
H. Paus Johannes Paulus II - 27 mei 1998
"Wij zeggen God dank voor u allen, telkens wanneer wij uw naam noemen in onze gebeden. Onophoudelijk gedenken wij voor het aanschijn van God, onze Vader, uw werkdadig geloof, uw onvermoeibare liefde en uw standvastige hoop op onze Heer Jezus Christus" (1 Tes. 1,2-3). Deze woorden van de apostel Paulus weerklinken met vreugdevolle dankbaarheid in mijn hart, in afwachting van de ontmoeting met u in het Vaticaan, en ik zend u allen een hartelijke groet en verzeker u mijn geestelijke nabijheid.
Ik richt een woord van genegenheid tot de President van de Pauselijke Raad voor de Leken, kardinaal James Francis Stafford; tot de Secretaris, mgr. Stanislaus Rylko en tot de medewerkers van dit departement. Ik strek mijn groet uit tot de verantwoordelijken en de gedelegeerden van de verschillende bewegingen, tot de pastores die hen vergezellen en tot de doorluchtige sprekers.
In de loop van het wereldcongres bespreekt u het thema: "De kerkelijke bewegingen: gemeenschappelijkheid en zending op de drempel van het derde millennium". Ik dank de Pauselijke Raad voor de Leken, die de zware taak op zich heeft genomen om deze belangrijke bijeenkomst te bevorderen en te organiseren, evenals de bewegingen die met een directe bereidheid de uitnodiging hebben ontvangen die ik hen deed toekomen op de vigilie van Pinksteren twee jaar geleden. Bij die gelegenheid sprak ik de wens uit dat deze op weg naar het Grote Jubileum van het jaar 2000, in het jaar dat gewijd was aan de Heilige Geest, een "gemeenschappelijk getuigenis" zouden bieden en "in gemeenschap met de pastores en in samenwerking met de diocesane initiatieven hun geestelijke, educatieve en missionaire rijkdom naar het hart van de Kerk zouden brengen, als kostbare ervaring en als mogelijke weg van christelijk leven". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Vigilie van Pinksteren, Tijdens de H. Mis b.g.v. van het begin van de stadsmissies ter voorbereiding van het Grote Jubileum van het derde millennium (25 mei 1996), 7. in: L'Osservatore Romano, 27-28 mei 1996, blz. 7
Ik wens van harte dat uw congres en de ontmoeting van 30 mei 1998 op het Sint-Pietersplein de vruchtbare vitaliteit in het licht mogen stellen van de bewegingen in het volk van God, dat zich gereed maakt om de drempels te overschrijden van het derde millennium in de christelijke jaartelling.