
H. Paus Johannes Paulus II - 6 augustus 1993
Het is hier de plaats om een belangrijke pastorale overweging toe te voegen. Overeenkomstig de logica van de hierboven geschetste posities zou de mens krachtens een fundamentele optie God trouw kunnen blijven, onafhankelijk van de vraag of sommige van zijn keuzebeslissingen en van zijn concrete handelingen met de specifiek daarop betrekking hebbende zedelijke normen of regels overeenstemmen of niet. Op grond van een aanvankelijke optie voor de liefde zou de mens zedelijk goed kunnen blijven, in de genade van God blijven en zijn heil bereiken, ook als enkele van zijn gedragswijzen uit vrije beslissing en in een ernstige zaak, beslist en ernstig in tegenstelling zouden zijn met de door de Kerk voorgelegde geboden van God.
Feitelijk gaat de mens niet alleen door de ontrouw jegens die fundamentele optie verloren, waardoor hij zich 'vrijelijk geheel aan God' toevertrouwt. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Goddelijke openbaring, Dei Verbum (18 nov 1965), 5 Vgl. Congregatie voor de Geloofsleer, Over enkele vraagstukken van de seksuele ethiek, Persona humana (29 dec 1975), 10 Door iedere uit weloverwogen beslissing begane doodzonde beledigt hij God, die hem de wet gegeven heeft, en maakt hij zich dus jegens de hele wet schuldig Vgl. Jak. 2, 8-11 ; ook wanneer hij in het geloof blijft, verliest hij de 'heiligmakende genade', de 'liefde' en de 'eeuwige zaligheid'. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verzoening en boete in de zending van de Kerk in deze tijd, Reconciliatio et paenitentia (2 dec 1984), 17 'De eenmaal ontvangen genade van de rechtvaardiging - zo leert het Concilie van Trente - kan niet alleen door de ontrouw, die de mens het geloof zelf doet verliezen, maar ook door iedere andere doodzonde verloren gaan'. Concilie van Trente, 6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging, Sessio VI - Decretum de iustificatione (13 jan 1547), 24.49