
Vincentius Kardinaal Vannutelli - 20 december 1905
Dit verlangen nu van Jezus Christus en van de Kerk, dat de gelovige christenen dagelijks tot het heilige Gastmaal naderen, is vooral hierop gericht: opdat de gelovigen, door het Sacrament met God verenigd, daarvan sterkte mogen erlangen, om de begeerlijkheid te bedwingen, om dagelijks voorkomende lichte fouten uit te wissen, en om zwaardere zonden, waaraan 's mensen zwakheid is blootgesteld, te verhoeden; niet echter op de eerste plaats opdat aan Onze Heer passende hulde en eerbetuiging worde bezorgd, noch ook opdat het Sacrament hun, die het nuttigen, tot een beloning en vergelding strekke voor hun deugden H. Augustinus, Preken, Sermones. 57 in Mt.. Vandaar dat de Kerkvergadering van Trente het allerheiligste Sacrament noemt een tegengift om ons van dagelijkse zonden te bevrijden en voor doodzonden te behoeden Concilie van Trente, 13e Zitting - Decreet over het Sacrament van de Eucharistie, Sessio XIII - Decretum de SS. Eucharistia (11 okt 1551), 4.