
H. Paus Johannes Paulus II - 16 oktober 2002
Het zwaartepunt in het Wees gegroet, bijna een scharnier tussen het eerste en tweede deel, is de naam van Jezus. Soms kan dit zwaartepunt, als we het gebed snel reciteren, over het hoofd worden gezien en daarmee ook de verbinding met de contemplatie van het mysterie van Christus. Het is precies die nadruk, gegeven aan de naam van Jezus en Zijn geheim, dat het teken is van een betekenisvol en vruchtbaar bidden van het rozenkransgebed. Paus Paulus VI wijst in zijn apostolische Exhortatie H. Paus Paulus VI - Apostolische Exhortatie
Marialis Cultus
Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving
(2 februari 1974) op het gebruik in bepaalde regio's om de naam van Jezus te benadrukken door het toevoegen van een bijzin die betrekking heeft op het geheim dat men mediteert. H. Paus Paulus VI, Apostolische Exhortatie, Over de vernieuwing van de Maria-verering in liturgie en persoonlijke beleving, Marialis Cultus (2 feb 1974), 46 Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Directorium over volksvroomheid en liturgie. Principes en richtlijnen (9 apr 2002), 201. Dit gebruik werd recent geprezen door de Congregatie voor de goddelijke Eredienst en de Regeling van de Sacramenten in haar Direttorio su pietà popolare e liturgia. Principi e orientamenti (17 december 2001), 201 (Vaticaanstad 2002), 165. Dit is een lovenswaardig gebruik, met name als de rozenkrans gezamenlijk wordt gebeden. Het geeft krachtige uitdrukking van ons geloof in Christus en is gericht op de verschillende momenten uit het leven van de Verlosser. Het is zowel een belijdenis van geloof als een hulpmiddel voor de concentratie van onze meditatie omdat het het proces van aanpassing aan het mysterie vanChristus, dat inherent is aan de herhaling in het Wees gegroet, mogelijk maakt. Wanneer we de naam van Jezus herhalen - de enige naam waarbij we mogen hopen op verlossing Vgl. Hand. 4, 12
- in nauwe verbinding met de naam van de gezegende moeder, alsof we het doen op haar aangeven, slaan we een weg van aanpassing in die bedoeld is om ons te helpen ons te verdiepen in het leven van Christus.
Uit Maria's unieke en bevoorrechte verbintenis met Christus, hetgeen haar de moeder van God maakt, Theotòkos, ontlenen we de kracht voor het verzoek dat we in het tweede deel van het gebed maken, als we ons overgeven aan haar moederlijke voorspraak tijdens ons leven en in het uur van onze dood.