ROSARIUM VIRGINIS MARIAEOver de allerheiligste Rozenkrans
(Soort document: H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief)
H. Paus Johannes Paulus II -
16 oktober 2002
De Evangeliën besteden veel aandacht aan de droevige geheimen van Christus. Vanaf het begin heeft de christelijke vroomheid, met name bij de overweging van de
Kruisweg tijdens de Veertigdagentijd, zich gericht op de afzonderlijke momenten van de Passie. Men besefte dat daarin
het hoogtepunt van de openbaring van Gods liefde en de bron van onze redding wordt gevonden. Het rozenkransgebed neemt bepaalde momenten uit het passieverhaal om de gelovigen uit te nodigen tot contemplatie en die momenten in hun hart te herbeleven. De reeks van meditaties begint met Getsemane, waar Christus een moment van grote doodsangst ondergaat voor de wil van de Vader en waartegen de zwakheid van het vlees in verzoeking zou worden gebracht om in opstand te komen. Jezus confronteert zich met alle beproevingen van de mensheid en alle menselijke zonden met de bedoeling tegen de Vader te zeggen: "
Laat niet mijn wil gebeuren, maar die van U" (
Lc. 22, 42). Dit 'ja' van Christus draait het 'nee' van onze stamvaderen in het Hof van Eden terug. De prijs van Zijn gelovigheid aan de wil van de Vader wordt duidelijk gemaakt in de volgende geheimen. Door Zijn geseling, de doornenkroon, het dragen van het Kruis en de dood aan het Kruis wordt de Heer overgeleverd aan het meest miserabele lijden:
Ecce homo!
Dit ellendige lijden onthult niet alleen Gods liefde, maar ook de zin van de mensheid zelf. Ecce homo: de betekenis, het begin en de vervulling van de mensheid is te vinden in Christus, de God die zichzelf vernederde uit liefde "tot de dood, de dood aan een kruis" (Fil. 2, 8). De droevige geheimen helpen de gelovige de dood van Jezus te herbeleven, te staan aan de voet van het Kruis naast Maria om met Haar binnen te treden in Gods liefde voor de mens en zijn levengevende kracht te ervaren.