
H. Paus Johannes Paulus II - 9 mei 1983
Om terug te komen op het geval Galilei erkennen wij zeker, dat hij te lijden heeft gehad van de kant van de kerkelijke instanties. Maar in zijn tijd ontbrak het niet aan katholieke centra die reeds met grote bekwaamheid behalve de theologie en filosofie vakken als geschiedenis, geografie, archeologie, fysica, mathematica, astronomie, astrofysica beoefenden en deze onderzoeken werden noodzakelijk geacht om beter de historische evolutie van de mens en de geheimen van het heelal te kennen. Geniale voorlopers hadden zelfs de katholieken gewaarschuwd door er bij hen op aan te dringen wetenschap en geloof niet tegenover elkaar te stellen. Dat heb ik op 15 december 1979 willen bevestigen aan de gregoriaanse universiteit waarvan de onderzoekers en professoren eertijds aan Galilei bekend waren:
'En wanneer erkend moet worden dat de onderzoekers van die tijd niet ontheven waren van de culturele conditioneringen van hun milieu, kunnen wij toch vaststellen dat de geniale voorlopers en de vrijere geesten niet ontbraken die, zoals een heilige Robertus Bellarminus in het geval van Galileo Galilei, wensten dat onnodige spanningen en schadelijke verhardingen voor de verhoudingen tussen geloof en wetenschap zouden worden vermeden' H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Tot professoren en studenten van de pauselijke Universiteit Gregoriana (15 dec 1979)
Deze feiten bevestigen ons in de onontbeerlijke noodzaak van een vrijmoedige en open dialoog tussen de theologen, de specialisten van de wetenschap en de verantwoordelijken van de kerk.