
Paus Benedictus XVI - 31 juli 2011
Beminde broeders en zusters:
Het Evangelie van deze zondag beschrijft het wonder van de broodvermenigvuldiging die Jezus verricht voor een groot aantal mensen die hem volgden om naar hem te luisteren en genezen te worden van verschillende ziekten. Vgl. Mt. 14, 14 Bij het vallen van de avond stellen de discipelen voor dat Jezus de menigte wegzendt, zodat ze kunnen gaan eten. Maar de Heer heeft iets anders in gedachten: «Geeft gij hen maar te eten» (Mt. 14, 16). Ze hebben echter «slechts vijf broden en twee vissen». Jezus maakt dan een gebaar dat doet denken aan het sacrament van de Eucharistie: «Hij sloeg de ogen ten hemel, en nadat Hij de zegen had uitgesproken, brak Hij de broden die Hij aan zijn leerlingen gaf en de leerlingen gaven ze weer aan het volk» (Mt. 14, 19). Het wonder bestaat erin broederlijk enkele broden te delen die, toevertrouwd aan de macht van God, niet alleen genoeg zijn voor allen, maar er blijft zelfs over, tot twaalf gevulde manden. De Heer nodigt de leerlingen uit opdat zij het brood onder de menigte uitdelen; op deze manier instrueert hij hen en bereidt ze voor op de toekomstige apostolische missie: inderdaad, ze zouden aan allen het voedsel brengen van het Woord des levens en van het Sacrament.
In dit wonderbaarlijke teken zijn de menswording van God en het verlossingswerk met elkaar verweven. Jezus «stapt uit» de boot om de mensen tegemoet te treden. De heilige Maximus de Belijder bevestigt dat het Woord Gods "zich uit liefde tot ons heeft verwaardigd om zich in het vlees te presenteren, afkomstig uit ons en gelijk aan ons, behalve in de zonde, en om ons de leer te tonen met woorden en voorbeelden die wij begrijpen." H. Maximus Confessor, Ambiguorum Liber. 33: PG 91, 1285 C De Heer geeft ons hier een welsprekend voorbeeld van zijn medeleven met de mensen. Dit doet ons denken aan zoveel broeders en zusters die in de Hoorn van Afrika de dramatische gevolgen ondervinden van hongersnood, verergerd door oorlog en door het ontbreken van deugdelijke instellingen. Christus is alert op de materiële behoefte, maar wil iets meer geven, omdat de mens altijd "honger heeft naar iets anders, hij heeft iets meer nodig." Paus Benedictus XVI, Boek, Deel I, Jezus van Nazareth - Het leven van Jezus - tussen Zijn doop in de Jordaan en de Gedaanteverandering (13 apr 2007). Tielt 2007, blz. 251 In het brood van Christus is de liefde van God aanwezig; in de ontmoeting met hem "voeden we ons, om zo te zeggen, met de levende God, eten we werkelijk het 'brood des hemels'." Paus Benedictus XVI, Boek, Deel I, Jezus van Nazareth - Het leven van Jezus - tussen Zijn doop in de Jordaan en de Gedaanteverandering (13 apr 2007). Tielt 2007, blz. 252
Beste vrienden,
"in de Eucharistie maakt Jezus ons getuige van Gods mededogen voor elke broeder en zuster. Zo wordt rond het eucharistisch mysterie de dienst van naastenliefde geboren ten opzichte van de naaste." Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Het Sacrament van de Liefde - Over de Eucharistie, bron en hoogtepunt van het leven en de zending van de Kerk, Sacramentum Caritatis (22 feb 2007), 88 Heilige Ignatius van Loyola, stichter van de Sociëteit van Jezus, die de Kerk vandaag gedenkt, getuigt hier ook van. Ignatius koos er inderdaad voor om te leven ‘met het zoeken van God in alle dingen en Hem liefhebben in alle schepselen.’ Vgl. H. Ignatius van Loyola, Constituties van de Sociëteit van Jezus. III, 1, 26
Laten we onze gebeden aan de Maagd Maria toevertrouwen, zodat zij ons hart kan openen voor het medeleven met onze naaste en broederlijk delen.
{...}
(In het Spaans)
Ik begroet met genegenheid de Spaanstalige pelgrims die deelnemen aan dit Maria-gebed en degenen die ermee verenigd zijn via radio en televisie. Op deze zondag nodig ik iedereen uit om hun hart te openen voor het Woord van God, waar Jezus Christus verschijnt als het ware voedsel, dat de edelste verlangens die in ons nestelen, voedt en vervult. Dat we, naar het voorbeeld van allerheiligste Maria, ons geluk vinden in het vervullen van de wil van haar goddelijke Zoon, en daardoor dat licht zullen bereiken dat geen zonsondergang kent, de liefde die niet teleurstelt en de hoop die bemoedigt en troost. Moge de Heer u zegenen en u dagen vol rust schenken.
(In het Pools)
In het Evangelie van vandaag hebben we het wonder beluisterd van de broodvermenigvuldiging waarmee de Heer Jezus een hongerige menigte voedt. Hiermee geeft hij ons geen bruikbaar recept om de volkeren van de wereld te voeden of om het drama van de honger op te lossen. Hiermee herinnert Hij ons eraan dat we niet onverschillig kunnen blijven voor de tragedie van degenen die lijden aan honger en dorst. Hij moedigt ons aan om ze te eten te geven, om het brood te delen met de mensen in nood. Christus volgend moeten we gevoelig zijn voor de armoede van de volkeren.
{...}