H. Paus Johannes Paulus II - 6 januari 2001
NOVO MILLENNIO INEUNTE Een nieuw millennium |
|||
► | BESLUIT | ||
► | Duc in altum! |
In het begin van deze nieuwe eeuw moet onze stap meer alert zijn wanneer wij weer op de wegen van de wereld verder trekken. De wegen waarop ieder van ons, elk van onze Kerken voortgaat, zijn talrijk. Maar er is geen enkele afstand tussen al diegenen die in de unieke communio nauw met elkaar verbonden zijn. Die communio wordt elke dag gevoed aan de tafel van het eucharistisch Brood en van het Woord van leven. Elke zondag is een beetje als het samenzijn in het Cenakel dat de verrezen Christus ons weerom schenkt. In dit Cenakel verscheen Hij "de eerste dag van de week" (Joh. 20, 19) aan de zijnen om over hen de levenwekkende gave van de Geest uit te "blazen" en hen op weg te zetten voor het grote avontuur van de evangelisatie.
De heilige Maagd begeleidt ons op die weg. Aan haar heb ik, enkele maanden geleden, samen met talrijke bisschoppen die uit heel de wereld waren gekomen, het derde millennium toevertrouwd. In de loop van de voorbije jaren, heb ik haar dikwijls voorgesteld en aanroepen als de "Ster van de nieuwe evangelisatie". Ik stel haar weerom voor als het lichtend morgenrood en de veilige gids op onze weg. Als echo van de stem van Jezus zelf Vgl. Joh. 19, 26 zeg ik opnieuw aan Maria: "Vrouw, ziehier uw kinderen" en ik bied haar de kinderlijke genegenheid van heel de Kerk aan.
Moge de verrezen Jezus, die met ons op weg ging zoals met de leerlingen van Emmaüs en door hen herkend werd bij het "breken van het Brood" (Lc. 24, 35), ons waakzaam vinden en bereid om zijn gelaat te herkennen en zo naar onze broeders en zusters toe te lopen en hun het grote nieuws te melden: "Wij hebben de Heer gezien!" (Joh. 20, 25).
Dit zijn de zozeer verlangde vruchten van het Jubeljaar 2000 dat ons zo levendig het Mysterie van Jezus van Nazareth, Zoon van God en Verlosser van de mensen, voor ogen heeft gesteld.
Moge op dit ogenblik dat het Jubeljaar wordt besloten om ons verder open te stellen voor een hoopvolle toekomst, de lof en de dankzegging van heel de Kerk zich richten tot de Vader, de Zoon en de Heilige Geest!
Met deze wens geef ik allen, vanuit de grond van mijn hart, mijn zegen.
Vaticaan, 6 januari 2001, plechtigheid van de Openbaring van de Heer, in het drieëntwintigste jaar van mijn pontificaat.
Johannes Paulus II