Luis F. Kard. Ladaria S.J. - 14 juli 2020
In plaats van toe te geven aan een vals tegemoetkomen, moet de Christen de zieke eerder de onmisbare hulp bieden om hem uit zijn wanhoop te helpen. Het gebod "Gij zult niet doden" (Ex. 20, 13)(Deut. 5, 17) is inderdaad een "ja" op het leven, dat God heeft gekozen om te garanderen: Het wordt " een oproep tot zorgzame liefde, die het leven van de naaste beschermt en bevordert". H. Paus Johannes Paulus II, Encycliek, Over kerkelijke moraalleer, Veritatis Splendor (6 aug 1993), 15 De Christen weet dus dat het aardse leven niet de hoogste waarde heeft. Het laatste geluk is in de hemel. De Christen zal dus niet beweren dat het fysieke leven doorgaat als de dood duidelijk nabij is. De Christen zal de stervende helpen om zich te bevrijden van de wanhoop en zijn hoop op God te bevestigen.