H. Paus Johannes Paulus II - 6 januari 2001
NOVO MILLENNIO INEUNTE Een nieuw millennium |
|||
► | EEN GELAAT OM TE CONTEMPLEREN | ||
► | Een ondoorgrondelijk mysterie |
Het Woord en het vlees, de goddelijke heerlijkheid en zijn woontent onder de mensen! In de intieme en onlosmakelijke eenheid van deze twee polen is de identiteit van Christus te vinden. Dit is de klassieke formulering van het Concilie van Chalcedon (451): "Eén persoon in twee naturen". Die ene persoon is het eeuwige Woord, Zoon van de Vader. De twee naturen zijn de goddelijke natuur en de menselijke natuur, zonder enige vermenging maar ook zonder een mogelijke scheiding Concilie van Chalcedon, 5e Zitting - Over de twee naturen in Christus, Sessio V - Definitio de duabus naturis Christi (22 okt 451), 2-3. "Wij leren eenstemmig, hierin de heilige Kerkvaders volgend, één en dezelfde Zoon, onze Heer Jezus Christus, te belijden, volmaakt in zijn godheid en volmaakt in zijn mensheid, waarlijk God en waarlijk mens (...). Eén en dezelfde Christus, Heer, eniggeboren Zoon, die erkend wordt in twee naturen, zonder vermenging, zonder verandering, zonder deling, zonder scheiding. (...) is niet in twee personen gedeeld en gescheiden, maar is één en dezelfde, zoals vroeger door de profeten over Hem en Jezus Christus zelf het ons geleerd heeft.." DH 301-302
Wij weten wel dat onze begrippen en woorden erg beperkt zijn. De dogmatische verwoording - hoe menselijk ook - is wat de inhoud van de leer betreft, zorgvuldig afgewogen. Ze biedt de mogelijkheid om het ondoorgrondelijke van dit mysterie enigszins te vatten. Jezus is waarachtig God en waarachtig mens! Zoals de apostel Thomas wordt de Kerk telkens opnieuw door Christus uitgenodigd om zijn wonden aan te raken, en zo de volwaardige en waarachtige menselijkheid van Jezus te erkennen. Van zijn moeder Maria ontving Hij de menselijke natuur die, aan de dood overgeleverd, door de verrijzenis werd omgevormd en verheerlijkt. "Kijk maar, hier zijn mijn handen; kom nu maar met je vinger. En kom met je hand om de opening in mijn zijde te voelen" (Joh. 20, 27). Zoals Thomas knielt de Kerk neer en aanbidt ze de verrezen Heer in de volheid van zijn goddelijke heerlijkheid terwijl ze onophoudelijk herhaalt: "Mijn Heer! Mijn God!" (Joh. 20, 28).
"Het Woord is vlees geworden" (Joh. 1, 14). Deze schitterende uitdrukking van het Christusmysterie door Johannes weerklinkt in het gehele Nieuwe Testament. Ook de apostel Paulus zegt in dezelfde lijn dat de Zoon van God, "naar het vlees, (..) geboren is uit het geslacht van David" (Rom. 1, 3) Vgl. Rom. 9, 5 .
Nu het rationalisme talrijke kringen van de hedendaagse cultuur doordringt, is vooral het geloof in de goddelijkheid van Christus een probleem; in andere historische en culturele omstandigheden heeft men eerder de neiging gehad het historisch karakter van Jezus' mens-zijn af te zwakken of zelfs weg te duwen. Maar het behoort wezenlijk en onbetwistbaar tot het geloof van de Kerk dat het Woord waarlijk "vlees geworden is" en dat Hij in alles het menselijk bestaan heeft gedeeld, behalve in de zonde Vgl. Hebr. 4, 15 . Vanuit dit oogpunt is de menswording van de Zoon van God een echte kenosis, een "ontlediging" van de heerlijkheid die Hij bezit van alle eeuwigheid Vgl. Fil. 2, 6-8 Vgl. 1 Pt. 3, 18 .
Anderzijds is deze ontlediging van de Zoon van God geen doel op zichzelf, ze is eerder gericht op de totale verheerlijking van Christus tot in zijn menselijkheid toe: "Daarom ook heeft God Hem hoog verheven; en Hem de naam verleend die boven alle namen staat, opdat in de Naam van Jezus iedere knie zich zou buigen in de hemel, op aarde en onder de aarde, en iedere tong zou belijden tot eer van God, de Vader: de Heer, dat is Jezus Christus" (Fil. 2, 9-11).
"Tot U zegt mijn hart: 'Ik zocht uw gelaat.' Uw gelaat blijf ik zoeken" (Ps. 27, 8). De aloude verzuchting van de psalmist kon niet beter en mooier verhoord worden dan in het aanschouwen van het gelaat van Christus. In Hem heeft God ons waarachtig gezegend en laat God "zijn aanschijn over ons lichten" (Ps. 67, 2). En omdat Hij tezelfdertijd God en mens was heeft Hij ons ook het ware gelaat van de mens laten zien, "Hij heeft ten volle de mens aan hemzelf geopenbaard" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 22.
Jezus is "de nieuwe mens" Vgl. Ef. 4, 24 Vgl. Kol. 3, 10 die de verloste mensheid oproept te delen in zijn goddelijk leven. In het mysterie van de menswording werd de grondslag gelegd voor een antropologie die haar eigen grenzen kan overstijgen en die haar eigen contradicties kan overwinnen om tot God zelf te komen; meer nog, om te komen tot de 'vergoddelijking'. Hierbij wordt de verloste mens in Christus opgenomen en deelt hij in de intimiteit van het leven binnen de Drie-eenheid. De kerkvaders hebben sterk de nadruk gelegd op deze soteriologische dimensie van het mysterie van de menswording. Het is enkel omdat de Zoon van God waarachtig mens geworden is dat de mens in staat is in Hem en door Hem werkelijk kind van God te worden H. Athanasius van Alexandrië, Redevoeringen tegen de Arianen, Orationes contra Arianos. (vertaald door C. J. De Vogel) Spectrum Utrecht.