
Paus Pius VI - 28 augustus 1794
De leer welke poneert:
de Kerk "moet beschouwd worden als e e n mystiek lichaam, welke bestaat uit Christus het Hoofd en de gelovigen die zijn ledematen zijn, door een onuitsprekelijke (ineffabilem) eenheid, waaruit volgt dat wij op wonderbare wijze met Hem een enige Priester en een enig offer zijn en een enig volkomen aanbidder van de Vader in Geest en waarheid worden" Synode van Pistoia, Pastorale instructie over de noodzaak en over de wijze waarop religie bestudeerd moet worden (01.05.1782), in de Bijlage nr. 28,
als zij (de leer) in die zin verstaan, dat tot het lichaam van de Kerk alleen de gelovigen zouden behoren (non pertineant nisi), die volkomen aanbidders in Geest en waarheid zijn.
is ketters.