worden voorgehouden. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 95-97 Men geeft aan de jongelui het idee dat een morele gedragscode iets is wat zij zelf scheppen, als zou de mens de bron en norm zijn van de moraal.

Tijdens een instabiele periode van hun ontwikkeling worden jonge mensen echter door de ‘waardeverheldering’-methode belemmerd in hun ware vrijheid en onafhankelijkheid. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 41. over de zedelijke autonomie van de mens In de praktijk wordt niet alleen de opvatting ondersteund van de meerderheid, maar worden de jongelui ook voor ingewikkelde morele situaties gesteld die heel veraf liggen van de normale morele keuzes waar zij iedere dag voor staan en waarin goed en kwaad gemakkelijk te onderscheiden zijn. Deze onaanvaardbare methode dreigt uit te lopen op een alles relativerende houding op moreel terrein, terwijl onverschilligheid voor de zedenwet en een houding van ‘alles mag’ ermee in de hand worden gewerkt.

Ook dienen de ouders erop te letten hoe soms seksueel onderricht een onderdeel wordt van de behandeling van andere, op zich nuttige, onderwerpen (bijvoorbeeld gezondheid en hygiëne, persoonlijke ontwikkeling, gezinsleven, kinderboeken, sociale en culturele vakken, enzovoorts). In dit soort situaties is de inhoud van het seksonderricht moeilijker te controleren. Deze inclusieve methode wordt met name gebruikt door mensen die seksonderricht geven met het oog op geboortebeperking of in landen waar de regering de rechten van de ouders op dit gebied niet respecteert. Het zou echter een totaal verkeerde vorm van catechese zijn als men, vanwege het nauwe verband tussen godsdienst en zedenleer, in het godsdienstonderwijs een plaats zou inruimen voor de biologische en affectieve voorlichting over seks, die de ouders overeenkomstig hun verstandig inzicht in eigen huis zouden moeten geven. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 58
Als algemene richtlijn, tenslotte, moet men steeds voor de geest houden dat al de verschillende methoden van seksuele vorming door de ouders beoordeeld moeten worden in het licht van de beginselen en zedelijke normen van de kerk, die de menselijke waarden in het dagelijkse leven verwoorden. Vgl. Congregatie Katholieke Vorming (seminaries en universiteiten), Schets voor een seksuele opvoeding, Educatieve richtlijnen over de menselijke liefde (1 nov 1983), 19 H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de taken van het christelijk gezin in de wereld van deze tijd, Familiaris Consortio (22 nov 1981), 37 Ook moet rekening gehouden worden met de eventuele negatieve effecten van verschillende methoden op de persoonlijkheid van de kinderen.

Document

Naam: DE WARE BETEKENIS VAN DE MENSELIJKE SEKSUALITEIT
Richtlijnen voor de opvoeding in gezinsverband
Soort: Pauselijke Raad voor het Gezin
Auteur: Alfonso Kardinaal López Trujillo
Datum: 8 december 1995
Copyrights: © 1996, Libreria Editrice Vaticana / Stg. InterKerk / Nederlandse Bisschoppenconferentie / Kerkelijke Documentatie jrg 24, nr. 2
Vert.: F. van Voorst tot Voorst s.j.
Bewerkt: 4 december 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2023, Stg. InterKerk, Schiedam, test