H. Paus Johannes Paulus II - 6 augustus 1993
Parallel met de verheerlijking van de vrijheid en paradoxaal genoeg in tegenspraak daarmee trekt de moderne cultuur dezelfde vrijheid radicaal in twijfel. Een rij van wetenschappelijke disciplines die onder de naam 'menswetenschappen' samengevat worden, heeft terecht de aandacht gericht op de psychologische en maatschappelijke conditioneringen die het beleven van de menselijke vrijheid moeilijk maken. De kennis van zulke gebondenheden en de aandacht die daaraan geschonken wordt zijn belangrijke verworvenheden, die op verschillende terreinen van het bestaan, zoals bv. in de pedagogie of in de rechtspraak, toepassing gevonden hebben. Maar sommigen zijn zover gegaan in het overschrijden van de conclusies, die uit deze observaties legitiem te trekken zijn, dat zij de werkelijkheid van de menselijke vrijheid zelf betwijfelen of ontkennen.
Ook enkele verkeerde verklaringen van het wetenschappelijk onderzoek op antropologisch gebied moeten vermeld worden. Op grond van de grote verscheidenheid van gebruiken, gewoonten en instellingen van de mensheid besluit men, zoal niet tot de ontkenning van universele menselijke waarden, dan toch tot een relativistische moraalopvatting.