H. Paus Johannes Paulus II - 17 april 2003
Onder de nederige gedaanten van brood en wijn, substantieel veranderd in zijn lichaam en bloed, gaat Christus met ons mee als onze kracht en ons voedsel voor onderweg en maakt Hij ons voor allen tot getuigen van de hoop. Wanneer voor dit geheim ons verstand zijn grenzen ervaart, begrijpt het hart, door de genade van de heilige Geest verlicht, hoe zijn houding moet zijn en verzinkt in aanbidding en grenzeloze liefde daarin.
Laten we de gevoelens van de heilige Thomas van Aquino tot de onze maken, deze uitmuntende theoloog en tegelijkertijd gepassioneerde bezinger van Christus in de Eucharistie. Laten we toe dat onze ziel zich ook opent voor de overweging van het beloofde doel, waarnaar ons hart hunkert in zijn dorst naar vreugde en vrede:
Bone pastor, panis vere,
Iesu, nostri miserere ...Goede Herder, brood des levens,
Jezus, toon ons uw ontferming:
wil ons weiden, ons geleiden
naar de zalige aanschouwing
in het land der levenden.
Gij, alwetend en almachtig
hier de spijs van stervelingen,
maak ons daar tot disgenoten,
mede-erfgenamen,
mede- burgers van uw eeuwig Rijk.
Gegeven te Rome bij Sint Pieter, 17 april 2003, Witte Donderdag,
in het vijfentwintigste jaar van mijn pontificaat, in het Jaar van de Rozenkrans.JOHANNES PAULUS II