H. Paus Johannes Paulus II - 17 april 2003
Wanneer de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) uitlegt hoe de Kerk apostolisch is, dat wil zeggen: gesticht op de apostelen, onderscheidt hij drie betekenissen in deze uitdrukking. Enerzijds "is en blijft zij gebouwd op 'het fundament van de apostelen'" (Ef. 2, 20), de getuigen die door Christus zelf gekozen en uitgezonden zijn". Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 857 Ook de Eucharistie heeft haar grondslag in de apostelen, niet in de zin dat zij niet haar oorsprong had in Christus zelf, maar omdat zij door Christus werd toevertrouwd aan de apostelen en door hen, en door hun opvolgers, aan ons is overgeleverd. In onafgebroken verbondenheid met het handelen van de apostelen die gehoorzaamden aan de opdracht van de Heer, viert de Kerk de eeuwen door de Eucharistie.
De tweede betekenis van de apostoliciteit van de Kerk die door de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) wordt aangegeven, luidt: "Zij bewaart met de hulp van de heilige Geest, die in haar woont, de leer, de geloofsschat, de heilzame woorden die zij van de apostelen vernomen heeft en geeft deze door." Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 857 Ook in deze tweede betekenis is de Eucharistie apostolisch, omdat zij gevierd wordt overeenkomstig het geloof van de apostelen. In de loop van de tweeduizendjarige geschiedenis van het Volk van het Nieuwe verbond heeft het kerkelijk Leergezag de leer over de Eucharistie gepreciseerd bij verschillende gelegenheden, met inbegrip van de terminologie, met name om het apostolische geloof met betrekking tot dit verheven mysterie te beschermen. Dit geloof blijft onveranderd en het is van levensbelang voor de Kerk dat het onveranderd blijft.