H. Paus Johannes Paulus II - 6 januari 2001
Van hieruit dienen we in deze nieuwe eeuw meer dan ooit de ruimte en de middelen te ontwikkelen die, volgens de grote oriëntaties van het Tweede Vaticaans Concilie, kunnen helpen om de communio waar te maken. Dienen we niet vooral te denken aan de specifieke diensttaken van de communio, namelijk het ambt van Petrus en, daarmee nauw verbonden, de bisschoppelijke collegialiteit? Het gaat om werkelijkheden die hun grondslag en hun samenhang krijgen vanuit het plan van Jezus zelf met zijn Kerk ( Vgl. Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie, Dogmatische Constitutie over de Kerk, Lumen Gentium, hfd. III ) Juist daarom, dienen ze ook voortdurend getoetst te worden aan de waarheid van een authentieke evangelische inspiratie.
Er is sinds het Tweede Vaticaans Concilie veel gebeurd m.b.t. de hervorming van de Romeinse Curie, de organisatie van de Synodes en de werking van de Bisschoppenconferenties. Maar er blijft nog veel te doen om deze instrumenten van de communio te optimaliseren. Vandaag de dag zijn zij bijzonder noodzakelijk om snel en efficiënt te kunnen antwoorden op de problemen waaraan de Kerk het hoofd moet bieden temidden van de snelle veranderingen van onze tijd.