
H. Johannes Paulus II - 15 juni 1982
De kerk handhaaft wel het specifieke onderscheid van het wetenschappelijk en godsdienstig kennen en hun methoden. Zij is ook zeker van hun aanvullende betekenis van hun diepe overeenstemming omtrent eenzelfde God, Schepper en Verlosser van de mens. Zij wenst elk misverstand over dit onderwerp op te heffen. Zij respecteert de natuurwetenschap in haar orde, welke voor haar geen bedreiging is maar veeleer een verdiepte manifestatie van God de Schepper. Zij verheugt zich over haar vooruitgang en moedigt derhalve, dames en heren, uw onderzoek aan, dat wordt gedaan in de geest zoals wij hebben gezegd.
Zij neemt overigens aan dat de wetenschapscultuur vandaag van de christenen een rijpheid van hun geloof vereist, een openheid voor de taal en de kwesties van geleerden, een zin voor de orden van weten en verschillende benaderingen van de waarheid. Zij verlangt kortom dat de dialoog tussen wetenschap en geloof, ook al heeft deze historisch spanningen gekend, in een steeds positiever fase komt en op alle niveaus wordt versterkt.
De liefde voor de waarheid welke met nederigheid wordt gezocht is een van de grote waarden die de mensen van vandaag kan verenigen door middel van de verschillende culturen. De wetenschapscultuur staat noch tegenover de humanistische cultuur noch tegenover de mystieke cultuur. Elke authentieke cultuur staat open naar het wezenlijke, en er is geen waarheid die niet universeel kan worden. Daarom heb ik heel onlangs in Rome een 'Pauselijke raad voor de cultuur' willen oprichten Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Brief, Aan Kardinaal Agostino Casaroli, staatssecretaris, waarmee de Pauselijke Raad voor de Cultuur ingesteld is (20 mei 1982), daar ik me wel bewust ben van deze fundamentele werkelijkheid die alle mensen verenigt en ik heb uitdrukkelijk gewild, dat deze raad open zou staan voor alle onderzoekers en onderzoekcentra. En daarom zei ik u, hoe ik me verheug over de openheid van het CERN voor allen die willen deelnemen aan zijn onderzoekingen, ook al vormen deze onderzoekers geen integrerend deel van zijn structuur. Het werkelijke onderzoek verenigt evenals de cultuur de mensengemeenschappen over de grenzen en kloven van allerlei aard heen.