Paus Benedictus XVI - 14 augustus 2005
Beminde broeders en zusters:
Op deze twintigste zondag door het jaar biedt de liturgie ons een uniek voorbeeld van geloof: een Kananese vrouw, die Jezus vraagt haar dochter te genezen die is "van een duivel bezeten en wordt verschrikkelijk gekweld". De Heer negeert haar volhardende aanroepingen en lijkt niet toe te geven, zelfs niet als de leerlingen zelf voor haar pleiten, zoals de evangelist Mattheüs betuigt. Maar uiteindelijk, geconfronteerd met het doorzettingsvermogen en de nederigheid van deze onbekende, vernedert Jezus zich: "Vrouw, ge hebt een groot geloof! Uw verlangen wordt ingewilligd." (Mt. 15, 21-28).
"Vrouw, ge hebt een groot geloof!". Jezus wijst naar deze nederige vrouw als een voorbeeld van ongetemd geloof. Haar aandringend roepen om de tussenkomst van Christus is een aanmoediging voor ons om nooit ontmoedigd te raken en niet te wanhopen, zelfs niet te midden van de zwaarste beproevingen van het leven. De Heer sluit zijn ogen niet voor de noden van zijn kinderen en als hij soms ongevoelig lijkt voor hun verzoeken, is dat alleen om hen te beproeven en hun geloof aan de tand te voelen.
Dit is het getuigenis van de heiligen; dit is vooral het getuigenis van de martelaren, die op een inniger manier verbonden zijn met het verlossende offer van Christus. De afgelopen dagen hebben we er verschillende van herdacht: de pausen Pontianus en Sixtus II, de priester Hippolytus en de diaken Laurentius en hun metgezellen die stierven in Rome bij de dageraad van het Christendom. Bovendien hebben we ons een martelaar uit onze tijd herinnerd, de heilige Teresa Benedicta van het Kruis, Edith Stein, co-patrones van Europa, die stierf in een concentratiekamp. En juist vandaag houdt de liturgie ons een martelaar van naastenliefde voor, die zijn getuigenis van liefde voor Christus bezegelde in de hongerbunker van Auschwitz: heilige Maximiliaan Maria Kolbe, die zichzelf vrijwillig geofferd heeft in de plaats van een gezinsvader.
Ik nodig alle gedoopten uit, en vooral de jonge mensen die deelnemen aan de Wereldjongerendagen, om na te denken over deze schitterende voorbeelden van evangelische heldenmoed. Ik roep over allen hun bescherming af in en in het bijzonder die van de heilige Teresa Benedicta van het Kruis, die enkele jaren van haar leven juist in de Karmel van Keulen heeft doorgebracht. Moge Maria, de koningin der martelaren, met moederliefde over u waken, die wie wij morgen zullen beschouwen in haar glorieuze opname ten hemel.
{...}
{in het Spaans}
Ik groet de Spaanstalige pelgrims, vooral de jongeren die op weg zijn naar Keulen om deel te nemen aan de Wereldjongerendagen. Moge net als de Kananese vrouw, over wie het Evangelie van vandaag spreekt, uw geloof u brengen tot een persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus. Moge God u zegenen.
{...}