H. Paus Paulus VI - 6 augustus 1964
Sint Paulus gaf in dit verband de Christenen van de eerste generatie de raad: "Vormt geen ongelijk span met de ongelovigen. Want wat heeft heiligheid te maken met slechtheid? Of wat heeft licht uit te staan met duisternis?... Of wat heeft een gelovige gemeen met een ongelovige?" (2 Kor. 6, 14-15) Bij de opvoeding tot Christen zal men de leerling van onze tijd steeds moeten herinneren aan deze bevoorrechte positie en de verplichting die daaruit voortvloeit, om in de wereld te leven zonder van de wereld te zijn. Dit was de wens van Jezus voor Zijn leerlingen: "Ik vraag niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwaad. Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben" (Joh. 17, 15=16). Dit gebed maakt de Kerk tot het hare.