• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De Kerk moet nadenken over zichzelf en zij moet voelen dat zij een krachtig leven bezit. Zij moet naar een grotere zelfkennis streven, als zij haar zending wil vervullen en aan de wereld de boodschap van redding en broederliefde wil brengen. Zij moet Christus in zichzelf ervaren, volgens het woord van de apostel Paulus: "Dat Christus door het geloof in uw hart Zijn intrek neemt". (Ef. 3, 17)

Diep geworteld in een veranderende wereld

Iedereen weet dat de Kerk vervlochten is met de maatschappij, daarvan deel uitmaakt, daaruit haar leden krijgt, daaraan kostbare cultuurschatten ontleent, daarvan de wisselvalligheden ondergaat en de welvaart bevordert. Men weet ook dat de mensheid in deze tijd op weg is naar wijzigingen, omwentelingen en ontwikkelingen, die niet alleen haar uiterlijke levensgewoonten maar ook haar manier van denken grondig veranderen. De opvattingen van de mensen, hun beschaving en hun geestesgesteldheid ondergaan diepe wijzigingen door de grote wetenschappelijke, technische en sociale vooruitgang, en door de wijsgerige en politieke stromingen, die overal in de maatschappij doordringen.

Als de golven van de zee omringt en schokt dit alles de Kerk. De mensen, die zich aan de leiding van de Kerk toevertrouwen, ondervinden sterk de invloed van dit klimaat in de wereld. Het gevolg is dat een dreigend gevaar voor duizeling, bedwelming en verwarring de stevigheid van het kerkelijk organisme kan doen schudden. Veel mensen brengt dit tot het aanvaarden van de vreemdste opvattingen, alsof de Kerk zichzelf zou moeten verloochenen en geheel nieuwe en onverwachte levensnormen zou moeten invoeren. Vormt bijvoorbeeld het modernisme, dat wij thans nog zien opleven in sommige vormen van godsdienstig leven die met de ware katholieke godsdienst onverenigbaar zijn, niet een periode van verdrukking, die op de zuivere leer en regels van Christus' Kerk is uitgeoefend door psychologisch-culturele strevingen die de profane wereld eigen zijn?

Als doeltreffende bescherming tegen deze talrijke gevaren, die van verschillende kanten dreigen, bestaat naar onze mening een geschikt geneesmiddel, als de Kerk een dieper zelfbewustzijn tracht te krijgen en beter weet, wat zij in werkelijkheid is volgens de bedoeling van Jezus Christus. Deze bedoeling wordt in de Heilige Schrift en de apostolische traditie volledig bewaard en, zoals wij weten, door de kerkelijke traditie uitgelegd en verklaard in het licht en onder de leiding van de Heilige Geest. Hij is, als wij Zijn steun inroepen en naar Hem luisteren, altijd tot hulp bereid om de belofte van Christus geheel in vervulling te doen gaan: "Maar de Helper, de Heilige Geest, die de Vader in Mijn Naam zal zenden, Hij zal u alles leren en u alles in herinnering brengen, wat Ik u heb gezegd". (Joh. 14, 26)

Dit kunnen wij ook zeggen van de dwalingen die zich binnen de Kerk zelf voordoen. Daarin vallen degenen, die slechts een onvolledige kennis hebben van de Kerk en haar zending en niet voldoende rekening houden met de goddelijke openbaring en het leergezag dat door Christus zelf is ingesteld.

Het bewustzijn in de moderne geestesgesteldheid

Overigens is deze behoefte zich te bezinnen op reeds gekende waarheden om die in de innerlijke spiegel van de eigen geest te beschouwen, karakteristiek voor de geestesgesteldheid van de moderne mens. Zijn geest buigt zich graag over zichzelf en geniet dan van de zekerheid en de klaarheid in het licht van zijn eigen zelfbewustzijn. Men moet toegeven dat deze gewoonte niet vrij is van ernstige gevaren. Beroemde wijsgerige stromingen hebben deze activiteit van het menselijk verstand onderzocht en verheerlijkt; zij hebben haar de definitieve en hoogste werkwijze genoemd en zelfs de maat en de bron van de werkelijkheid en zij zijn zover gegaan dat zij tot duistere, treurige, tegenstrijdige en volkomen onjuiste conclusies gekomen zijn. Dit neemt zeker niet weg dat de opvoeding tot het zoeken van de waarheid die zich in het diepst van het bewustzijn weerspiegelt, op zich hoog te waarderen valt en tegenwoordig voor een verfijnde uiting van de moderne geestescultuur wordt gehouden. Het is zelfs mogelijk dat deze oefening van het bewustzijn, als zij goed verbonden is met een vorming van de geest om de waarheid te ontdekken waar die samenvalt met het objectieve zijn, aan de mens die zich daaraan wijdt, steeds meer zijn eigen bestaanswijze, zijn geestelijke waardigheid en zijn vermogen tot kennen en handelen openbaart.

Zelf-onderzoek al een eind op weg

Men weet ook dat de Kerk in de laatste tijd zich met meer ijver is gaan toeleggen op het bestuderen van zichzelf. Bijdragen tot dit werk hebben uitstekende geleerden, grote en diepzinnige geesten, gezaghebbende theologische scholen, bewegingen voor pastoraal en missie, belangwekkende godsdienstige experimenten en vooral gedenkwaardige pauselijke leerstukken geleverd.

