Paus Pius XII - 29 mei 1954
Pius X heeft eveneens bewezen de onvermoeibare voorvechter van de Kerk te zijn en de providentiële Heilige van onze tijd in de tweede van zijn meest eminente ondernemingen, welke in soms dramatische omstandigheden het aanzien had van de strijd van een reus, die een kostbare schat verdedigt : de inwendige eenheid van de Kerk in haar diepste grondslag : het geloof. De goddelijke Voorzienigheid had haar uitverkoren dienaar reeds vanaf zijn kinderjaren voorbereid in de schoot van zijn eenvoudige familie, waar een geest heerste van eerbied voor het gezag, gezonde gebruiken in ere werden gehouden en het geloof nauwgezet werd nageleefd. Natuurlijk zou iedere andere Paus krachtens de genade van staat de aanvallen, gericht op de grondslagen van de Kerk, hebben bestreden en afgeslagen. Men zal echter moeten erkennen, dat het inzicht en de kracht waarmee Pius X de glorieuze strijd tegen de dwalingen van het modernisme heeft gevoerd, in het licht stellen, dat de deugd van geloof met uitzonderlijke vurigheid brandde in zijn vrome ziel. Zijn enige zorg was, dat het erfdeel van God ongeschonden zou worden bewaard voor de kudde die hem was toevertrouwd. De grote Paus kende dan ook geen zwakheid ten overstaan van hoogwaardigheidsbekleders of gezagsdragers, geen weifelmoedigheid tegenover aantrekkelijke doch valse leerstellingen binnen of buiten de Kerk, en evenmin vreesde hij dat hij persoonlijk in opspraak zou komen of dat de zuiverheid van zijn bedoelingen op onrechtvaardige wijze zou worden miskend. Hij leefde in de overtuiging, dat hij streed voor de allerheiligste zaak van God en van de zielen. De woorden van Jezus tot de Apostel Petrus werden aan hem naar de letter vervuld : " Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken, en gij... bevestig uw broeders" (Lc. 22, 32). De belofte en het bevel van Christus verwekken eens te meer in de onwankelbare rots van een zijner Plaatsbekleders de ontembare moed van de kampvechter. Het is passend dat de Kerk, door Pius X in deze stonde de hoogste eer toe te kennen op dezelfde plaats waar de roem van Petrus door de eeuwen heen in onverminderde glans heeft geschitterd, hen beide aldus in één en dezelfde verheerlijking verenigend, hem haar dankbaarheid betuigt en tegelijkertijd zijn voorspraak inroept, opdat soortgelijke conflicten haar bespaard zullen blijven. De onderhavige kwestie, namelijk het behoud van de intieme eenheid van geloof en wetenschap, is voor geheel de mensheid zulk een verheven goed, dat ook dit tweede grote werk van de heilige Paus een belang heeft, dat de grenzen van de katholieke wereld verre overschrijdt. Wie, evenals het modernisme geloof en wetenschap scheidt door ze tegenover elkaar te plaatsen, zowel wat betreft hun oorsprong als wat betreft hun object, bewerkt in deze twee vitale gebieden een zo verderfelijke scheuring, dat "het geringste reeds meer dan dodelijk is ". De ervaring heeft het bewezen : de mens, die bij de eeuwwisseling reeds innerlijk verdeeld was, hoewel hij onder de bedrieglijke schijn van harmonie en geluk, gebaseerd op een zuiver menselijke vooruitgang, in de illusie verkeerde dat hij innerlijk onverdeeld was, scheen later te breken onder het gewicht van de werkelijkheid, die geheel anders was.
Pius X zag met waakzame blik deze geestelijke ramp over de moderne wereld komen, deze bittere ontgoocheling die vooral de meer ontwikkelde klassen trof. Hij begreep dat een dergelijk schijngeloof, een geloof dat niet gebaseerd is op Gods openbaring, maar dat zijn wortels heeft in een zuiver menselijke voedingsbodem, voor velen zou verlopen in het atheïsme; ook begreep hij welk een rampzalig lot de wetenschap te wachten stond die zich, op een wijze wel indruist tegen haar wezen en door zich een willekeurige grens te stellen, de weg afsneed naar het absolute Ware en het absolute Goede, zodat de mens, beroofd van God, tegenover de ondoordringbare duisternis waarin alle zijn werd gehuld, geen andere houding overbleef dan die van kleinmoedigheid of van verwatenheid.
De heilige bestreed dit verderfelijke kwaad met het enig mogelijke en reële redmiddel : de katholieke waarheid van de Bijbel en van het geloof, aanvaard als een "rationabile obsequiem" (Rom. 12, 1) aan God en aan zijn openbaring. Door geloof en wetenschap aldus met elkaar te verbinden, het geloof als het bovennatuurlijk verlengstuk en soms ook als de bevestiging van de wetenschap, en de wetenschap als het voorportaal van het geloof, herstelde hij in de geest van de christenen de eenheid en de vrede, die de onontbeerlijke voorwaarden zijn van hun leven.
Zo er nu velen zijn, die zich opnieuw tot deze waarheid hebben gewend, daartoe als het ware gedreven door de leegte en de benauwing van hun verlatenheid, en die het geluk hebben gehad ze te kunnen ontdekken in het veilige bezit van de Kerk, dan hebben zij dit te danken aan de vooruitziende blik en het werk van Pius X. Want hem komt inderdaad de verdienste toe de waarheid te hebben beschermd tegen de dwaling, waarvoor zowel zij die het volle licht van de waarheid bezitten, d.w.z. de gelovigen, alsook zij die oprecht de waarheid zoeken, hem dank verschuldigd zijn. Voor de overigen zal zijn onwrikbaarheid ten overstaan van de dwaling wellicht ook nu nog een steen des aanstoots blijven; doch in feite is zij de hoogste liefdesdienst van een Heilige, die hij als Hoofd van de Kerk aan heel de mensheid heeft bewezen.