
H. Paus Johannes Paulus II - 17 april 2003
De acclamatie die het volk uitspreekt na de consecratie vindt een gepast slot door het uitdrukken van de eschatologische dimensie die de viering van de Eucharistie kenmerkt Vgl. 1 Kor. 11, 26 : "Tot Gij wederkeert". De Eucharistie betekent spanning naar het doel toe, voorsmaak van de door Christus beloofde volkomen vreugde Vgl. Joh. 15, 11 ; in zekere zin is zij een vooruitlopen op het Paradijs, "onderpand van de toekomstige heerlijkheid". Hoogfeest van het Lichaam en Bloed van Christus (Sacramentsdag), Tweede Vespers, Antifoon bij het Magnificat In de Eucharistie spreekt alles van een vertrouwvol wachten "hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon". H. Paus Paulus VI, Apostolische Constitutie, ex Decr. Sacr. Oec. Conc. Vat. II instauratum, auctoritate Pauli PP. VI promulgatum, ed. typica, Missale Romanum (3 apr 1969). Embolisme volgend op het Gebed van de Heer Degenen die zich voeden met Christus in de Eucharistie hoeven niet te wachten tot het hiernamaals om het eeuwige leven te ontvangen: zij bezitten het reeds op aarde, als de eerste vruchten van een toekomstige volheid die de mens in zijn totaliteit zal omvatten. Want in de Eucharistie ontvangen wij ook de verzekering van onze lichamelijke verrijzenis bij het einde van de wereld: "Wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan" (Joh. 6, 54). Deze verzekering van de toekomstige verrijzenis komt voort uit het feit dat het vlees van de Mensenzoon, gegeven als voedsel, zijn lichaam is in zijn verheerlijkte staat na de verrijzenis. Met de Eucharistie nemen wij, om zo te zeggen, het 'geheim' van de verrijzenis in ons op. Daarom definieert de heilige Ignatius van Antiochië terecht het eucharistische brood als "medicijn van de onsterfelijkheid, tegengif tegen de dood". H. Ignatius van AntiochiĆ«, Brief aan de EfesiĆ«rs, Epistula ad Ephesios. 20: PG 5, 661