• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

Wanneer we het gelaat van Christus contempleren, worden we onvermijdelijk verwezen naar wat de Heilige Schrift over Hem zegt; zij is immers van het begin tot het einde vervuld van zijn mysterie. In het Oude Testament gebeurt dit weliswaar nog op een gesluierde wijze, maar in het Nieuwe Testament wordt dit duidelijk zichtbaar, zodat de Heilige Hiëronymus met nadruk kon bevestigen: "Wie de Schrift niet kent, kent Christus zelf ook niet" H. Hieronymus, In Isaiam. Prol.: PL 24, 17: "Ignoratio enim Scripturarum ignoratio Christi est". Verankerd in de Heilige Schrift, willen we ons openstellen voor de werking van de Geest Vgl. Joh. 15, 26 , die aan de oorsprong ligt van de Heilige Schrift; we willen ook luisteren naar het getuigenis van de apostelen Vgl. Joh. 15, 27 die de levende Christus zelf hebben ervaren. Het Woord van leven hebben ze met eigen ogen gezien, ze hebben Hem gehoord en met eigen handen aangeraakt Vgl. 1 Joh. 1, 1 .

Door hun bemiddeling is een geloofsvisie tot ons gekomen, gedragen door een nauwkeurig historisch getuigenis. De evangelies geven ons inderdaad, ondanks de complexiteit van hun redactie en hun oorspronkelijke catechetische bedoeling, een waarheidsgetrouw getuigenis waarin we ons volle vertrouwen kunnen stellen 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 19.

De evangelies hebben niet de bedoeling een volledige biografie van Jezus te geven die zou beantwoorden aan de wetten van de moderne historische wetenschap. Maar geleidelijk aan krijgen we een historisch betrouwbaar zicht op de Man van Nazareth. De evangelisten hebben zich inderdaad moeite gedaan om de trekken van dit gelaat vast te leggen, vanuit betrouwbare getuigenissen Vgl. Lc. 1, 3 terwijl ze tevens beroep deden op geschriften, voorgelegd aan het waakzame onderscheidingsvermogen van de Kerk. Op basis van deze getuigenissen van het eerste uur hebben ze, verlicht door de Heilige Geest, het voor de mensen onthutsende feit vernomen van de maagdelijke geboorte van Jezus, zoon van Maria, de echtgenote van Jozef. Van de mensen die Hem gekend hebben gedurende de dertig jaren van zijn leven te Nazareth Vgl. Lc. 3, 23 , hebben ze een aantal gegevens vernomen over het leven van "de zoon van de timmerman" (Mt. 13, 55) en dat van "de timmerman" zelf, behorend tot een familie Vgl. Mc. 6, 3 . Ze spreken over zijn religieuze bewogenheid, die Hem ertoe aanzette jaarlijks met zijn familie op bedevaart te gaan naar de tempel van Jeruzalem Vgl. Lc. 2, 4 en die Hem er toe bracht regelmatig de synagoge van zijn stad te bezoeken Vgl. Lc. 4, 16 .

Voor de periode van zijn openbaar leven, die begon op het ogenblik dat de jonge man uit Galilea zich in de Jordaan door Johannes de Doper liet dopen, worden de gegevens veel talrijker, zonder evenwel uit te groeien tot een systematisch en gedetailleerd verslag. Gesterkt door het getuigenis "uit den hoge" en zich ervan bewust "de geliefde Zoon" te zijn (Lc. 3, 22), begint Hij te prediken dat de komst van het Rijk Gods nabij is, door er in woorden en in tekenen van genade en barmhartigheid de eisen en de kracht van aan te geven. De Evangelies tonen Hem steeds op weg langs steden en dorpen, vergezeld van twaalf apostelen, door Hem uitgekozen Vgl. Mc. 3, 13-19 , van een groep vrouwen die voor Hem zorgden Vgl. Lc. 8, 2-3 , van een menigte mensen die Hem zoeken of Hem volgen, van zieken die beroep doen op zijn genezende kracht, van mensen die Hem aanspreken en die naar Hem luisteren, al of niet tot eigen voordeel.

De Evangelieverhalen zijn vervolgens eensgezind over de groeiende spanning die ontstaat tussen Jezus en de toonaangevende groepen van de religieuze samenleving van zijn tijd. Dit mondt uit in de uiteindelijke crisis, met de dramatische ontknoping op Golgotha. Dat is het uur van de duisternis; maar daarop volgt een nieuwe dageraad, stralend en definitief. Bij het einde van hun verhaal tonen de Evangelies ons de Man van Nazareth, die de dood heeft overwonnen; ze wijzen met nadruk op het lege graf en ze volgen Hem verder in een reeks verschijningen. Ze laten ons zien hoe de leerlingen, eerst verbijsterd en verstomd, daarna vervuld met een onzegbare vreugde, Hem levend en stralend herkennen en hoe ze van Hem de gave van de Geest ontvangen Vgl. Joh. 20, 22 en de zending krijgen het evangelie "aan alle volkeren" te verkondigen (Mt. 28, 19).

Document

Naam: NOVO MILLENNIO INEUNTE
Een nieuw millennium
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 6 januari 2001
Copyrights: © 2000, Kerknet.be
Bewerkt: 1 juli 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test