Paus Benedictus XVI - 22 februari 2006
Beste jongeren, ik spoor jullie aan om vertrouwd te raken met de Bijbel, hem binnen handbereik te houden, zodat hij voor jullie als een kompas wordt die aangeeft welke weg je moet volgen. Door erin te lezen zul je Christus leren kennen. De heilige Hiëronymus merkt hierover op: "Wie de Schrift niet kent, kent Christus niet" H. Hieronymus, In Isaiam. Prol.: PL 24, 17 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 25.
Een beproefd middel om je te verdiepen in het woord van God en er smaak in te krijgen is de lectio divina, die een echte geestelijke weg vormt met etappes. Van de lectio, die bestaat in het lezen en herlezen van een passage uit de Heilige Schrift, terwijl je er de belangrijkste elementen van verzamelt, ga je over op de meditatio, die als het ware een innerlijke pauze is, waarin de ziel zich tot God keert terwijl zij zoekt te verstaan wat zijn woord vandaag voor het concrete leven betekent.
Dan komt de oratio, die ons met God laat spreken in een directe dialoog, en tenslotte kom je uit bij de contemplatio, de beschouwing, die helpt om met het hart aandachtig bij de aanwezigheid van Christus te blijven, wiens woord "de lamp is die licht verspreidt in een donkere ruimte tot het ogenblik dat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart" (2 Pt. 1, 19).
Het lezen, bestuderen en bemediteren van het Woord moeten tenslotte uitmonden in een leven dat gelijkvormig geworden is aan Christus, en dat Hem en zijn geboden aanhangt.