Beminde broeders en zusters!

De zondag van vandaag markeert de tweede fase van de Adventstijd. Deze periode van het liturgische jaar belicht de twee personen die een vooraanstaande rol hebben gespeeld bij de voorbereiding op de historische komst van de Heer Jezus: de Maagd Maria en Johannes de Doper. Juist op de laatste is de huidige tekst van het Evangelie volgens Marcus geconcentreerd. Hij beschrijft de persoonlijkheid en missie van de Voorloper van Christus. Vgl. Mc. 1, 2-8 Beginnend met het uiterlijk, wordt Johannes gepresenteerd als een zeer ascetische persoon: gekleed in een kameelharen kleed voedt hij zich met sprinkhanen en wilde honing die hij in de woestijn van Judea vindt. Vgl. Mc. 1, 6 Jezus zelf stelde hem eens tegenover degenen die "te vinden zijn in de paleizen der koningen" en "verfijnde kleding dragen" (Mt. 11, 8). De stijl van Johannes de Doper zou alle christenen moeten oproepen om voor matigheid te kiezen als levenswijze, vooral ter voorbereiding op het Kerstfeest waarin de Heer –zoals de heilige Paulus zou zeggen– “om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij rijk zoudt worden door zijn armoede.” (2 Kor. 8, 9).

Wat de zending van Johannes betreft, die was een buitengewone oproep tot bekering: aan zijn doop "is een vurige oproep verbonden om op een nieuwe wijze te gaan denken en handelen, op grond vooral van de aankondiging van Gods oordeel" Paus Benedictus XVI, Boek, Deel I, Jezus van Nazareth - Het leven van Jezus - tussen Zijn doop in de Jordaan en de Gedaanteverandering (13 apr 2007). Tielt 2007, blz. 36 en de op handen zijnde verschijning van de Messias, gedefinieerd als "Hij die sterker is dan ik" en die "u zal dopen met de Heilige Geest" (Mc. 1, 7.8). Daarom gaat Johannes' oproep verder en dieper met betrekking tot de matigheid als levensstijl: zij roept om een innerlijke verandering, uitgaande van de erkenning en belijdenis van de eigen zonde. Als we ons voorbereiden op Kerstmis, is het belangrijk dat we tot onszelf komen en oprecht naar ons leven kijken. Laten we onszelf laten verlichten door een lichtstraal die uit Bethlehem komt, het licht van Degene die "de Grootste" is en klein is geworden, "de Sterkste" en zwak is geworden.

De vier evangelisten beschrijven de verkondiging van Johannes de Doper door te verwijzen naar een passage uit de profeet Jesaja: «Hoort, iemand roept: "Bereidt de Heer een weg in de woestijn, in het dorre land een rechte baan voor onze God"» (Jes. 40, 3). Marcus voegt ook een citaat in van een andere profeet, Maleachi, die zegt: "Zie, ik zend mijn bode om voor Mij uit de weg te banen" (Mc. 1, 2) Vgl. Mal. 3, 1  Deze toespelingen op de oudtestamentische geschriften “gaat het om een reddend ingrijpen van God. God treedt tevoorschijn uit zijn verborgenheid om te oordelen en redding te brengen. De Doper moet de deur open doen, de weg bereiden». Paus Benedictus XVI, Boek, Deel I, Jezus van Nazareth - Het leven van Jezus - tussen Zijn doop in de Jordaan en de Gedaanteverandering (13 apr 2007). Tielt 2007, blz. 36

Aan de moederlijke voorspraak van Maria, de Maagd van de verwachting, vertrouwen wij onze reis toe om de Heer die komt tegemoet te treden, terwijl we onze reis van Advent voortzetten om ons in ons hart en in ons leven voor te bereiden op de komst van de Emmanuel, de God-met-ons.