
Luis F. Kard. Ladaria S.J. - 14 juli 2020
Sommige factoren beperken vandaag de dag het vermogen om de diepgaande en intrinsieke waarde van elk menselijk leven te begrijpen. Het eerste is de suggestie van een dubbelzinnig gebruik van het begrip "waardige dood" in relatie tot dat van "kwaliteit van leven". Hier vinden we een utilitair antropologisch perspectief dat "vooral verbonden is met financiële middelen, met het "welzijn", met de schoonheid en het genot van het fysieke leven, waarbij andere, diepere dimensies van het leven - spirituele en religieuze aspecten, evenals het niveau van de relaties - worden vergeten". Paus Franciscus, Toespraak, Tot de deelnemers aan het congres bij gelegenheid van 70 jarig bestaan van de Katholieke Vereniging van Italiaanse artsen - Aula Paulus VI, Abortus, euthanasie en ivf zijn "zonden tegen God" (15 nov 2014), 3 Op basis van dit principe wordt het leven alleen waardig geacht als het, volgens de beoordeling van het subject zelf of een derde partij, een aanvaardbaar kwaliteitsniveau heeft met betrekking tot de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde mentale of fysieke functies, of het vaak zelfs wordt geïdentificeerd met de loutere aanwezigheid van een mentale belasting. Volgens deze benadering verdient het leven niet te worden voortgezet als de kwaliteit van het leven laag blijkt te zijn. Dit betekent echter dat niet langer wordt erkend dat het menselijk leven op zich waarde heeft.