Het zou te ver voeren om ook maar in het kort de overvloedige theologische literatuur over de Kerk te vermelden die uit haar midden in de 19e en de 20ste eeuw is voortgekomen. Het zou ook te ver voeren om alle documenten over zo'n veelomvattend en belangrijk onderwerp te vermelden die van het katholiek Episcopaat en van de Apostolische Stoel zijn uitgegaan. Sinds het Concilie van Trente getracht heeft de schade te herstellen van de crisis die in de zestiende eeuw veel leden van de Kerk heeft afgescheiden, heeft de leer over de Kerk gezagvolle beoefenaars gevonden en zich bijgevolg sterk ontwikkeld.

Het zij voldoende hier te verwijzen naar de leer van het Eerste Vaticaans Oecumenisch Concilie over dit onderwerp, om te laten zien hoe nodig het is dat zielzorgers en leraren, maar ook de katholieken en alle christenen, hun aandacht richten op de leer over de Kerk en daarbij stilstaan als bij een noodzakelijke onderbreking op de weg naar Christus en heel Zijn werk. En als het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie slechts de voortzetting en voltooiing van het eerste genoemd is, dan is dit juist vanwege de verplichting die erop rust de leer over de Kerk opnieuw te onderzoeken en vast te leggen.

Om kort te zijn willen wij hierop niet verder ingaan, want deze stof is U goed bekend uit de catechese en de spiritualiteit, die thans wijd in de Kerk verbreid zijn.

Toch moeten wij althans twee documenten met bijzondere lof vermelden, de Encycliek Paus Leo XIII - Encycliek
Satis Cognitum
Over de eenheid van de Kerk
(29 juni 1886)
van Paus Leo XIII uit 1896 en de Encycliek Paus Pius XII - Encycliek
Mystici Corporis Christi
Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus
(29 juni 1943)
van Paus Pius XII uit 1943. Deze documenten bieden ons een uitgebreide en heldere leer over die goddelijke instelling, waardoor Christus Zijn verlossingswerk op aarde voortzet en waarover wij hier spreken. Het zij voldoende hier slechts te herinneren aan de aanvangswoorden van het tweede pauselijke document, die in de theologie over de Kerk reeds het hoogste gezag verworven hebben en overvloedige stof bieden voor een geestelijke overweging over dit mysterie van goddelijke barmhartigheid, dat voor ons allen van belang is.

Deze meesterlijke woorden van onze grote voorganger luiden: "De leer over het mystieke Lichaam van Christus, dat de Kerk is, stamt oorspronkelijk uit de mond van Onze Verlosser zelf. Zij werpt het volle licht op de nooit volprezen weldaad van onze innigste vereniging met een zo verheven Hoofd. Zij is ongetwijfeld zo heerlijk en voortreffelijk dat zij alle mensen die door de Geest van God bewogen worden, uitnodigt haar te overwegen, hun verstand verlicht en hen krachtig aanzet tot de heilzame werken, die met haar grondregels in overeenstemming zijn". Paus Pius XII, Encycliek, Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus, Mystici Corporis Christi (29 juni 1943), 1

De Vaticaanse Concilies

Wij menen dat deze uitnodiging voor ons ook nu nog dringt en wel zo, dat zij aan de grootste noden van de Kerk beantwoordt. Wij willen daarom aan die uitnodiging gevolg geven en haar door deze Encycliek herhalen. Met onze steeds grotere kennis van het mystieke Lichaam zullen wij de goddelijke zin van dit mysterie beter kunnen waarderen. Hierdoor zullen wij onze geest met de krachtigste hulpmiddelen versterken en steeds beter inzetten voor de opdrachten van onze zending en voor de noden van de mensheid. Deze opgave lijkt ons niet moeilijk, wanneer wij letten op de reeds genoemde grote opbloei van studies, die de Kerk tot onderwerp hebben, en van de andere kant bedenken dat de blik van het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie in het bijzonder daarop gericht is.

Wij stellen het zeer op prijs hier een verdiende lof toe te kennen aan de geleerden die vooral in de laatste jaren in volledige onderwerping aan het kerkelijk leergezag en met groot talent om de leer te onderzoeken en uiteen te zetten, veel moeizame en vruchtbare arbeid besteed hebben aan de studie van de ecclesiologie. Zij hebben niet slechts in de theologische scholen maar in discussies met geleerde en ontwikkelde personen, bij de verdediging en verbreiding van de leer, ook bij de geestelijke verzorging van de gelovigen en in gesprekken met onze afgescheiden broeders talrijke toelichtingen gegeven op de leer over de Kerk, waarvan sommige een hoge waarde en een groot nut bezitten.

Wij vertrouwen er daarom op dat het grote werk van het Concilie de lichtende hulp van de Heilige Geest blijft genieten en tot een goed einde komt. Zo groot is immers de bereidwilligheid om de goddelijke ingevingen op te volgen. Zo vurig is het verlangen een dieper en vollediger onderzoek in te stellen naar de oorspronkelijke gedachten van Christus en hun noodzakelijke en gerechtvaardigde ontwikkeling in de loop der tijden. Zo groot is de bezorgdheid dat de studie van de goddelijke waarheden bijdraagt tot de eenheid van de mensen en niet tot hun verdeeldheid in onvruchtbare discussies en droevige afscheidingen, maar hen juist brengt tot een grotere helderheid en eensgezindheid. Dit zal eer geven aan God, vreugde aan de Kerk en een goed voorbeeld aan de wereld.

Document

Naam: ECCLESIAM SUAM
Over de Kerk
Soort: H. Paus Paulus VI - Encycliek
Auteur: H. Paus Paulus VI
Datum: 6 augustus 1964
Copyrights: © 1964, Katholiek Archief, 19e jrg. nr 42/43 pag 1077-1149
Bewerkt: 14 oktober 2020

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test