
H. Paus Johannes Paulus II - 6 augustus 1993
Jezus roept ertoe op, Hem te volgen en te wandelen op de weg van de liefde voor Hem, een liefde die zich uit liefde tot God volledig wegschenkt aan de broeders: 'Dat is mijn gebod: bemint elkander, zoals Ik u heb liefgehad' (Joh. 15, 12). Dit 'zoals' verlangt de navolging van Jezus, in het bijzonder van zijn liefde, zoals die in de voetwassing een symbolische uitdrukking krijgt: 'Wanneer nu Ik, de Heer en Meester, u de voeten heb gewassen, dan moet ook u elkaar de voeten wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zo handelt, zoals Ik u behandeld heb' (Joh. 13, 14-15). Het handelen van Jezus en zijn woord, zijn daden en zijn geboden vormen het zedelijk richtsnoer voor het christelijke leven. Want deze daden van Hem en vooral zijn lijden en sterven aan het kruis zijn de levende openbaring van zijn liefde voor de Vader en voor de mensen. Juist deze liefde moet, zo verlangt Jezus, door allen die Hem volgen, nagevolgd worden. Ze is het 'nieuwe' gebod: 'een nieuw gebod geef Ik u: bemint elkander! Zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Daaraan zullen allen herkennen dat u mijn leerlingen zijt: wanneer u elkaar liefhebt' (Joh. 13, 34-35).
Dit 'zoals' geeft ook de maat aan, waarmee Jezus bemind heeft en waarmee zijn leerlingen elkaar moeten beminnen. Nadat Hij gezegd heeft: 'Dit is mijn gebod: Bemint elkander, zoals Ik u bemind heb', gaat Jezus verder met de woorden die vooruitwijzen naar het offergeschenk van zijn leven aan het kruis als getuigenis van zijn liefde 'tot aan de voleinding' (Joh. 13, 1): 'Er is geen grotere liefde dan wanneer iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden' (Joh. 15, 13).
Wanneer Jezus de jongeman oproept om Hem op de weg der volmaaktheid te volgen, verlangt Hij van hem, volmaakt te zijn in het gebod van de liefde, in 'zijn' gebod: zich te voegen in het leven van zijn totale wegschenking, de liefde van de 'goede' Meester, de liefde van Hem, die 'tot aan de voleinding' bemind heeft, na te volgen en na te leven. Dat is het wat Jezus van iedere mens verlangt, die zich wil begeven in de navolging van Hem: "Wie mijn leerling wil zijn, die moet zichzelf verloochenen, hij neme zijn kruis op zich en volge Mij' (Mt. 16, 24).