H. Paus Johannes Paulus II - 6 januari 2001
De grote mystieke traditie van de Kerk, zowel in het Oosten als in het Westen, kan ons op dat gebied veel leren. Zij toont hoe het gebed als een echte liefdesdialoog kan uitgroeien en de menselijke persoon totaal laat opgaan in de goddelijke Geliefde, beroerd door het contact met de Geest, en zich kinderlijk toevertrouwend aan het hart van de Vader. Dan hebben we een levendige ervaring van Christus' belofte ; "Wie mij liefheeft zal ondervinden hoe de Vader hém liefheeft, en ook Ik zal hem liefhebben en Mij aan hem openbaren" (Joh. 14, 21). Het gaat om een weg die totaal gedragen is door de genade, maar evenwel een sterk geestelijk engagement vereist en ook pijnlijke uitzuiveringen (de "donkere nacht") kent, maar die onder verschillende vormen tot onuitsprekelijke vreugde leidt, door de mystici beleefd als "eenheid met de Bruidegom". Kunnen wij, temidden van zoveel lichtende getuigenissen, de leer vergeten van Sint Jan van het Kruis en van de Heilige Theresia van Avila?
Ja, geliefde broeders en zusters, onze christelijke gemeenschappen moeten "authentieke scholen" van gebed worden, waar de ontmoeting met Christus niet alleen tot uitdrukking komt in het smeken om hulp, maar ook in dankzegging, lof, aanbidding, contemplatie, luisterbereidheid, vurige genegenheid tot en met een waarachtige 'dwaasheid' van het hart. Het gaat dus om een intens gebed dat zich nochtans niet afkeert van het engagement in de tijd: het hart openen voor Gods liefde opent het ook voor de liefde tot de broeders en stelt het in staat geschiedenis te schrijven volgens Gods plan Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Enige aspecten van de christelijke meditatie - Brief aan de Bisschoppen van de R.K. Kerk, Orationis formas (15 okt 1989).