Paus Franciscus - 23 januari 2021
Geliefde broeders en zusters,
De uitnodiging om “te komen kijken”, waarmee de eerste ontroerende ontmoetingen van Jezus met de leerlingen gepaard gaan, is ook de methode van iedere authentieke menselijke communicatie. Om de waarheid van het leven dat geschiedenis wordt te kunnen vertellen Vgl. Paus Franciscus, Boodschap, 54e Wereldcommunicatiedag, “Dan kunt gij later aan uw kinderen en kleinkinderen verhalen” (Ex. 10, 2).
Het leven wordt geschiedenis (24 jan 2020) is het noodzaak om het gemakkelijke, aanmatigende “dat weten we al” achter ons te laten, in beweging te komen, te gaan kijken, bij de mensen te zijn, naar hen te luisteren, de indrukken van de werkelijkheid te verzamelen, die ons altijd in een of ander aspect zal verrassen. “Open met verbazing je ogen voor hetgeen je zult zien, en laat je handen zich vullen met de frisheid van de levenssappen, zodat anderen, wanneer zij je zullen lezen, het kloppende wonder van het leven werkelijk zullen voelen”, zo raadde de zalige Manuel Lozano Garrido zijn collega-journalisten aan”.Spaans journalist, geboren in 1920 en gestorven in 1971, zaligverklaard in 2010 Daarom wil ik dit jaar de Boodschap wijden aan de oproep om “te komen kijken”, als suggestie voor iedere vorm van communicatie die helder en eerlijk wil zijn: in de redactie van een krant, evenals in de wereld van het internet, in de alledaagse prediking van de Kerk evenals in de politieke en maatschappelijke communicatie. “Kom kijken” is de wijze waarop het christelijk geloof wordt gecommuniceerd, vanaf die eerste ontmoetingen aan de oevers van de rivier de Jordaan en het meer van Galilea.
Laten wij het hebben over het grote thema van de informatie. Oplettende stemmen klagen al lange tijd over het risico van een vervlakking in kranten die van elkaar kopiëren, of nieuwsuitzendingen op televisie of radio en websites die in wezen hetzelfde zijn en waar geen plaats is voor onderzoek en reportages en die aan kwaliteit inboeten ten gunste van een vooraf samengestelde en ‘binnenskamers’ en op zichzelf betrokken informatie, die er steeds minder in slaagt de waarheid van de dingen en het concrete leven van mensen op te nemen, die niet meer de ernstigste maatschappelijke verschijnselen of de positieve energie die uit de basis van de maatschappij vrijkomt, weet waar te nemen. De crisis in de uitgeverijbranche dreigt te leiden tot informatie die wordt geconstrueerd op de redacties, achter de computer, de terminals van persbureaus, op sociale netwerken zonder dat de redactie ooit de straat op gaat, zonder nog “de zolen van de schoenen te verslijten”, zonder mensen te ontmoeten om de echte verhalen te zoeken of bepaalde situaties met eigen ogen te controleren. Als wij niet openstaan voor ontmoeting, blijven wij externe toeschouwers ondanks de technologische vernieuwingen die het mogelijk maken ons te confronteren met een steeds groter wordende werkelijkheid waarin wij ondergedompeld lijken. Ieder communicatiemiddel is alleen nuttig en kostbaar, als het ons ertoe aanzet dingen te gaan zien die wij anders niet zouden weten, als het kennis op internet zet die anders niet zou circuleren, als het ontmoetingen mogelijk maakt die anders niet plaats zouden vinden.
Jezus antwoordt de eerste leerlingen die Hem na de doop in de rivier de Jordaan willen leren kennen: “Ga mee om het te zien” (Joh. 1, 39) en nodigt hen zo uit de relatie met Hem te ervaren. Meer dan een halve eeuw later, wanneer Johannes op hoge leeftijd zijn Evangelie schrijft, herinnert hij zich enkele details “van de gebeurtenissen van toen” die laten zien dat hij daarbij aanwezig was en de impact tonen die deze ervaring op zijn leven heeft gehad. ”Het was ongeveer het tiende uur”, tekent hij aan, dat wil zeggen vier uur ’s middags. Vgl. Joh. 1, 39 De dag erna - zo gaat Johannes verder - vertelt Filippus aan Natanaël over de ontmoeting met de Messias. Zijn vriend is sceptisch: “Uit Nazaret, kan daar iets goeds vandaan komen?”. Filippus probeert hem niet met redeneringen te overtuigen: “Kom dan kijken”, zegt hij tegen hem. Vgl. Joh. 1, 45-46 Natanaël gaat kijken en vanaf dat ogenblik verandert zijn leven. Het christelijk geloof begint zo. En zo wordt er gecommuniceerd: met directe kennis, voortgekomen uit de ervaring, niet van horen zeggen: “Niet langer geloven wij om wat gij gezegd hebt, want wij hebben Hem zelf gehoord”, zeggen de mensen tegen de Samaritaanse vrouw, nadat Jezus zich in hun dorp had opgehouden”. Vgl. Joh. 4, 39-42 Het “kom kijken” is de eenvoudigste manier om een werkelijkheid te leren kennen. Het is de meest eerlijke controle van iedere boodschap, omdat een ontmoeting noodzakelijk is om iets te leren kennen. Het maakt het mogelijk dat degene die ik voor mij heb tot mij spreekt, en dat zijn getuigenis mij bereikt.
