Paus Pius XII - 15 december 1952
De oosterse Kerken, beroemd door de voortreffelijke leer van de HH. Vaders en gepurperd door het bloed der martelaren zowel in de alleroudste en in de nieuwere als in onze moderne tijd, zijn, zoals ieder weet, ons bijzonder dierbaar. Want nauwelijks waren wij, zonder verdiensten onzerzijds, door een geheim raadsbesluit van God tot de Stoel van de Vorst der apostelen verheven, of wij hebben onze geest en ons hart tot u gericht en ook tot hen, die „buiten de katholieke Kerk leven" Paus Pius XII, Radiotoespraak, Vanuit de Sixtijnse Kapel kort na de Pauskeuze tot heel de katholieke wereld gericht (3 mrt 1939), 3, en wier spoedige terugkeer naar de schaapstal van de gemeenschappelijke vader, als tot het huis hunner voorvaderen, wij vurig verlangen. Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de eenheid van de menselijke maatschappij, Summi Pontificatus (20 okt 1939), 11 Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over het mystieke lichaam van Christus en over de vereniging die wij daarin bezitten met Christus, Mystici Corporis Christi (29 juni 1943), 104 In de loop van ons pontificaat hebben wij u nog andere bewijzen van onze vaderlijke liefde gegeven. Gij weet immers, dat wij nog -een tweede van uw bisschoppen, nl. de patriarch van de Armeniërs van Cilicië, met het Romeins purper hebben getooid en dat wij bezig zijn met de codificatie van de voor u geldende canonieke wetten; dit zeer gewichtige werk is reeds gedeeltelijk voltooid. Maar wij behoeven u niet uitvoeriger te herinneren aan zaken, die u zeker reeds goed bekend zijn; en overigens volgen wij hierin de voetstappen van onze voorgangers Vgl. Paus Pius XI, Encycliek, Over de promotie van de studies van de Oosterse Kerken, Rerum Orientalium (8 sept 1928), die vanaf de eerste tijd van het Christendom niet alleen uw voorvaderen met -een buitengewone liefde hebben bejegend, maar hen ook zoveel mogelijk hebben geholpen, telkens als zij hen door listen van ketters belaagd' of door aanvallen van vijanden gekweld en verschrikt zagen. Daarom hebben de pausen met het apostolisch gezag, door de goddelijke Verlosser aan de prins -der apostelen en zijn opvolgers toevertrouwd, op de concilies van Nicea I en II, van Constantinopel I, II en III, van Ephese en van Chalcedon, de ongereptheid van de katholieke leer beschermd; en toen een treurig schisma de Oosterse Kerken grotendeels van de paus van Rome losscheurde, hebben zij dat niet alleen op het vierde concilie van Constantinopel door hun gezanten afgekeurd, maar ook met alle krachten er voor geijverd de zaak in het algemeen belang tot een goede oplossing te brengen; na vele loffelijke en moeilijke pogingen is die verzoening bereikt en geratificeerd op het concilie van Florence, ofschoon ze later tegen die wens van alle goedwillenden in niet is uitgevoerd. Toen echter de Oosterse landen door nieuwe volksverhuizingen werden overstroomd en zelfs de heilige plaatsen van Palestina, geheiligd door het bloed van Jezus Christus, werden verwoest, hebben de pausen de Christenvorsten aangespoord tot de grote onderneming om ze te verdedigen en om de godsdienst te beschermen. Deze grote bezorgdheid en liefde van onze voorgangers jegens uw volk zijn in de jongste tijd niet verzwakt of verdwenen, maar integendeel nog steeds vuriger geworden. Gij weet immers, dat er velen tot u zijn gezonden om ede katholieke leer te onderwijzen en allen te bewegen terug te keren naar de zo vurig verlangde eenheid van geloof en bestuur; verder werd hier bij de Stoel van St. Petrus een heilige raad, nl. een H. Congregatie ingesteld met het doel de zaken, de belangen en de riten van die Oosterse Kerken te verzorgen en te bevorderen; ook werd een instituut voor Oosterse studies opgericht, dat met alle toeleg de juiste kennis van uw aangelegenheden moet aanwakkeren en stimuleren.