
H. Paus Johannes Paulus II - 16 oktober 2002
Christus is de hoogste Leraar, Hij openbaart en Hij is degene die wordt geopenbaard. Het is niet zomaar een kwestie van het leren van wat Hij ons heeft onderwezen, maar Hem leren kennen. Kunnen we daarom een betere leraar wensen dan Maria? Vanuit goddelijk perspectief is de Geest de innerlijke leraar die ons leidt naar de volledige waarheid van Christus. Vgl. Joh. 14, 26 Vgl. Joh. 15, 26 Vgl. Joh. 16, 13 Maar onder de mensen kent niemand Christus beter dan Maria. Niemand kan ons beter binnenleiden in de diepgaande kennis van Zijn mysterie dan Zijn moeder.
Het eerste 'teken' van Jezus - het veranderen van water in wijn tijdens de bruiloft te Kana - laat Maria duidelijk zien in de gedaante van leraar wanneer zij de bedienden aanspoort datgene te doen wat Jezus gebiedt. Vgl. Joh. 2, 5 We kunnen ons voorstellen dat ze hetzelfde doet voor de discipelen na Hemelvaart, als ze bij elkaar komen in afwachting van de komst van de heilige Geest en zij hen steunt in hun eerste missie. De scènes van het rozenkransgebed samen met Maria te overdenken is een leermiddel om via haar Christus te 'lezen', om Zijn geheimen te ontdekken en Zijn boodschap te begrijpen.
Deze school van Maria is des te effectiever als we beseffen dat zij onderwijst door voor ons de gaven van de heilige Geest overvloedig te verkrijgen, en ons het onvergelijkbare voorbeeld van haar eigen "pelgrimstocht van het geloof" te bieden. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 58 Bij het overdenken van elk geheim van haar Zoon, nodigt zij ons uit hetzelfde te doen wat zij deed ten tijde van de Aankondiging; nederig de vragen stellen die ons openen voor het licht om zo te eindigen met de gehoorzaamheid van het geloof: "Zie de dienstmaagd des Heeren mij geschiede naar Uw woord". Vgl. Lc. 1, 38