Ook de journalistiek vraagt, als ze verslag doet van de werkelijkheid, om daarheen te mogen gaan waar niemand heen gaat: een in beweging komen en een verlangen om te zien. Nieuwsgierigheid, openheid, hartstocht. Wij zijn dank verschuldigd voor de moed en de inzet van zeer veel professionals - journalisten, cameralieden, editors, regisseurs, die onder grote risico’s werken -, als wij bijvoorbeeld beseffen hoe moeilijk de omstandigheden zijn van de minderheden die in verschillende delen van de wereld vervolgd worden; als de vele gewelddadigheden en vormen van ongerechtigheid tegen de armen en de schepping worden aangeklaagd; als over de zeer veel vergeten oorlogen wordt verteld. Het zou niet alleen een verlies van informatie zijn, maar een verlies voor heel de maatschappij en de democratie, als deze stemmen zouden verstommen: een verarming voor onze mensheid.
Talrijke omstandigheden op de planeet richten in deze periode van de pandemie nog nadrukkelijker tot de wereld van de communicatie de uitnodiging om “te komen kijken”. Er bestaat het risico alleen met de ogen van de rijkere wereld over de pandemie en zo over iedere crisis te vertellen, en er een “dubbele boekhouding” op na te houden. We hoeven maar te denken aan de kwestie van de vaccins, evenals die van de medische zorg in het algemeen, aan het risico van uitsluiting van de meest armlastige bevolkingen. Wie zal ons vertellen over het wachten op genezing in de armste dorpen van Azië, Latijns-Amerika en Afrika? Zo dreigen de maatschappelijke en economische verschillen op wereldwijd niveau.de volgorde van de verdeling van de vaccins tegen Covid te beïnvloeden. Met de armen steeds op de laatste plaats, en het recht op gezondheid voor allen dat in principe wordt verkondigd, maar in werkelijkheid niets voorstelt. Maar ook in de wereld van de meest gefortuneerden blijft het maatschappelijke drama van gezinnen die snel naar de armoede zijn afgegleden, grotendeels verborgen: de mensen die de schaamte overwinnen en in de rij staan voor caritasinstellingen om een pak levensmiddelen te krijgen, voelen pijn en zijn geen voorpaginanieuws.
Het internet kan met zijn ontelbare sociale uitdrukkingsmogelijkheden het vermogen tot vertellen en samen delen vermenigvuldigen: zoveel ogen meer die op de wereld gericht zijn, een voortdurende stroom beelden en getuigenissen. De digitale technologie geeft ons de mogelijkheid van tijdige, soms zeer nuttige informatie uit de eerste hand: denken wij aan bepaalde noodsituaties waarvan de eerste berichten en ook de eerste officiële mededelingen aan de bevolking juist op het internet rondgaan. Het is een geweldig middel, dat ons allen als gebruikers en consumenten verantwoordelijk maakt. Potentieel kunnen wij allen getuigen worden van gebeurtenissen die anders door de traditionele media verwaarloosd zouden worden. Wij kunnen onze bijdrage als burgers leveren, meer gebeurtenissen naar voren brengen, ook positieve. Dankzij internet hebben wij de mogelijkheid te vertellen wat wij zien, wat er voor onze ogen gebeurt, getuigenissen te delen.
Maar intussen zijn ons allen de risico’s duidelijk geworden van een ongecontroleerde sociale communicatie. Wij hebben al lang geleerd hoe berichten en zelfs beelden om duizend redenen en soms alleen maar uit een banaal narcisme gemakkelijk te manipuleren zijn. Dit kritisch bewustzijn mag er niet toe leiden het instrument te demoniseren, maar zet aan tot een groter onderscheidingsvermogen en een rijper verantwoordelijkheidsgevoel, hetzij bij het verspreiden, hetzij bij het ontvangen van de inhoud. Wij allen zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop wij communiceren, voor de informatie die wij geven, de controle die wij samen kunnen uitoefenen op valse berichten door ze te ontmaskeren. Wij allen zijn geroepen getuigen van de waarheid te zijn: te gaan kijken en te delen.
Bij communicatie kan niets ooit het persoonlijk zien vervangen. Sommige dingen kan men alleen leren door ze te ervaren. Men communiceert immers niet alleen met woorden, maar ook met de ogen, de toon van de stem, met gebaren. De sterke aantrekkingskracht van Jezus op wie Hem ontmoette, hing van de waarheid van zijn prediking af, maar de doeltreffendheid van wat Hij zei, was onlosmakelijk verbonden met zijn blik, zijn houding en zelfs zijn stilzwijgen. De leerlingen hoorden niet alleen zijn woorden, maar zagen Hem spreken. In Hem - de vleesgeworden Logos - is het Woord immers een Gezicht geworden, de onzichtbare God heeft zich laten zien, voelen en aanraken, zoals Johannes zelf schrijft. Vgl. 1 Joh. 1, 1-3 Het woord is alleen doeltreffend, als men het “ziet”, als het je betrekt bij een ervaring, in een dialoog. Daarom was en is het “kom kijken” essentieel.
Denken wij aan hoeveel overvloed aan lege welsprekendheid er ook in onze tijd is op ieder terrein van het openbare leven, in de commercie en ook in de politiek. “Hij kan oneindig praten en niets zeggen. Zijn redenen zijn twee graankorrels in twee schepels kaf. Men moet de hele dag zoeken om ze te vinden en wanneer men ze gevonden heeft, zijn ze de moeite van het zoeken niet waard”.2 De striemende woorden van de Engelse toneelschrijver gelden ook voor ons, christelijke communicatoren. De blijde boodschap van het Evangelie heeft zich in de wereld verspreid dankzij ontmoetingen van mens tot mens, van hart tot hart. Mannen en vrouwen die dezelfde uitnodiging “kom kijken” hebben aangenomen en getroffen zijn door het “meer” aan menselijkheid die doorscheen in de blik, het woord en de gebaren van mensen die getuigden van Jezus Christus. Alle instrumenten zijn belangrijk en de grote communicator die Paulus van Tarsus heette, zou zich zeker van e-mail en de social media bediend hebben; maar het waren zijn geloof, hoop en liefde die indruk maakten op de tijdgenoten die hem hoorden prediken en het geluk hadden tijd met hem door te brengen, hem te zien tijdens een vergadering of in een individueel gesprek. Wanneer zij hem in actie zagen op de plaatsen waar hij zich bevond, constateerden zij hoe waar en vruchtbaar voor het leven de heilsboodschap was waarvan hij door de genade van God de brenger was. En ook waar deze medewerker van God niet persoonlijk ontmoet kon worden, werd er door de leerlingen die hij stuurde, getuigenis afgelegd van zijn leven in Christus. Vgl. 1 Kor. 4, 17
“In onze handen zijn boeken, in onze ogen feiten”, zei de heilige Augustinus, H. Augustinus, Belijdenissen, Confessiones. 360/B, 20 toen hij ertoe aanspoorde in de werkelijkheid vervulling van de in de Heilige Schrift aanwezige profetieën te vinden. Zo gebeurt het Evangelie vandaag opnieuw, telkens wanneer wij het heldere getuigenis van mensen krijgen van wie het leven door de ontmoeting met Jezus veranderd is. Sinds meer dan tweeduizend jaar bestaat er een keten van ontmoetingen om de fascinatie van het christelijk avontuur te communiceren. De uitdaging die ons wacht, is dus te communiceren door de mensen te ontmoeten, waar en zoals ze zijn.
Heer, leer ons buiten onszelf te gaan,
en om op weg te gaan op zoek naar de waarheid.
Leer ons te gaan kijken,
leer ons te luisteren,
geen vooroordelen te hebben,
geen gehaaste conclusies te trekken.
Leer ons daarheen te gaan waar niemand heen wil gaan,
de tijd te nemen om te begrijpen,
aandacht te schenken aan het wezenlijke,
ons niet af te laten leiden door het overbodige,
de bedrieglijke schijn te onderscheiden van de waarheid.
Verleen ons de genade uw verblijfplaatsen in de wereld te herkennen
en de eerlijkheid om te vertellen wat wij gezien hebben.
Rome, Sint Jan van Lateranen, 23 januari 2021, Vooravond van de gedachtenis van de heilige Franciscus van Sales.
Franciscus